-5- Vooistel tot het aan A.van der hinden te Bergen op Zoom verkopen van een perceel bouwgrond, gelegen aan __de Mozart laan-hoek Beeth.oven.laan, "^Dossier nr. 41B-XIII-14J". (Verzameling 1968, nr. 127), De heer A.J. FRANKEN zegt geen bezwaar te hebben tegen het voorstel. Hij zou dit agendapunt willen aangrijpen om het College van Burgemeester en Wethouders er op to wijzer^ gat er op de agenda voor de vergadering van deze avond 5 voor stellen zijn vermeld, welke reeds in uitvoering zijn of reeds voldongen feiten zijn. Op de grond, die bij de agendapunten 7 en 9 want overgedragen, zijn reeds werken uitgevoerd, terwijl bij agendapunt 21a aan de Raad een orediet wordt ge vraagd voor het afbreken van een schuur, die inmiddels vorige week is gesloopt. Al gaat het hier niet om voorstellen van importantie, toch zou spreker gaarne zien, dat het College van Burgemeester en Wethouders wat meer respect voor de Raad toonde, door er voor te zorgen, dat een en ander niet meer gebeurt. Spreker vraagt zich af, wat Gedeputeerde Staten er van zouden denken als hun goedkeuring wordt gevraagd over zaken, die al voldongen feiten zijn. Met klem vraagt hij er voor te zorgen, dat de voorstellen de Raad tijdig bereikendan is het niet nodig, dat reeds maatregelen genomen moeten worden om stagnatie in werkzaamheden te voorkomen. Spreker acht het normaal, dat ook in Bergen op Zoom een reële inhoud wordt gegeven aan het Raadlidmaatschap. De VOORZITTER bevestigt de opmerking van de heer A.J. Franken, dat het hier gaat om zaken van weinig importantie. Zaken van enig belang of zaken waarvan bekend is, dat er in de Raad verschillend over wordt gedacht of die men discu tabel acht, worden uiteraard niet aangepakt, voordat de Raad heeft beslist. Van de andere kant zijn er gevallen, waarin bijvoorbeeld een aannemer met het werk wil beginnen voor eigen rekening en risico om van het ene terrein te kunnen overspringen naar het andere. Vaak betreft het ook zaken, waarmede de Raad reeds bekend is, bijvoorbeeld door een garantie-verlening, zodat de goed keuring van de Raad impliciet kan worden aangenomen. De heer GQRRISSEN merkt op, dat de Stadspartij bij het College van Burgemees ter en Wethouders dikwijls heeft aangedrongen om vooral vlot te werken en de zaken snel af te doen. Hij is van mening, dat oen en ander reeds is uitgevoerd juist om vlot te werken en nu wordt er een juridisch spelletje van gemaakt door te stellen, dat het formeel nog niet helemaal rond is en wordt er ook het respect voor de Raad bij betrokken. Spreker heeft geen enkel bezwaar tegen de in deze gevallen gevolgd® handelwijze De heer de JAEGER vindt het vreemd, dat de heer Gorrissen er nu de Stadspartij bijhaalt. Onderhavige materie heeft al eerder in de Raad gespeeld. Dikwijls wordt de Stadspartij er pas met de neus opgedrukt, als de zaken helemaal rond zijn. Erger nog, vaak moet spreker zaken "van de straat horen". Dit hoeft toch niet nodig te zijn. Hij vraagt zich af, waarom de voorlichting niet be ter is. Hij kan zich goed indenken, dat de voorzitter van de Stadspartij in dit licht bezien, een erkenning van het Raadlidmaatschap vraagt. De heer A.J. FRANKEN zegt, dat zijn eerste betoog als een opmerking gezien moet worden. Natuurlijk heeft hij meermalen gevraagd, om vooral vlot te wer ken, maar hij heeft nu slechts gevraagd om de voorstellen tijdig aan de Raad voor te laggen; dan is het niet nodig reeds daarvóór met de uitvoering te be ginnen. De heer van LEEUWEN merkt op, dat het betreffende lid van de Stadspartij de Commissievergadering waarschijnlijk niet zal hebben bijgewoond, want anders had hij kunnen weten, dat er op dat moment reeds werd geheid op de grond, waarvan nu voorgesteld wordt deze te verkopen. De heer van KAAM wijst er op hoe lang het kan duren en wat er allemaal moet gebeuren vooraleer de grond feitelijk eigendom is van een bouwer. Soepelheid kan dan naar zijn mening niet gemist worden. De VOORZITTER meent, dat er in de Raad toch nooit verschil van mening over heeft bestaan, dat het gemeentebestuur met enige vlotheid moet kunnen handelen. In alle gemeenten, waarvan men de daadkracht bewondert;, kan in urgente geval len deze vlotte handelwijze geschieden. Men moet daarbij oppassen, dat men niet vooruitloopt op zaken, waarover de Raad verschillend denkt. Bij het werkelijk zaken doen, zoals bijvoorbeeld bij industrievestiging,moet men feitelijk aan tafel kunnen besluiten. Men moet daarin geen gebrek aan re verentie voor de Raad zien. Het betreft meestal zaken van weinig importantie of zaken, waarmede ieder weldehkend mens het in het belang van de gemeente eens is. Deze zaken worden vaak nog in een informele vergadering nader toe gelicht. Naar spreker meent, treft het College van Burgemeester en Wethouders in deze geen enkele blaam. Hij zou er toch nogw&opwillen wijzen, dat veel van de thans gesignaleerde bezwaren voorkomen kunnen worden door aan de Commissie vergaderingen meer inhoud te geven.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1968 | | pagina 179