-23-
16, Voorstel tot het verlenen van een bijdrage in de kosten van een kunstwerk
ten behoeve van het in aanbouw zijnde provinciehuis,
(Dossier nr. 36A).
(Verzameling 1960,nr, 92),
De heer de JAEGER begrijpt de motieven van Burgemeester en Wethouders niet om
dit voorstel voor te leggen. Er zijn niet veel gemeentebesturen, die op het
verzoek van de afdeling Noord-Brabant van de Vereniging van Nederlandse Gemeen
ten zijn ingegaan, In 1s~Hertogenbosch is het voorstel zeer onlangs en ter*
nauwernood doorgekomen;, maar ook daar was men voor een andere decoratie van het
gebouw. Als de gemeentebesturen voortaan bij de Provincie deze toegangsdeur
moeten intrappen zal het wel helemaal een moeilijke zaak worden. Gezien de fi
nanciële omstandigheden van de overheid acht hij het voorgestelde bedrag voor
een kunstwerk voor het provinciehuis bovendien te hoog. Een dergelijke deur
strookt ook niet met het eenvoudige karakter van het gebouw. Om al deze redenen
kan hij zijn stem niet aan het voorstel geven.
De heer LEMETTE heeft bij het lezen van dit voorstel associaties met het Indo
nesië van eertijds gekregen. Toen er in die tijd in Nederland iets duurs werd
gebouwd moesten de Indonesiërs ook bijlappen. Hij is van mening, dat er geen
geld is voor deze luxe. Bovendien acht hij de hele idee provocerend ten opzichte
van de woningzoekenden0
In verband met de opmerkingaavan de heer de Jaeger zegt de heer VAN KAAM dat de
oplossing kan worden gevonden in het beschikbaar stellen van de gevraagde
f 3,850,-- onder voorwaarde, dat aan het gemeentebestuur een sleutel van de
deur beschikbaar wordt gesteld.
De heer GORRISSEN zegt, dat er in zijn fractie weinig bezwaren tegen dit voor
stel bestaan. Wanneer men bereid is een cadeau te geven, dan is het toch alge
meen gebruik dat men dat geeft waarom wordt gevraagd,
De heer RADDER zegt, dat het gebruik is bij de bouw van overheidsgebouwen van
de bouwkosten beschikbaar te stellen voor de decoratie van het gpbouw» Zo goed
als het totale bedrag van de 1 °fo wordt aan de deur besteed, zodat er niet meer
dere kunstenaars bij de versiering van het gebouw kunnen worden betrokken.
Dat is zijn bezwaar tegen het voorstel.
De heer van LEEUWEN is bting, dat de hierop betrekking hebbende begrotingswijzi-
ging door Gedeputeerde Staten niet wordt goedgekeurd, wanneer er geen dekkings
middelen zijn. Hij voelt niets voor het voorstel»
De heer RATSMA zegt, dat het een goede gewoonte is dat wanneer er bij goede rela
ties iets groots gebeurt, men dan een cadeau geeft» Hij vindt het redelijk, dat
een cadeau wordt gegeven waarbij met de wens van de ontvanger rekening wordt
gehouden. Burgemeester en Wethouders zijn zelf niet zo gelukkig met de deur,
In principe is het juist, dat de gemeenten gezamenlijk iets geven. Hij meent
overigens, dat het niet nodig is, dat het gemeentebestuur van Bergen op Zoom een
sleutel van de deur hoeft te krijgen, omdat er reeds een goed entree besta,at bij
het provinciaal bestuur. Daar wordt steeds een willig oor gevonden. De mogelijk'
heden van de provincie zijn weliswaar ook beperkt, maar de verhoudingen zijn
huitengewoon goed. Het zou daarom niet van wijs beleid getuigen het verzoek af
te wijzen.
De VOORZITTER zegt, dat men creatieve kurst niet te gauw als een luxe moet zien.
maar als een levensnoodzaak. Hij vraagt zich af of het economisch verschil maakt
of men werkgelegenheid schept voor kunstenaars of voor niet?kunstenaarsMen
zit hier niet te springen op iedere man en vrouw voor het verdienen van het
dagelijks brood. Er is dus ruimte voor mensen, die zich aan kunst wijden. Deze
mensen moeten ook gelegenheid krijgen om in de gemeenschap te werken, Daarom
is vanuit zuiver economisch standpunt geld, dat is bestemd voor kunst geen zui
vere luxe» Het geld, dat de kunstenaar wordt uitbetaald gaat weer in de kring
loop van de maatschappij en kan gezien worden als een injectie van de overheid
op werkgelegenheidsgebied» Daarom staat in de toelichting van Burgemeester en
Wethouders, dat dit College liever had gezien, dat een kunstobject was voorge
steld met een grotere diepte-investering in het bestaan van de kunstenaar,
want de toegangsdeur is een object waarvan het belangrijkste deel van het be
drag zal gaan in industrieel werk.
De heer RADDER suggereert in het besluit op te nemen, dat het bedrag wordt toe
gekend voor meer kunstwerken ten behoeve van het in aanbouw zijnde provincie
huis
Zoals de toestand nu ligt gelooft de VOORZITTER, dat er de vrijheid is nog in
contact te treden over de keuze van het cadeau, Burgemeester en Wethouders
kunnen tot uitdrukking bréngen, dat de Raad liever een andere decoratie of an
dere decoraties ziet.
De heer NIJPELS vraagt hoofdelijke stemming.