De heer VAD KAAM zegt, dat het vanavond in hoofdzaak gaat om de financiële en
technische kanten» Hij vindt het jammer, dat de hele zaak zo in het vlak van het
sentiment is getrokken» Bij de bezichtiging van de maquette waren de nodige teke
ningen en ook de nodige sonderingsrapporten. Spreker Betreurt, dat men de waarde
van dezesonderingsrapporten in twijfel trekt. Men vraagt zich af of wel op de
juiste wijze gesondeerd is. Voor bouwtechnici hebben sonderingsrapporten dezelfde
waardeals een accountantsrapport voor een boekhouder. Men heeft beweerd, dat de
sonderingen zijn verricht met een te kleine apparatuur, maar de hoogte van de
stelling is niet bepalend.
Er is ook gesproken over het afvoeren van zand over de brug van het Ravelijn maar
spreker vraagt zich af of dat niet aan de aannemer overgelaten kan worden.
Kaar zijn mening zou die afvoer ook kunnen geschieden met een kabelbaandat is
een zaak van de aannemer.
Het vergelijken van m3~Prijzen is volgens hem slechts mogelijk bij gelijkwaardige
grootheden. Misschien zou men dat kunnen doen met een nieuw ziekenhuis in Bergen
op Zoom en een nieuw ziekenhuis in Roosendaal,
Naar zijn mening is een muziekschool goedkoper te bouwen in het Ravelijn dan op
welke plaats ook, omdat JQffo van de gevellengte in de grond kan worden ingebouwd
en dus van een zeer eenvoudige constructie kan zijna
Op een andere plaats moet men 100^ van de gavellen, te in schoon werk .optrekken.»
Volgens het referendum heeft ^Qffo van de bevolking zich uitgesproken tegen een
muziekschool in heo Ravelijn, maar het Ravelijn is alleen bij de Bergenaren aan
de buitenkant bekend» Spreker durft te zeggen dat 85^0 van de bevolking nog nooit
in net Ravelijn is geweest,, Hij heeft het idee, dat als er een muziekschool wordt
gebouwdj het Ravelijn ook aan de binnenkant zal worden bezien.
Wanneer men van Bergen op Zoom iets wil maken, dan moet men de oude gebouwen, die
er zijn, uiterlijk ongeschonden bewaren, maar praktisch geschikt maken voor de
bevolking. Met het Markiezenhof is men op de goede weg en misschien is de Ge
vangenpoort een pracht gelegenheid voor de V„V,V», terwijl er onder het stadhuis
een Raadskelder zou kunnen komen, hetgeen technisch zeer wel mogelijk is.
De heer BIESHEUVEL merkt op, dat er, 11a alles wat besproken is, voor hem weinig
overschiet. Met de mening van de heren (lorrissen en van Kaam, dat de bouw in het
Ravelijn goedkoper is, kan hij het echt niet eens zijn. Hij vreest, dat er na
1 a 2 jaar een hele post bijkomt.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij het financiële gedeelte wil overlaten aan de
heer Ratsma en het bouwtechnisch gedeelte aan de heer Leijs, indien nodig geassi
steerd door de heer Fledderus»
De VOORZITTER antwoordt de heer de Jaeger, dat de Minister met haar brief, waar
in werd medegedeeld, dat niet het oude overdrachtscontract zou worden gehanteerd,
de mogelijkheid van bebouwing van het Ravelijk openliet. De mogelijkheid van be-
bouwing zou .zij toetsen aan haar monumentenbeleid en niet aan het oude servituut,.
Volgens het oude servituut had de Minister zonder meer kunnen stellen, dat het
Ravelijn onbebouwd moet blijven. Zij heeft dat niet gedaan, omdat het servituut
gevestigd in in een tijd, waarin er nog geen Monumentenwet was om het Ravelijn
een bepaalde bescherming te geven. Nu is men 40 jaar verder, waarin het monumen
tenbeleid zich heeft ontwikkeld en de Minister wil nu haar standpunt aan de hand
van dat beleid bepalen» Het idee om de muziekschool in de kazerne op de Koren
markt onder te brengen, in een andere school of een vrijkomend groot herenhuis
is ook reeds in de Commissie besproken,. Spreker vindt dit goed geld naar kwaad
geld gooien, o/mdat men zeer grote kosten krijgt voor half of zelfs een kwart
werk. Een muziekschool stelt zeer speciale eisen zoals bijvoorbeeld kleinere cel
len voor privé - instrumentaal onderricht, In grotere lokaliteiten krijgt men veel
onrendabele ruimten en dit is dezelfde reden waarom de muziekschool niet in het
Markiezenhof kan worden ondergebracht» Dit bezwaar geldt ook voor de kazerne op
de Korenmarkt of een groot herenhuis»
Men moet dan grote kosten maken, die toch maar gedurende zeer korte tijd deze
muziekschool waardig zijn.
Op de gemeentelijke muziekschool is het algemeen vormend muziekonderwijs, waaraan
vooral de jongeren deelnemen, gedecentraliseerd over de lagere scholen in de
stad. Destijds is besloten, dat het algemeen vormend muziekonderwijs aan de
jongeren op verschillende plaatsen in de stad zou worden gegeven en wel om twee
redenen. In de eerste plaats ontvangen de leerlingen het onderwijs dichter bij
huis en behoeven ze geen grote afstanden af te leggen, en in de tweede plaats zou
men een conservatorium moeten bouwen om aan het grote aantal leerlingen algemeen
vormend muziekonderwijs centraal in één gebouw te kunnen geven. Dit laatste vergt
een gebouw met een groot aantal lokalen, die voor het grootste gedeelte van de
dag onbezet zijn. Vandaar dat de lagere scholen zijn ingeschakeld bij het alge
meen vormend muziekonderwijs. Dit gebeurt ook bij de dependances,
De leerlingen, die een muziekschool in het Ravelijn zullen bezoeken voor privé-
onderwijs, komen in kleine aantallen tegelijk en zijn al wat ouder, zodat onge
lukken door stoeipartijen e.d. niet als een al te groot gevaar gezien moet wor
den