De overheid heeft wei gezegd, dat zij het bedrijfsleven niet wil voorgaan in salarisverhogingen, maar het heeft er alle schijn van, dat dit als rem bedoeld is. Toch heeft spreker in de laatste vergadering van het Georganiseerd Overleg een klein succesje geboekt, omdat het opnemen van jonge werknemers in een leerlingstelsel op de agenda voor de volgende vergaderingzal worden ge plaatst. Spreker vraagt zich wel af, wanneer men er dan iets van zal horen. De aan de orde zijnde salarisverordening heeft niet de instemming kunnen ver krijgen van de centrale organisatie en ook plaatselijk was men er unaniem tegen. De vier Raadsleden, die in het Georganiseerd Overleg zitting hebben, waren van mening, dat hunnerzijds een motie ingediend zou moeten worden om ten aanzien van deze salarisherziening toch iets meer te bereiken. Dat dit niet gebeurt, komt, omdat vandaag via de radio is medegedeeld, dat in een nieuw overleg tussen de Llinister van Binnenlandse Zaken en de centrales voor het overheidspersoneel overeenstemming is bereikt om de 2'/o te verhogen tot 3-2 1°> Spreker zou in eerste instantie aan het College van Burgemeester en Wethouders willen vragen of het niet mogelijk is, dat het voorstel wordt gewijzigd in dier voege, dat 2c/o wordt gewijzigd in 3"g" c/°" De Heer BROOS begrijpt, dat er een mineurstemming heerst over de algemene salarisvoorwaarden, die voor ambtenaren gelden en ook hij is min of meer teleur gesteld, want ook spreker vindt deze 2c/o plus de trend over 19^7 van j aan de"magere"kanttemeer als men ziet, dat in het bedrijfsleven de verhogingen belangrijk groter waren. Het voorstel, zoals het nu is, behelst een verhoging van 2/o ingaande 1 janu ari I968. Spreker gelooft niet, dat er van de zijde van het College^van Bur gemeester en Wethouders bezwaar bestaat om in verband met de hedenmiddag be reikte overeenstemming, indien daarover een schriftelijke bevestiging is inge komen, de verhoging tot jfé/o bij voorschot te doen uitbetalen en later komt dan wel de formele vaststelling daarvan door de Raad, De Heer VAH KAAM stelt voor nu te besluiten om ingaande 1 januari 1968 naast de verhoging van 2fo een voorschot te verlenen van 1"g/i. De Heer BROOS meent, dat hij toch duidelijk gezegd heeft, dat, zodra de schriftelijke bevestiging komt over de verhoging tot 3^/0, er geen enkel be zwaar bestaat om dit percentage over te nemen en dit met terugwerkende kracht tot 1 januari 1968 uit te betalen. Die schriftelijke 'bevestiging moet echter wel eerst ontvangen zijn en dat kan mogelijk volgende week al zijn. De Heer VAH KAAM merkt op, dat er ook in september en november wel salarisvoor stellen zijn behandeld. Zolang wil hij niet wachten; dat duurt hem te lang. De VOORZITTER zegt, dat de bedragen dan al lang bij voorschot zijn uitbetaald en dat de formele vaststelling van een salarisverordening naderhand geschiedt. De betreffende verhoging van 2c/o is ook reeds uitbetaald. De Heer VAH KAAM meent, dat er geen mededeling is ontvangen om deze 2c/o bij voorschot uit te betalen, maar dat het slechts oogluikend wordt toegestaan. De Heer BROOS zegt, dat de 2c/b voor de rijksoverheid geldt en dat de Minister aan de gemeente-besturen heeft verzocht deze regeling van overeenkomstige toepassing te verklaren.Dat was in een brief van 29 december 1967. Zodra dit bekend was, is opdracht gegeven omvooruitlopend op het besluit van de Raad, de 2F/o met terugwerkende kracht tot 1 januari 1968 uit te betalen. Dit zelfde zal nu weer gaan gebeuren met de verhoging tot 3-2fh. Dit is ,naar spreker meentprecies wat de Heer van Kaam wil bereiken. De Heer van Kaam handhaaft zijn voorstel om met terugwerkende kracht 1 januari 1968 naast de verhoging van 2<fo een voorschot te verlenen van 1-g^-o. De VOORZITTER merkt op, dat ,als het bericht over de hedenmiddag bereikte over eenstemming inzake de 3"ir Qi° juist is, het College van Burgemeester en Wethou ders de resterende inderdaad bij voorschot zal uitbetalen. Haar zijn mening heeft stemmen hierover geen zin. De Heer BROOS zegt het voorstel van de Heer van Kaam over te nemen, zodat naar zijn mening stemmen nok niet nodig is. Het voorstel van de Heer van Kaam overgenomen door Burgemeester en Wethou ders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 6. Voorstel tot wijziging van artikel 6 van de Algemene Salarisverordening 1966(minimum-loon) met ingang van 1 januari 19é8(8e wijziging). (Dossier nr.24F) (Verzameling 1968,nr. 4"0

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1968 | | pagina 117