ee«1 Secretariaat van de Arbeid van de Afdeling Bergen op Zoon van het
Nederlands Katholiek Vakverbond te Bergen op Zoom, Eergen op Zoom
12 februari 1968, ru.19
Verzoek om bemiddeling te villen verlenen om de bewoner van de gemeen
tewoning Pinksterbloemstraat 4 alsnog in het bezit te stellen van de
vereiste bouwvergunning en een ontheffing -ingevolge de gesloten huur
overeenkomst voor het hebben van een bijbouwsel bij die woning,
en
2, Burgemeester en Wethouders van Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 8 maart
1968, afdeling IIB, nr. 47/545A,
Nota naar aanleiding van het hiervoor bedoeld verzoek.
Voorgesteld wordt adressant te berichten conform concept-brief nr.48/345A
De Heer DE JAEGER heeft er begrip voor, dat het College zich niet bij deze
zaak neerlegt, gezien de wijze van totstandkoming van het bijbouwsel,
maar hij vraagt zich af of het niet mogelijk is - gezien de kosten, welke
de bewoner van het pand heeft gemaakt - dat deze kwestie zowel tot tevreden
heid van Burgemeester en Wethouders als tot tevredenheid van de bewoner
wordt opgelost,Dit zou kunnen door de schuifdeuren terug te plaatsen in de
woning en andere schuifdeuren in het bijbouwsel te plaatsen. Hij acht de mo
tieven welke de bewoner heeft voor het maken van een bijbouwsel redelijk.
De Heer GORRISSEN heeft de indruk., dat Burgemeester en Wethouders terzake
meer een juridisch dan een soepel standpunt hebben ingenomen, Hij zegt, dat
de bewoner het tussenschot van de kamer niet als schuifdeur voor het bijbouw
sel heeft gebruikt. De behoefte aan dit soort voorzieningen, die een groter
woongenot betekenen, neemt toe, In veel gevallen zijn dergelijke bijbouwsels
tot stand gebracht. Gezien deze grote behoefte daaraan vraagt hij zich af
of het geen aanbeveling verdient, dat wordt gesanctionneerd, dat in dergelij
ke gevallenran de voorschriften wordt afgeweken, indien dit althans geen moei
lijkheden veroorzaakt. Hij vraagt of in dit soort gevallen de Dienst Gemeen
te-werken - evenals bij volières en duivenhokken - een voorbeeld kan ver
strekken van een bijbouwsel, waarvoor met betrachting van enige soepelheid
een bouwvergunning kam worden verstrekt? uit de aard der zaak indien geen
overlast wordt veroorzaakt. Hij kan zich overigens niet voorstellen, dat al
le bijbouwsels van deze aard, welke in de buitenwijken van de stad staan,
illegaal tot stand zijn gebracht, want er zijn er bij, die al verschillende
jaren bestaan.
De Heer LEIJS zegt, dat-Burgemeester en Wethouders inderdaad in het verleden
hebben toegezegd, dat in kwesties als deze soepel zou worden opgetreden.Hij
meent, dat men daar niets van terug behoeft te: nemen. Onder soepelheid is ech
ter niet te verstaan, dat alles zou mogen.
Onder deze soepelheid valt vooral het verlenen van ontheffingen van bepaling
en van het huurcontract, wanneer het gaat om de bouw van losse schuurtjes,
kippenhokken,volièresenzovoortsMedewerking aan plannen kan echter uit de
aard der zaak niet verleend worden, wanneer deze plannen totaal in strijd
zijn met de bouwverordening.Hem lijkt een openbare Raadsvergadering overi
gens geen juiste gelegenheid om te suggereren bepaalde bepalingen van deze
verordening te ontduiken. Volgens de Woningwet moet een bouwvergunning wor
den geweigerd, indien'het plan in strijd is met de bouwverordening of met een
bestemmingsplan. Derhalve kan in het onderhavige geval geen vergunning worden
verleend, omdat het bouwsel in strijd is met de bouwverordening en met het
bestemmingsplan, dat voor dat stadsdeel geldt. Volgens de bouwverordening
moeten de ramen van de keuken in een buitenmuur staan.
Doordat het bijbouwsel tussen schuur en keuken is afgesloten, is dit niet
het geval, zodat niet rechtstreeks licht en lucht tot de keuken kan toe
treden. Ontheffing van deze bepaling is niet mogelijk. Overigens voldoet
het bijbouwsel niet aan de eisen, welke daaraan uit het oogpunt van welstand wor
den gesteld, lien kan over dit laatste wel verschillend oordelen, maar wan
neer in dit geval tegemoet wordt gekomen aan de verlangens van de bewoner,
dan staat binnenkort dezo.go hele buurt vol met dit soort bijbouwsels en dat
zou een aanfluiting zijn voor deze overigens fraaie stadswijk.De heer Gor-
rissen antwoordt hij, dat hij niet weet of alle bijbouwsels in de buitenwij
ken, die de heer Gorrissen bedoelt, legaal of illegaal tot stand zijn ge
bracht. Hij zal dit nagaan. Hij ontraadt op het verzoek in te gaan, omdat de
consequenties, die daaruit voortvloeien, niet zijn te overzien.