De heer BROOS zegt,dat de Bewering van de heer A„J«Franken,dat de Stedelijke
Raad voor Maatschappelijk Opbouwwerk geen bestaansrecht zou hebben,eigenlijk
wordt weerlegd door de opmerkingen van de heer Radder,die de bespreking heeft
meegemaaktwaar spreker zo juist op doelde en waarin de Directeur van Gemeente
werken een voordracht met lichtbeelden heeft gehouden over de problematiek van
de stadssanering»Dat de heer A.J.Franken voor die vergadering niet is uitgeno
digd, is voor spreker een raadselj niet alleen de leden van de Stedelijke Raad
voor Maatschappelijk Opbouwwerk waren uitgenodigd,maar ook nog tal van andere
personenipdie- rechtstreeks met deze problematiek te maken hebben.
V/at door de heer A.JFranken uit het jaarvehslag van het I.S.C.C.is voorgelezen,
is spreker bekend,maar wat daar gesteld is,is niet juist.
Er is wel degelijk een rijkssubsidie beschikbaar gesteld om te komen tot de op
richting van die welzijnstichting,Het Ministerie wil zelfs zo ver gaan,dat het
80fo van de totale kosten voor zijn. rekening neemt.De ontbrekende 2Otfo zouden
gedragen moeten worden door de zes deelnemende gemeenten en daar is de zaak nu
juist op gestrand,De moeilijkheid was,dat de gemeentebesturen niet van het nut
van een dergelijke instelling overtuigd waren en dat zij meenden ,dat kon worden
volstaan met die activiteiten, die er in die gemeenten al gaande zijn,
Ten aanzien van de coördinatie dacht spreker,dat gezien hetgeen hij aangeroerd
heeft, die er toch wel was.-Zo heeft hij als voorzitter van de Stedelijke Raad
voor Maatschappelijk Opbouwwerk het initiatief genomen om met betrekking tot het
wijk- en buurthuiswerk de drie organen bij elkaar te brengen,Er is ook een rap
port uitgebracht -reeds voordat de heer A.J,Franken Raadslid was- over de vraag
welke de beste wijze was om tot fusering te komen en naar aanleiding van dit rap
port zijn de vereiste stappen ondernomen om tot het gewenste resultaat te komen,
ook hier kon een an ander om financiële redenen niet gerealiseerd worden.
Spreker geeft graag toe,dat de Stedelijke Raad voor Maatschappelijk Opbouwwerk
niet zo zeer naar buiten optreedtmaar er wordt toch wel gewerkt en de heer
Ratsma,dLe vice-voorzitter is en spreker enkele malen bij besprekingen heeft
geassisteerd,zal dat kunnen beamen.
De heer A.J.FRANKER zegt te mogen aannemen,dat men op niet al te lange termijn
toch nog eens iets van deze Stedelijke Raad zal horen.
De heer BROOS antwoordtdat dan ook zeker de heer Franken zal worden uitgenodigd.
Spreker zegt voorts nog,dat er aaar wegen gezocht wordt om bij voorbeeld een so
ciaal bureau of een socioloog in te schakelen,zoals de heer Radder heeft voorge
steld, maar de vraag op welke manier dat kan geschieden, maakt nog een punt van de
bespreking uit.
UITGAVEN CAMPIIG "DE HEIDE".
De heer van der WEEGEN zegt, naar aanleiding van vraag 43, "verheugd te zijn met de
bereidheid van Burgemeester en Wethouders om te onderzoeken of exploitatie van
de camping "de Heide" door derden wenselijk is „Hij ziet ook niet in,.wat er
tegen zou zijn.
De heer van HEIJST zegt„dat de camping een belangrijk deel uitmaakt van het recre
atiegebied.Er dienen dus goede waarborgen te zijn,dat deze camping ia tact wordt
gehouden.Dat geeft nogal wat problemen.Burgemeester en Wethouders zijn er nog
niet helemaal uit,welke voorwaarden aan derden gesteld zouden moeten worden in
het belang van een verantwoorde exploitatie„Het College is in elk geval bereid
in de volgende maanden te onderzoeken hoe het mogelijk zal zijn de exploitatie
uit handen te geven.Dat betekent dus niet,dat het al vast staat,dat dit door zal
gaan.Er zijn ook omstandigheden,die er tegen pleiten.Voór-en nadelen zullen tegen
elkaar moeten worden afgewogen,
"RESERVE VOOR NADER AAN TE WIJZER SOCIALE DOELEINDEN".
In verband met vraag 46 merkt mevrouw VIDELER op,dat de gemeente tengevolge van
de opheffing van ]get stads-wees-en arnkinderhuis in het bezit is gekomen van
f130.000waarvan de opbrengst bestemd zou moeten worden voor nader aan te
wijzen sociale doeleinden.Tot op heden is er echter nog geen doel bekend,waar
voor de opbrengst van dit geld zou kunnen worden aangewend.Zij meent,dat er in de
de stad nog genoeg problemen bestaan,die onopgelost zijn en waarvoor dit geld
mogelijk zou kunnen worden gebruiktZij denkt in dit verband aan het dienstencentra
trum voor bejaarden.Mogelijk zouden dan de plannen in deze richting kunnen wor
den bespoedigd.
De heer BROOS geeft toe,dat er nog geen concrete plannen zijn om een bestemming
te geven aan de opbrengst van f,130000,--„Mogelijk kan deze opbrengst of een
deel daarvan worden aangewend volgens de suggestie van mevrouw Videler-?h'aar mis_
schien is het ook wel goed even of te wachten wat de "Maatschappelijke Fundatie van
Bergen op Zoom" gaat doen,voo.ro.leer een bestemming aan de opbrengst van bedoeld
kapitaal wordt gegeven.
De VOORZITTER merkt nog op,:do„t initiatieven van particulieren voor dit soort
dingen altijd welkom zijn.