7 rm
20,Yoorstel om aan het "bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk
Onderwijs te Bergen op Zoom medewerking te verlenen voor het vervangen van
het sluitwerk van de toiletten in de prot.chr.school voor g.l.o.Kastanje
laan 121 o
(Dossier nr. 209 h).
(Verzameling 19^7# nr. 7)°
De heer GORRISSEN zegt niet tegen dit voorstel te zijn, maar er is uit zijn
fractie crxtiek gekomen tegen de wijze waarop deze zaak hier naar voren wordt
gebracht. Zij zijn van mening, dat dergelijke voorstellen,dergelijke verzoeken
van scholen, waarbij het om betrekkelijk kleine bedragen gaat, welke feite
lijk meer in de exploitatie-sfeer liggen dan in de sfeer van de kapitaal-inves
tering, niet juist zijn. Spreker wil er thans niet lang over praten,maar hij
wil er de volgende maand, wanneer de onderwijsvergoedingen aan de orde komen,
toch nog wel nader op ingaan.
De heer van KAAM zegt,dat door aanvrager wordt aangevoerd,dat de toiletruimten
in de school niet doeltreffend kunnen worden afgesloten» Hij vraagt zich af of
hang- en sluitwerk, dat bij scholen en openbare gebouwen gebruikt moet worden,
niet aan een bepaalde keuring wordt onderworpen, "en",vraagt hij, "is deze
bij de onderhavige school dan niet onvoldoende geweest?" Als het in deze richting
kan worden gebracht, dan zou men de architect in bepaalde mate aansprakelijk
moeten stellen. Als een school 4 5 jaar in gebruik is,dan is het toch te
gek om te moeten constateren, dat een bepaalde sluitingsapparatuur onvoldoende
is of dat deze gebrekkig is» Spreker zou willen weten of men ook in deze
richting heeft gedacht»
De heer van HEIJST zou in antwoord aan de heer Gorrissen kunnen mededelen,dat
het inderdaad juist is, dat in enkele gemeenten de gewoonte bestaat om aan
vragen van deze soort feitelijk niet in behandeling te nemen, "maar",zegt hij,
"men heeft toch ook van mij gehoord bij de behandeling van het bedrag per leer
ling, dat de dekking van de uitgaven voor het onderwijs uitsluitend via de uit
kering ex artikel 101 der Lager-Onderwijswet 1920 niet helemaal vrij is van on
billijkheden vooral voor scholen welke onder moeilijke omstandigheden moeten
werken"oSpreker meent reeds enige malen betoogd te hebben, dat enige "bijsturing"
met behulp van artikel 72 der Lager-Onderwijswet 1920ii enkele gevallen nood
zakelijk kan zijn» Spreker is er echter ook van overtuigd, dat niet alleen de
Raad, maar ook de schoolbesturen deze aanvragen liever achterwege zouden laten»
Dat is ook nog gebleken bij de besprekingen welke momenteel met de schoolbesturen
plaats hebben om te komen tot het nieuwe bedrag per leerling voor het jaar 1967a
Bij de laatste bespreking op 20 januari j.l. hebben alle schoolbesturen zich
bereid verklaard om bij een verdere verhoging van het bedrag per leerling niet
meer te komen met aanvragen ex artikel 72 der Lager-Onderwijswet 1920 voor kleine
bedragenvoor bedragen, welke gedeeltelijk in de onderhoudssfeer vallen»
De Raad moet zich echter wel realiseren,datjuridisch gezien,deze aanvrage in
orde is.Als het tot een beroep bij een hogere instantie zou komen, nadat de
Raad dit zou hebben afgewezen, dan zou de gemeente dit verliezen»
Spreker meent, dat een andere gedragslijn slechts bereikbaar is door een goede
onderlinge afspraak en hij heeft de ervaring uit besprekingen, welke hebben
plaats gehad, dat dit ook in Bergen op Zoom mogelijk zal zijn.
Tot de heer van Kaam zou spreker willen zeggen, dat de school langer dan 5 jaar
bestaat| hij weet niet precies hoe lang,maar hij heeft de idee van eerder 10
jaar dan 5 jaar» Op deze deuren zitten echter kennelijk een soort loopsloten en
er moeten andere sloten op, om van binnenuit gesloten te kunnen worden» In het
verleden is dat niet het geval geweest! waarschijnlijk met opzet,met het oog op
het toezicht» Dat men tot een ander inzicht komt, heeft niets te maken met de
kwaliteit van de aangebrachte sloten.
De heer van KAAM is het niet met de Wethouder eens, dat men daar voor de toilet
ruimten loopsloten zou hebben aangebracht» Hij weet toevallig iets van die dings».
af,maar hij meent,dat het niet is zoals de Wethouder het bedoelt.Geen enkele
architect zal het in zijn hoofd halen om daar loopsloten aan te brengen,maar hij
kan zich wel indenken, dat men sloten laat aanbrengen welke van binnenuit ge
sloten worden en van buitenaf geopend kunnen worden, Hij moet constateren,dat
wanneer door een architect voorgeschreven is"lmopsloten"daaruit wel blijkt,
dat de titel van "architect" niet gedekt is,want de man heeft dan een titel
welke hij niet waardig draagt»
De heer NOORMAN merkt op,dat de Wethouder heeft gezegd; "Dit geval valt onder
artikel J2 der Lager-Onderwijswet 1920" en dat hij anderzijds toch wel meent,
dat er enige twijfel over bestaat of het wel zo is en dat dit zou vallen
onder de gewone onderhoudskosten, welke uit het bedrag per leerling moeten
worden bestreden» In het Burgerlijk Wetboek staat ten aanzien van huren in het
algemeen bepaald,dat bij woningen dergelijke reparatieszoals sloten aan deuren
en ramen en wat dies meer zij, voor rekening van de huurder komen,zodat deze