-18-
Voor de grijze monotone achtergrond van de kerk heeft men contrasten gezoEht.
men had naar een vergelijking kunnen zoeken, maar ook naar contrasten tegen
de grijze wand. 6
Ais men in de Raadszaal kijkt, dan ziet men tussen de stoelen waarin mannen
zitten één zetel, één stoel welke er "uitspringt" n.1de stoel met Mevrouw
viaeler, welke een veel charmanter aanzien biedt.
De heer NIJPELS zegt, daymen hier "gekheid" &aat maken. Hij kan best een
grapje verdragen, maar hij meent te weten, dat de heer Radder een culturele
inslag heeft. Eertijds, toen de stenen tuin werd geprojecteerd, was het moei
lijk om overeenstemming te krijgen met "Monumentenzorg" en toen is gezegds
Men moet wel iets doen met een stenen tuin en ervoor zorgen, dat men daarmee
een passende aansluiting krijgt met de kerk van "Monumentenzorg" i'
Nu krijgt men als antwoords "We vinden iet aesthetisch"terwijl een aantal
banken m schrillekleuren erin is geplaatst. Men kan "gekheid" maken, maar men
moe ez,e zaak serieus bekijken. Als men zo'n nietszeggend antwoord krijgt,voelt
men, dat men als Raadslid "in de maling wordt genomen".
„Onderhoud van muziektenten, speeltuinen en kinderbewaarn1aatsen
Vraag 72.
De heer de JAEGER zou graag willen vernemen hoe het College het heeft bekeken
om op het Klaproosplein de kinderspeelplaats te combineren met een parkeer
terrein. Zoals hij het bekijkt, wordt een dergelijke combinatie wel gevaar
lijk voor de speelgelegenheid voor kinderen, Als het een en ander gecombineerd
wordt, dan meent hij, dat er werkelijk gevaar in schuilt. Er heerst een deso
late toestand op dat plein en spreker zou het College in overweging willen
geven om er een betere kinderspeelgelegenheid te projecteren. Zoals het er
hier bij ligt, kan het niet door de beugel.
De heer van HEIJST meent, dat niet zo stringent moet worden gesteld,dat een
parkeerterrein en een speelterrein vlak bij elkaar niet te combineren zijn.
Spreker weet niet of de combinatie per se zal moeten worden uitgevoerd; er
staat namelijk; een eventuele combinatie met een speelterrein. Hij moet het
bekijken en hij zal er ook voor zorgen, dat hij advies erover verkrijgt.
In principe meent spreker, dat een tweeledig gebruik, mits het een en ander
goed van elkaar gescheiden is, niet moet worden uitgesloten.
Uitgaven in verband met bosbezitterreinen etc.in hoofdzaak bestemd voor
recreatie. Vraag JA.
De heer NOORMAN zegt, dat uit het antwoord op deze vraag blijkt, dat het tracé
voor de Oostelijke Rondweg vaststaat en dat, in dit tracé geprojecteerd,Ruyters~
ove niet geschikt is voor motel of wat dies meer zij. Spreker meent, dat er van
particuliere zijde belangstelling bestond voor Ruytershove, om er iets van te
maken; een hotel, een restaurant, een motel, of wat dan ook. Nu leest hij in
het antwoord van Burgemeester en Wethouders dat dit niet mogelijk is en dat
spijt hem zeer.
Spreker dacht namelijk, dat een dergelijke vestiging in deze gemeente erg wei-
om zou zijn en dit is daartoe een zeer geëigende plaats, Spreker zou graag
zien, dat deze zaak zo spoedig mogelijk in de Commissie voor openbare werken
an worden behandeld, waar men kennis ervan zou kunnen nemen en eveneens in
e Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, welke is ingesteld om dergelijke
zaken onder ogen te zien. Hij vindt het een "bittere zaak" om hiervan te moe
ten afzien.
De heer RATSMA zegt, datmen bet wel in de Commissie wel kan bekijken,maar dat men
oc gegadigden ervoor moet vinden. Spreker kan wel mededelen,dat men in de
oop van het jaar met een serieuze gegadigde voor een motel onderhandeld
eefo en dat deze Ruytershove daarvoor graag had willen bestemmen. Dit is
echter op te grote bezwaren gestuit en de conclusie was;"geen interesse",
e zaak "motel" is daarmede echter niet van de baan; er worden nog onderhande
lingen gevoerd. De conclusie is echter,dat men met deze Rondweg,zoals deze is
geprojecteerd, weinig interesse ervoor zal hebben om dit pand voor motel te
estemmen. De wenselijkheid van een dergelijk gebouw in Bergen op Zoom is
zonder meer duidelijk en er wordt onderzocht in welke vorm daaraan tegemoet
kan worden gekomen.
De VOORZITTER neemt aan,dat het de bedoeling is om deze aangelegenheid ook te
aten behandelen door de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening,
angezien niemand het woord verlangt over de verdere punten sluit de VOORZITTER
e beraadslagingen over de begroting en stelt hij aan de orde;
3. Voorstel tot heffing van 2.50 opcenten op de hoofdsom der personele belas
ting over het belastingjaar 1967/1968.
(Dossier nr. 112C).
(Verzameling 1966,nr. 2Q?).
Under beraadslaging en zo."nder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
rs e van Burgemeester en Wethouders besloten.