1
31 NRT 19(7
jfps
i Behandeld to de Raadsvergadering
GEMEENTERAAD YAH BERGEN OP ZOOM.
BERDE VERGADERING
Vrijdag, 13 januari 1967, de® namiddags om 8,00 uur.
Voorzitter de heer M.F,Broos.
Aanwezigs Mevrouw V.M.M.Videler-Kil en de heren M.F.Broos,C.Biesheuvel,V.C.A,
VerhoevenPAGorrissenAM, JSegersPRatsmaAJFranken, Jo3 de
Jaeger,J.van Leeuwen,W.C.Franken,D.Nuijten,E.Noorman,Drs.P.G.M.van Heijst,D.Leijs,
D.Jj.Eijpels,G„A.Lemette,P.Brouwer,N.A,van Kaam,LC,M.Radder,en
J.H.Houg»
Afwezig met kennisgeving! De Burgemeester, Drs.L.J.M.van de Laar dn de heren
Drs. li.J.Berger en W.F.M.van Egeraat.
S-ecretarisde heer Mr.J.C.A.F.Kuijpers.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en deelt mede, dat bericht van
verhindering is ingekomen van de heren Berger en van Egeraat. Hij merkt daar
na op, at de Raad thans staat voor de aanvang van de derde ronde van de begro
tingsbehandeling 1967 en dat een uitgebreide agenda moet worden afgewerkt van
nog 4 punten. Als men gedwongen zou zijn om nog een vierde vergadering te
beleggen, dan zullen de kosten van behandeling minstens met een derde gedeelte
stijgen en daarvoor zou hij willen waarschuwen.
Hij stelt vervolgens aan de orde vraag 05. Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen.
De heer NOORMAN merkt op,dat het antwoord op deze vraag een voor hem belangrijke
zaak toch wel in het duister laat. Het zal het College bekend zijn,veronderstelt
spreker, dat de huisvesting van de Rijks H.B.S. veel te klein is? te klein door
een normale groei. Deze school is al jarenlang te klein en men weet misschien
ook, dat daarover in de Kamer meermalen vragen zijn gesteld. De Minister van
n erwijs, en Wetenschappen is ook tot de erkenning gekomen, dat deze school
te klem is en dat er op korte termijn iets moet gebeuren. In 1965 heeft de Mi
nister^ van Onderwijs-en Wetenschappen laten weten, dat ten behoeve van het
onderwijs drie noodlokalen zouden morden gebouwd,met de toezegging,dat deze lo
kalen in september 1966 gereed zouden zijn.
"Inmiddels is september 1966 al lang gepasseerd? we zijn nu in 1967 en deze
noodlokalen staan er nog niet". Men zal zich kunnen voorstellen, dat zowel
voor de ouders als voor de docenten van deze school deze kant van de zaak zeer
teleurstellend is. Eerst grote vreugde over de beslist noodzakelijke verbetering
van de outillage van deze school en daarna teleurstelling, omdat, om welke reden
°0k-en ondanks de "toezegging van de Minister, dat de lokalen in september
j 5 dS aanvanë van llet schooljaar,gereed zouden zijn, er tot nu toe niets
gedaan is,
Het is bekend, dat het Rijk aan de gemeente heeft gevraagd om een terrein be
schikbaar te stellen aan de Wester Boulevard voor de bouw van deze noodlokalen.
lijkens het antwoord op zijn vraag wordt er nog steeds onderhandeld. Spreker
egrijpt niet waarom deze zaak, waarover toch feitelijk op korte termijn beslist
ad kunnen wordenden die bij een tijdiger beslissing geleid zou hebben tot een
e ere xunctionering van de schoolgestagneerd is» Hij zou graag opening van
zaken willen hebben.
De heer van HmIJST meent, dat het niet zo moeilijk is om de heer Boorman opening
van zaken te geven» Dat de huisvesting van de Rijks H.B.S. een groot probleem is,
is al enige tijd bekend. Dat is reeds gerapporteerd door de Commissie van Toe
zie op het Middelbaar Onderwijs. "Het is ook bekend uit de jaarcijfers,welke
we oegestuurd krijgen omtrent de bezetting met het aantal leerlingen". Het is
dus ook logisch, meent spreker, dat gestreefd wordt naar uitbreiding van plaats
ruimte. Het gemeentebestuur is echter pas op 27 april- 1966 voor de eerste keer
oor de Rijksgebouwendienst op de hoogte gesteld van de plannen om te komen tot
e ^stichten van drie noodlokalen. De Burgemeester heeft in verband daarmede
m juni 1966 een bezoek afgelegd bij Staatssecretaris Grosheide, waarbij ook
spreker aanwezig is geweest en op 17 juni 1966 was er een volledig accoord
over hetgeen er moest gebeuren. Dat is ook schriftelijk bevestigd.Er was van de
zijde van het gemeentebestuur geen enkele moeilijkheid meer.
Burgemeester en Wethouders hadden dus de zaak snel bekeken en waren ook snel tot
een bepaald standpunt gekomen. Op dat moment leek het erop, dat spoedig tot de
bouw zou kunnen worden overgegaan.