-27-
Spreker meent, dat men dus in zoverre realist moet zijn, dat men weet dat het
op dit moment geen eenvoudige zaak is om van het contingent dat de gemeente
toegewezen wordt, nu al een deel af te nemen voor bëjaardenwoningenHet zou
betekenen, dat het totaal aantal te bouwen woningen nog al wat minder zou zijn,
want met complexen van 30 a 40 woningen zijn geen arbeidsbesparende methoden
toe te passen. Dat moeten complexen zijn van 200 a 300 woningen. Het contingent
over 1967 is nog steeds niet bekend, wij weten nog niet wat wij ervan krijgen.
Het gaat echter niet op om het grote plan van 576 woningen, waartoe vorig jaar
is besloten, maar dat 0111 bekende redenen nog geen goedkeuring kon verkrijgen,
zonder meer weg te laten schuiven onder het motief "Er komt toch niets meer
van". Zo ver is men nog niet. Er zijn op het ogenblik onderhandelingen gaande
om te bezien wat men hieraan zou kunnen doen, Wanneer in de plannen wijziging
moet worden gebracht, zal men er mede terug in de Raad komen om na te gaan wat
men eraan kan doen. Om Bergen op Zoom ook voor de te vestigen industrieën aan
vaardbaar te maken, zal men woningen moeten kunnen aanbieden. Dat is geen ge
makkelijke taak. Maar, onder de huidige omstandigheden kan men moeilijk zeg
gen neem een deel van het contingent af om bejaardenwoningen te kunnen bouwen.
Men heeft thans een verzorgingsflat gekregen van 248 units. Dit is in een be
paald vlak gezien misschien iets te hoog, maar als men nu de prijzen verge
lijkt van deze units met andere instellingen, dan komt men al aardig bij elkaar,
zij het, dat men daar minder verzorging zal hebben dan in andere bejaardenin
richtingen,
De VOORZITTER wil nog de gelegenheid geven voor tweede instantie, maar
zou dan de discussies willen sluiten.
De heer DE JAEGER begint met de opmerking, dat de Voorzitter aan de
verwach+ingenwelke hij zich bij- het aangaan van dit gesprek had gesteld, be
antwoord heeft en dat hij er tamelijk diep op is ingegaan. Hij heeft gemerkt,
dat de Voorzitter er zich buitengewoon voor interesseert, met veel genoegen
heeft spreker naar hem geluisterd en hij hoopt dat men, in tegenstelling met
hetgeen de Wethouder van Gemeentewerken heeft gesteld, tot een compromis kan
komen. Het ene geluid is geheel anders dan het andere. Spreker zou toch tegen
over de Wethouder van Gemeentewerken willen benadrukken, dat dit een zeer
moeilijk probleem is, wa,armede men ter dege rekening zal moeten houden. Wat
het zwaarst is, moet tenslotte het zwaarst wegen. Gezien de sociale aspecten
van de zaak en gezien ook de goede wil, welke de heer Van Kaam heeft gedemon
streerd, kan spreker zeggen, dat hij zeer verheugd is over het geluid, dat de
heer Van Kaam heeft laten horen, ofschoon de Wethouder er een grote domper op
heeft gezet. Het is beslist harde noodzaak en men zal er niet te lang meer me
de mogen wachten om aan de bejaardenhuisvesting iets te doen. Toen men destijds
met het College van Maatschappelijk Hulpbetoon elk jaar een of andere inrichting
bezocht, heeft men heel wat pakkende taferelen meegemaakt. Spreker kan de her
innering niet van zich afzetten dat hij een man zielig bij het bed van zijn
vrouw heeft zien zitten^ het is toch verschrikkelijk voor een bejaarde de
eigen woonplaats te moeten verlaten omdat er hier voor hem geen plaats is.
Gelukkig hoopt hij dat men na niet te lange tijd hier tot een oplossing zal
komen, al zal die niet volledig zijn, Toch zou hij de heer Van Kaam willen
vragen, vecht door en zorg dat U de oplossing, waarvoor de Wethouder van Ge
meentewerken blijkbaar niet veel voelt, voor elkaar krijgt.
De heer NOORMAN is er verheugd over, dat dit onderwerp is aangesneden,
want, uit het betoog van de Voorzitter is wel gebleken, dat er een ontstellen
de nood is onder de bejaarden voor wat betreft een redelijke huisvesting en
hetgeen daarbij hoort. Er zijn cijfers genoemd, waarvan spreker niet wist dat
deze mogelijk waren. Ook heeft de Voorzitter gezegd dat de nood nog zal toe
nemen en dat alles bij elkaar maakt dit probleem tot een probleem van de
eerste orde. Dit is zijns inziens niet met touwtrekken over woningen op te
lossen. Spreker heeft uit het betoog van de Voorzitter opgemaakt, dat er al
lerlei activiteiten gaande zijn. Het I.S.C.C, is ingeschakeld, de Stedelijke
Raad voor Maatschappelijk Opbouwwerk heeft eveneens getracht iets te doen, de
Vrouwelijke Vrijwillige Hulpverlening staat klaar om een bepaalde rol te spe
len in de bejaardenzorg, maar zijn standpunt is, dat-het uitgangspunt en de
centrale voor het bejaardenprobleem en alles wat daaraan vastzit, het bureau
van Sociale Zaken moet zijn en dat daar het centrum moet zijn voor zeer veel
gevallen. Het mag dan mooi zijn dat het particulier initiatief zich met de
zaak bemoeit, er zijn echter dermate grote belangen mede gemoeid, dat men dit
beslist niet alleen aan het particulier initiatief kan overlaten. Men kan zeg
gen, dit wordt gedaan, en dat wordt gedaan en dat alles is verheugend, maar
of daarin de enig goede oplossing schuilt, betwijfelt spreker sterk. Er moet
-28-