-13-
van het College naar Maastricht is geweest. Daar heeft men het geprobeerd,
maar e^ens ervaring opgedaan, dat dit niet voortgezet moest worden. Ook
de>eleienLiZdJn er*ele raal!n voorlichtingsboêkjes uitgegeven, althans werd
e gelegenheid gegeven boekjes m ontvangst te nemen, maar dat heeft evenmin
het gewenste resultaat opgeleverd.
Dan heeft de heer Van Leeuwen gewezen op enige tegenstrijdigheden in de uit-
ied^rnqlnZw "telefoonaansluitingen, door spreker en door de heer Ratsma
gedaan. Spreker wil er nogmaals op wijzen, dat de telefoonkwestie een zaak is
dat deze^Ttarium Daar draait de hele zaak om. Spreker heeft reeds gezegd,
hnn +ZccL nildaels e®n relatie van de Burgemeester aanhangig is gemaakt en
hij hoopt er spoedig^nadere mededelingen over te kunnen doen.
erugkomende op de nieuwjaarsrede van de Burgemeester, heeft de heer Radder
kinS ^®Uf ultgesproken over de aan de Raad verstrekte mededeling met betrek-
tn+\l+ In verband daarmede wees hij op de mogelijkheid
ppri Haa^r! Van bePaalde typen chemische industriëen en hij vroeg daar
aan aandacht tewillen besteden. Spreker kan toezeggen dit zeker te zijner
tijd m overweging te zullen nemen.
Voorts meent spreker dat er enig misverstand heerst, waar. de" heer Radder ge-
SeÏSn w Tr dS uitbreiding van det politiecorps. Hij meent, indien^
p eker hetgoed verstaan heeft, dat er uitbreiding met slechts één agent zou
fén^an uÏÏJt' Men heeft slechts toestemming gekregen om het politiecorps met
een man uit te breiden, doch er zijn er meer gevraagd. De aanvrage was niet
gegrond op de administratieve taak van de politie, doch op de politionele
taak. De situatie is zodanig, dat Den Haag zich voorlopig houdt aan het in
wonertal. Dat is de maatstaf voor de sterkte van het politiecorps.
e eer Biesheuvel is verwondering uitgesproken over het feit, dat hij
gisterenavond aan een aantal hoofdambtenaren die achter hem op de publieke
tribune zaten koffie heeft zien uitreiken en zelfs heeft hij voorgesteld om
ook aan de andere belangstellenden op de publieke tribune koffie te verstrek
en. bpreker neemt dat laatste maar niet serieus. Het aanwezig zijn van ambte
naren is niet iets nieuws, misschien wel in Bergen op Zoom, maar als de heer
Biesheuvel verder zou gaan in zijn politieke loopbaan en lid van de Tweede
-amer of van Provinciale Staten zou worden, dan zal hij zien dat men omringd
door^ ambtenaren, die alle mogelijke inlichtingen kunnen verstrekken,
-it jaar zijn m Bergen op Zoom voor het eerst enkele hoofdambtenaren uitge-
+°p be£rotingsvergadering bij te wonen en als dit bevredigend werkt,
zap het College er mee doorgaan.
De andere vraag van de heer Biesheuvel was, of ambtenaren geen inlichtingen
mogen verstrekken aan Raadsleden; dit is inderdaad een feit. Men mag alleen
nlichtmgen verstrekken via de betrokken Wethouder. Dit is beslist niet van
vandaag, dit gold ook vroeger. Toen spreker in 1939 zijn intrede deed in de-
aac.wer em te kennen gegeven dat hij alleen inlichtingen kon verkrii-
gen van de Wethouder van dienst. Wat in 1939 gold, geldt ook nog op de dag°
van vandaag.
Dan heeft de heer De Jaeger een antwoord gemist ten aanzien van het Stads-,
ees en urm mdertehuis, namelijk ten aanzien van de gelden die hij zou wil-
en besteed zien voor de bouw van pensionhuizen. De heer Ratsma zal daarover
dere mededelingen doen. Wel zal een en ander van het particulier initiatief
moeten uitgaan, terwijl hij kan toezeggen dat de gemeente alle medewerking
zal verlenen voorzover dat nodig en mogelijk is.
Voorts heeft de heer Gorrissen enkele vragen gesteld over de overplaatsing
van een ambtenaar, hoe de heer Nijpels op de hoogte daarvan kan zijn en of in
een bepaalde commissie mededelingen daarover zijn gedaan. Spreker kan daarop
mededelen, dat de heer Nijpels geen zitting heeft in het georganiseerd over-
en ook niet m_de kleine commissie, maar dat hij het kan weten door per
soonlijke informaties. Waarom de betrokken ambtenaar verplaatst is, is ook
gevraagd. De reden is, dat de betrokken ambtenaar beter gebruikt kon worden
v ee^ andere dienst, en ofschoon het voor hem geen financieel voordeel heeft
gebracht, is het in bepaalde zin een promotie geweest.
tenslotte heeft mevrouw Videier haar verbazing uitgesproken over de behande
ling van het eerste deel van de algemene beschouwingen. Zij betreurt het met
net college, dat daardoor ambtenaren in het gedrang komen en zij geeft de
aac in overweging vooral bij de behandeling van het tweede deel der begroting
een anuere toon te voeren. Deze suggestie zou spreker gaarne willen onder
strepen.