-35-
het zeer zou betreuren als men weer woningwetwoningen moet bouwen zoals in het
verlenen, sterk uitgekleed, dan deelt spreker deze mening volkomen. Het stre
ven is geweest de woningwetwoningen te verbeteren en nu zal men een stap terug
moeten doen. Spreker zou het toejuichen en hij meent dat de heer Van Leeuwen
het ook zo gesteld heeft, wanneer men in de gelegenheid zou worden gesteld
steeds betere woningwetwoningen te bouwen, waardoor men zou kunnen bereiken,
a de doorstromingsregeling waartoe de Raad heeft besloten, ook zou worden
benut. Er is wel enig gebruik van gemaaktnaar hij bij informatie heeft ver
nomen m ongeveer twintig gevallen is men naar een duurdere woning verhuisd,
uezien m het licht van het totale woningbezit dat de gemeente op het moment
heelt is het niet zo eenvoudig iemand een betere woning toe te wijzen met
gebruikmaking van een doorstromingsregeling. Spreker meent dat dit ook destijds
voldoende is toegelicht.
^00r He heer iranken is gesproken over overdracht van woningen aan par
ticulieren en gesteld, dat Burgemeester en Wethouders zonder meer verklaren
dat zij daaraan niets doen. De heer Franken moet het hem vergeven, maar hij
is het hiermede m het geheel niet eens. Het is de Raad, die het besluit heeft
genomen tot verkoop van woningwetwoningen, zodat hij stellig niet kan overne
men van de heer Franken dat men als Gemeentebestuur hier niets aan zou willen
doen. Door de Raad is hiertoe een besluit genomen, tweemaal voor verschillen-
e complexen, Ook heeft spreker de Raad vorig jaar nog medegedeeld, dat de
verkoop thans niet wordt gestimuleerd vanwege de hogere rentestandaard. In
et verleden zijn er nog al wat woningen verkocht, maar thans is deze verkoop
vrij minimaal. Spreker zou erop willen wijzen, dat men met de verkoop van
woningwetwoningen rekening moet houden met de voorschriften van het Hijko Het
Rijk verkoopt m feite de woningen en niet de gemeente. Het Rijk stelt bepaal
de voorschriften vast en in het verleden heeft dat vaak tot gevolg gehad dat
juist degenen die m aanmerking wilden komen voor een woningwetwoning en finan
cieel daarvoor ook draagkrachtig waren, a.fgewezen werden door de overheid om
dat hun inkomens te hoog lagen, Degenen met kleinere inkomens wenden zich niet
zo snel tot de gemeente om mede te delen dat zij bereid zijn hun woning te ke
pen
l®00r He heer Franken is voorts gesproken - spreker zou daarop even
wüien ingaan - over de ^verkoop van woningen aan de Bouwvereniging"Bergen op
oom, en ij eeft er bij gezegd tegen welke prijs. Op de eerste plaats zou
spreker willen stellen, dat de verkoop van woningen aan een bouwvereniging en
daartegenover aan een particulier, een heel andere zaak is. Eigenlijk is de
verkoop aan een bouwvereniging in wezen een financiële maatregel. Het is een
overdracht aan de bouwvereniging en daarmede is de kous af. Waarom deze wonin
gen aan de bouwvereniging verkocht zijn? Om de bouwvereniging in de gelegenheid
:6 st-llen in het totale woningvraagstuk van de stad mee te kunnen spelen.
oor de heer Franken is voorts gesproken over de prijs. Deze woningen zijn
o\ergecragen tegen ae boekwaarde 9200,Als men dan de fondsen die mede
overge ragen worden eraf trekt, komt men aan een lagere prijs, maar dat is
geen reeele zaak. De fondsen hebben een bestemming en die kan men dus niet van
de boekwaarde van de woning aftrekken. Het overdragen van woningen aan een
ouwvereniging is geheel iets anders dan het verkopen van woningen aan parti—
culieren. Spreker vindt het jammer dat de heer Franken sprak van valse voor-
1Gj inp Hij vindt het een vrij harde zaak. Het is met instemming van de
gebeurd,dat deze woningen zijn overgedragen aan de bouwvereniging "Ber
gen op Zoom"
De heer A, FRAKKEN interrumpeert met de opmerking dat hij de woorden
valse voorlichting" niet heeft gebxurkt doch dat deze gebruikt zijn door de
K.V.P. m een pamflet.
De heer LEIJSs "Is dit geen valse voorlichting" hebt U gevraagd.
De heer PRAMEN; "Dat staat in het pamflet van de K.V.P.
De heer LEIJS wil er verder niet op ingaan en niet discussiëren over
va se voorlichting. Hij meent echter dat men onderscheid moet maken tussen
overdracht van woningen aan een woningbouwvereniging en verkoop van woningen
aan particulieren. Daarvoor zijn voorschriften gesteld door het Rijk, zonder
meer. De heer Franken heeft gezegd niets tegen de woningbouwvereniging te heb-
en, maar hij vroeg of men de woningen niet voor de verkoop aan particulieren
beschikbaar kan stellen. Spreker zou erop willen wijzen dat de gemeente voor
de verkoop aan particulieren woningen heeft gereserveerd. Ten aanzien van deze
overdracht heeft tevoren overleg plaats gehad met de bouwvereniging en dit
over eg was mede erop gericht dat het beleid mede overgenomen zou worden.
-34'