-24- Het schijntzegt spreker, dat het Woningbureau een dergelijk standpunt ook inneemt, althans hem is een geval positief bekend. Hij hoopt dat er vergis singen in het spel zijn, maar hij zou het een bedroevende zaak vinden dat men mensen buiten de gemeente dwingt. Laat het College toch meer positief een doorstromingsregeling nastreven, zijn partij meent dat er dan veel op gelost kan worden en dat dit niet in het minst in het belang is van de min der draagkrachtigen Tot slot zou spreker gaarne willen komen tot zijn financiëel-econo- mische visie op de thans ter tafel liggende begroting. Hij begrijpt volkomen dat het systeem van centrale financiering zoals het Rijk de gemeenten heeft opgelegd, de gemeenten, dus ook Bergen op Zoom, eenvoudig de mogelijkheid ontneemt om een behoorlijk beleid te voeren. De krapte op de geld- en kapi taalmarkt heeft de Regering ongetwijfeld tot dit besluit gebracht. Misschien, zegt spreker, is het inderdaad wel zo, dat wij allen méér willen doen dan de omstandigheden toelaten. Toch zou hij het College de vraag willen voor- leggen, of ook het College niet van mening is dat het niet geheel zeker is da.t in dit systeem van centrale financiering alle gemeenten wel over dezelf de kam geschoren worden. Is het niet zo, vraagt spreker, dat met name de grote gemeenten zich tekorten veroorloven waar de kleinere gemeenten de dupe van worden? Immers, eten deze niet onevenredig veel uit de gezamenlijke finan cieringspot? Wanneer het College dit kan onderschrijven, dan zou 'hij hetSonei-e dringend willen vragen zo mogelijk hieraan iets te doen. Het is nu in vele gevallen eenmaal zo, dat de hardste schreeuwers het eerst en het best worden geholpen. Beukt U in Den Haag op de deur, die U deze financieringsmoeilijk heden geeft en ga zonodig tot de hoogste instantie. Men zal het met hem eens zijn, veronderstelt spreker, dat het waard is voor Bergen op Zoom te vechten. Wij hebben namelijk achterstanden in te halen, we moeten mee kunnen in de stroomversnelling waarin wij geplaatst zijn door de aanwijzing tot kernge meente, wij moeten meekunnen, geplaatst tussen de havensteden Rotterdam en Antwerpen, waar gigantische zaken gaan gebeuren, willen wij niet doodgedrukt worden. Niets, niets meer kan er gebeuren als er geen geld is, daarom Colle ge, beuk op de deur in Den Haag, hard en nog harder, maar blijf in ieder ge val niet rustig afwachten. Spreker wenst het College daarbij alle succes toe. Zijn wij, zegt spreker, allen wel ervan overtuigd dat de centrale financieringsregeling en de krapte op de kapitaalmarkt ons voor zeer moei lijke problemen stellen, des te meer spijtig vindt hij het, dat hij meent ernstige critiek te moeten uitspreken over de zeer grote stijging van som mige uitgavenposten van de gewone dienst. De dekking van de uitgaven baart het College ongetwijfeld ook steeds zorgen. Men kan uiteraard de eigen be lastingen gaan opvoeren en ook de tarieven gaan opvoeren, maar dat kan men niet blijven doen. Spreker meent dat men eerst de plicht heeft om de uitga ven zelf eerst beter te beheersen. Hij verwerpt het systeem van eerst uitge ven en dan maar eens na te gaan wat de gemeenschap moet betalen. Namens de gemeenschap meent hij te mogen eisen dat het College eerst zijn eigen uitga ven eens uitkamt. Dit houdt dus niet in, dat de gemeente nu maar met minder moet gaan doen, neen, men moet het daarheen leiden, dat men méér doet met het thans beschikbare geld. Beziet spreker nu de uitgaven van de begroting van de gewone dienst, dan maakt hij zich toch wel ernstig bezorgd over de zeer sterke stijging, een tè sterke stijging van vele uitgavenposten. Spreker heeft daarover een aantal vragen gesteld en hij heeft daarvoor enkele posten genomen, die meer dan 10zijn gestegen. Natuurlijk is een motivering daarvoor verschenen, doch het heeft niets met een doelmatige kostenbewaking te maken wanneer er zelfs posten bij zijn, die in een jaar tijd een kostenverschil geven van 20 tot jOL/o. Hij meent dat dit absurd is en hij meent dan ook dat de Bergenaren de rekening van dit beleid in de vorm van vele verhogingen thuis krijgen, of wel dat het College geen ruimte meer heeft voor voldoende dekking van de uit de investering voortvloeiende lasten. Dit is een ernstige zaak. Dringend, zeer dringend zou hij namens vele afgevaardigden een beroep op het College willen doen ora de verhoging van de posten die plotseling te ver door schieten, nader critisch te willen bezien. Zij hebben beslist begrip voor de vele kostenstijgingen welke uiteraard ook aan de gemeente niet voorbijgaan, zij hebben beslist begrip voor de loon- en salarisstijgingen welke vanuit Den Haag worden bepaald, zij hebben ook begrip voor het feit dat men daarom niet aan verhoging van uitgaven kan ontkomen. Maar, des te meer klemt daar- -25-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 24