-20-
kingen.^ In het besluit dat door de Raad zal moeten worden aangenomen, staat
m artikel 1: tot het net rijkssteun, overeenkomstig de "Beschikking gel
delijke steun toegelaten instellingen" enz.
Nu ontstaat er, veronderstelt sprekermisschien hetzelfde steekspel, dat
zien heeft voorgedaan tussen de Voorzitter en de heer Noorman over de inter
pret- tie van de Nota inzake het zogenaamde Stoelrapp-ortWanneer spreker
die "Beschikking geldelijke steun toegelaten instellingen" goed leest en
dat betekent, dat hij deze interpreteert zoals hij het ziet, dan mag de
gemeente deze woningen niet zonder neer bouwen. De beschikking vermeldt
^toegelaten instellingen" en daaronder valt de gemeente als zodanig niet.
Er staat nadrukkelijk, dat de gemeente zal moeten motiveren bij de Minister
waarom zij de woningen bouwt en waarom zij dit niet overlaat aan de instel
lingen. Men kan er over discussiëren of deze interpretatie juist is, maar
zo leest spreker het.
Het kan formeel zijn dat men hieraan moet voldoen, maar ook de gemeente zal
zich aan de bepalingen van de wet moeten houden. Het zou impliceren, dat
wij - als gemeente - zouden moeten vragen aan de bestaande bouwverenigingen
"waarom bouwen jullie niet". En als de bouwverenigingen niet bouwen, dan
an de gemeente bouwen. Zo is naar zijn mening de interpretatie van dat ar
tikel.
Spreker ha,d graag bij de stukken, die voor de Leden van de Raad ter inzage
zijn gelegd ten aanzien van deze kwestie, van het College iets willen zien.
Een andere zaak, waarover hij wil spreken - en die is ook niet nieuw - is
deze, datnu aan de orde wordt gesteld dat men 720 woningen gaat houwen
in een periode van drie jaren, en daarover verheugt hij zich, dit betekent,
dat het Gemeentelijk Woningbedrijf de beschikking krijgt over 720 woningen
meer. Het betekent eveneens, dat de onderhoudsdienst van het Gemeentelijk
Woningbedrijf ook weer uitgebreid zal moeten worden, wil dit bedrijf zijn
taak kunnen blijven volbrengen. Ou deze redenen zou spreker terug willen
komen op hetgeen hij bij de behandeling van de begroting heeft gezegd, na-
rnelijk. stoot elk jaar het aantal woningen dat men bouwt, af aan de woning
bouwverenigingen dan wordt het bezit van de gemeente niet groter. Men be
hoeft dan het Woningbedrijf niet uit te breiden en de onderhoudsdienst even
min. Nogmaals, zegt spreker, het bouwen van dit soort woningen is geen taak
voor degemeenteHet is wel een taak voor de gemeente indien het particu
lier initiatief hierin te kort zou schieten. Spreker zou het voorstel, dat
hij destijds heeft gedaan, nogmaals onder de aandacht willen brengen. Hij
zou de overdracht vgn een aantal woningen aan de woningbouwverenigingen
- vanzelfsprekend met de nodige reserves daaraan verbonden - willen aanbe
velen.
hen ander punt waarop spreker zou willen wijzen, is het volgende. Er wordt
wederom gesproken van een aantal voorzieningen, die in de woningen zullen
moeten worden aangebracht. Men komt weer met de bekende hydrofoorinstallatie
naar voren, waarmede het water naar de tiende verdieping gebracht moet wor
den. Het gas moet naar boven, evenals de electric!teit en de telefooninstal
latie, daarvoor zijn geen extra kosten nodig. En waarom niet? Omdat de des
betreffende diensten en bedrijven in staat zijn deze installaties op de ge
wenste hoogte te brengen. Maar jammer genoeg moet men constateren, dat het
waterleidingbedrijf onvoldoende capaciteit heeft om het water op die hoogte
te brengen. Liu houdt in, dat de bewoners, naast het gewone tarief voor het
water, ook nog een extra bedrag zullen moeten betalen'opdat het water ook
tot op de gewenste hoogte kan worden gebracht. Men kan er lang en breed over
spreken, maar spreker is van mening, dat deze zaak op een andere wijze ge
financierd moet worden.
Ook ten aanzien van de verlichting van de galerijen zou hij een zelfde op
merking willen maken. Hij stelt zich namelijk op het standpunt, dat de ga
lerij van de 8e, 9e en 10e verdieping openbare weg is. En waarom moeten de
genen, die aan de openbare weg wonen, zij het ook 10-hoog, straatverlichting
otalen? Spreker ziet deze verlichting als een verlichting in de portiek
woningen. Dat is een verlichting, die de bewoner zodra hij in het portiek
omtzelf kan in— en uitschakelen en welke verlichting slechts enkele minu
ten brandt. Het is geen permanente verlichting voor de gehele nacht. De be
woners hebben hier echter geen invloed op de tijdsduur van de ingeschakelde
verlichting en daarom is hij het er niet mede eens, dat de bewoners deze
-21-
