-16- e heer RADDER zegt, dat een dergelijk bedrag voor de bejaarden voor hem ook een zwakke plek is. Zou niet kunnen worden nagegaan, vraagt hij, aan sluitend aan het betoog van de heer De Jaeger, of het voor de A.O.W.-trek kers niet voor eeu^geringer bedrag kan geschieden. Zou men, zo vraagt spre- ner, deze bakken niet wit kunnen schilderen ter onderscheiding en deze vrij van reinigingsrechten kunnen maken? De heer RATSMA had niet verwacht dat dit onderwerp zonder meer een hamer stuk zou zijn, maar wel, dat de Raad goed zou begrijpen dat de financiële positie van de^gemeente zuiver gesteld moet worden. De regering beslist hoe ver de financiële kraan voor de gemeenten kan openstaan. Het Gemeentefonds moet in hoofdzaak de middelen verstrekken. Het Gemeentefonds wordt gevoed uit uiverse rijksbelastingen en het is in de huidige omstandigheden niet aan te nemen dat het Rijk het voedingspercentage gaat verhogen, dit zou immers gaan ten^laste van de eigen inkomsten van het Rijk, welke niet gemist kunnen worden, indien de gemeenten meer geld nodig hebben dan zij uit het Gemeente fonds ontvangen, moeten zij daarvoor zelf zorgen. Door de regering is reeds medegedeeld, dat een wetsontwerp tot uitbreiding van het gemeentelijk be lastinggebied spoedig zal worden ingediend. Wanneer het voorstel aangenomen wordt, staat voor de gemeenten de mogelijkheid open om de onplezierige taak van belastingheffen te gaan vervullen. De Gemeenteraad zal dan staan voor de keuze van méér belasting heffen, of op de uitgaven besnoeien, hetgeen wil zeggen, dat bepaalde taken door de gemeente niet zullen kunnen worden uit gevoerd. Het College aoet het niet van harte, maar zal in de komende tijd noodgedwongen voorstellen moeten doen om de inkomsten te verhogen. Eén van deze maatregelen ligt thans ter tafel. Het is niet direct een belastingver hoging, maar het vragen van een hogere vergoeding voor .de dienst, welke de gemeente aan de burgers verleent, door hen tweemaal per week te verlossen van de afval. Voor de gemeentenaren is dit een belangrijke dienst en de ge meente vraagt daarvoor nu - hij zal het per week aangeven, dat klinkt aannemelijker - een bedrag van 46 cent, waarbij is inbegrepen het gratis beschikbaar stellen van de emmers Deze aangelegenheid is drie jaar geleden ook aan de orde geweest en door enkele Raadsleden is er toen op gewezen dat men zou moeten komen tot een aantrekkelijker tarief voor een tweede emmer. Toegezegd is destijds, dat bij een volgende wijziging van het tarief een en ander onder ogen zou worden ge zien. Het gevolg is geweest, dat men nu het voorstel doet, waarbij inderdaad een tweede en derde emmer tegen een gereduceerd tarief beschikbaar worden ge steld, namelijk voor 1,50 in plaats van voor 2, Het doel is de gemeen tenaren te bewegen een tweede emmer te nemen. Ook in de Commissie van finan cien is deze zaak ter sprake geweest en is de gedachte geopperd de reductie nog groter te maken. De kwestie is voldoende bestudeerd, maar Burgemeester en Wethouders kwamen tot de conclusie, dat een lager tarief tot een onrede lijke heffing zou leiden, zodat spreker meent het voorstel te moeten hand haven. Wanneer de heer Verhoeven zegt, laten wij de eerste emmer nog duurder maken en de tweede en de derde emmer voor niets geven, of bijna voor niets, meent spreker dat de billijkheid niet in het oog wordt gehouden. Tenslotte heeft iedereen één emmer nodig en men zou dan moeten 'betalen voor degenen, die méér emmers nodig hebben, een groot deel van de bedrijven, en dat is niet billijk. Voorts heeft men in sommige gemeenten gemeend in de verordening voor emmers voor bedrijven een andere maatstaf te moeten aanleggen. Bedrijven zijn zake lijke instellingen; zij moeten aan de gemeente de werkelijke kosten betalen en zodoende komt men tot hogere tarieven. Burgemeester en Wethouders waren van mening die norm niet te moeten overnemen, maar eveneens, dat het niet aangaat de^gewone burger die één emmer nodig heeft, te laten betalen voor anaeren, die door omstandigheden méér dan één emmer nodig hebben. Door de heer Van der Weegen is opgemerkt, dat hij liever zou hebben gezien, nat men geleidelijk met voorstellen tot tariefsverhoging was gekomen en hij heeft opgemerkt dat de voorgestelde verhoging te rigoureus is. Niet lang ge- eden, eerst 3 jaren, zijn er voorstellen geweest tot tariefsverhoging; men &n dat niet ieder jaar doen, daarvoor is het bedrag te gering. Spreker leef reeds gezegd, dat het nu een bedrag zal worden yan 46 cent per week, - etgeen een verhoging is van 23 cent per week, hetgeen dus neerkomt op de -17-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 222