-8- z I*117' A. Gri,]ns te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom, 4 mei 1967, Rapport betreffende bacteriologisch onderzoek van water uit het net der gemeentelijke waterleiding te Bergen op Zoom, verricht op 2-4 mei 19.67; plaatsen der monsterneming; Moerstraatsebaan 355 en Zuid Westsingel 22. aa •£>r' A. Grijns te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom, 4 mei 1967. Rapport oetreffende bacteriologisch onderzoek van water uit het net der Noord-West-Brabantse Waterleiding Maatschappij te Bergen op Zoom, ver richt op 2 - 4 mei 1967; plaatsen der monsterneming; Moerstraatsebaan 835 en Heerlesebaan 14. bb.Keuringsinstituut voor Waterleidingartikelen n.v. KIWA te Breda, Breda, 3 mei 1967. Rapport betreffende fysisch-chemisch en bacteriologisch onderzoek van water van het gemeentelijk waterleidingbedrijf Bergen op Zoom, verricht op 28 april 1967 door het Waterleidinglaboratorium Zuid. GC °-^es"^uur van de R.K. hereniging voor Nijverheidsonderwijs aan Meisjes te Bergen op Zoom en Omstreken. Jaarverslag 1966 van de R.K, Nijverheidsschool voor meisjes "StGertrudis" dd.Protestantse Stichting voor Maatschappelijk Werk en Gezinsverzorging in Zuid-West-Brabant Jaarverslag 1966. eeWoningbouwvereniging "Bergen op Zoom" te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom, 1 mei 1967. Toezending jaarverslag en financieel overzicht over 1966. Voorgesteld wordt de stukken a tot en met ee voor kennisgeving aan te nemen. De heer DE JAEGER wenst ten aanzien van stuk ee, het jaarverslag en finan cieel overzicht over 1966 van de Woningbouwvereniging "Bergen op Zoom" op te merken, dat hij met belangsteHing het jaarverslag van deze zeer jonge vereniging heeft gelezen en vol bewondering kennis heeft genomen van de gang van zaken en van de duidelijkheid die dit jaarverslag kenmerkt. Spreker hoopt, dat de Woningbouwvereniging "Bergen op Zoom" op dezelfde voet zal voortgaan, dan zal het zeker tot tevredenheid zijn niet alleen van de Raads leden, maar van geheel Bergen op Zoom. De heer NOORMAN zou gaarne enkele opmerkingen maken over punt t; de nota van de "Voorzitter naar aanleiding van spreker's interpellatie, gehouden op 31 maart j1. Een belangrijk deel van de nota is gewijd aan de delegaties, welke aan het College van Burgemeester en Wethouders zijn verleend met betrekking tot de benoeming, de bevordering en het ontslag van het personeel. Eén delegatie vloeit voort uit artikel 209, letter p van de Gemeentewet, namelijk die ten aanzien van het personeel ter secretarie; de delegatie ten aanzien van het andere personeel vloeit voort uit het door de Raad vastgestelde algemene Ambtenarenreglement. Nu kan spreker het met de Voorzitter en met enige hoog geleerde schrijvers eens zijn, dat deze delegaties noodzakelijk zijn, zeker voor gemeenten van dit formaat. Spreker heeft dit bij zijn interpellatie op geen enkel punt tegengesproken en evenmin de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders om geheel zelfstandig bindende besluiten te nemen ten aanzien van benoeming, bevordering en ontslag. Spreker wil daaraan nog toevo egen, dat het hem er beslist niet orn te doen is bepaalde besluiten ten aanzien van bepaal de ambtenaren te becritiseren. Wat ons verdeeld houdt, zegt spreker, is het volgende. De inhoud van de nota staat in feite lijnrecht tegenover mijn standpunt. De Raad heeft op voorstel van het College een zeker c:rediet ver leend. De kosten zijn' betaald voor een rapport voor een zogenaamde "stoel- beschrijving"dat is opgemaakt door een gespecialiseerd en onafhankelijk landelijk bureau. Spreker heeft zelf zijn stem eraan gegeven, overwegende enerzijds dat het zogenaamde Stoelrapport gewenst is voor het College van Burgemeester en Wethouders bij het voeren van een optimaal personeelsbeleid, anderzijds uit overweging dat een Stoelrapport voor de Raad en voor de Leden van deze Raad ook een bijzonder nuttige zaak is, omdat het een inzicht geeft in en een oordeel kan geven over het door het College gevoerde personeels- -9-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 214