-5-
van vragen, maar, men kan op een gegeven moment een aantal vragen hebben,
waarover men als Raadslid geïnformeerd wil zijn, maar welke informatie het
Raadslid toch beter bij een Lid van het College van Burgemeester en Wet
houders zou kunnen trekken. Men zou daartoe dan toch eerst een poging kun
nen wagen en een onderhoud kunnen vragen. Ontvangt men geen bevredigend
antwoord, dan kan men altijd nog een andere weg kiezen om zijn doel te be
reiken. Spreker wenst dit even te onderstrepen. Een objectieve informatie
kan men langs een andere weg verkrijgen. Raadsleden kunnen niet van alle
zaken in details op de hoogte zijn en evenmin van alle regels. Wat de pen
sioenkwestie betreft, daarnaar had men beter eerst op een objectieve wijze
kunnen informeren alvorens er een Raadskwestie van te maken. Het is een in
formatie, die men op andere wijze zeker zal kunnen verkrijgen.
Voor beantwoording van de sprekers geeft hij gaarne het woord aan de Wet
houder.
De heer BROOS vraagt, of het de bedoeling is dat de interpellatie thans aan
de orde wordt gesteld.
De^TOORZITTER merkt op, dat er een stem is opgegaan tegen het houden van de
inuerpellatie °9 spreker zou nu van de Wethouder het standpunt van het College
willen vernemen.
De heer BROOS heeft er geen bezwaar tegen om op de vragen van de heer Lemette
in te gaan, hij meent echter dat het gebruikelijk is eerst de agenda af te
handelen en daarna een eventuele interpellatie aan de orde te stellen.
De VOORZITTER zegt, dat de Raad nu eerst zal moeten beslissen of de interpel
latie gehouden zal worden, ja rf neen. De heer Van Leeuwen is er tegen en
de heer Van der Weegen zou de interpellatie in een volgende vergadering aan
de orde gesteld willen zien, In deze omstandigheden zou het misschien het
beste zijn, indien de Raad zou besluiten de interpellatie de volgende keer
te houden, zo die al gehouden moet worden. De Raad kan namelijk ook besluiten
de interpellatie niet te houden.
De heer VAN LEEUWEN zegt, dat als de heer Lemette zich wendt tot de voorzit
ter van het college van Regenten, hij alle gegevens ontvangt welke beschik
baar zijn. Wanneer hij daarna nog vragen wil stellen, dan heeft hij daartoe
altijd de. gelegenheidSpreker zou derhalve willen adviseren eerst inlichtin
gen bij de voorzitter van het college van Regenten in te winnen.
De VOORZITTER vraagt de heer Lemette of hij hiermede accoord kan gaan.
De heer LEMETTE antwoordt, dat, indien Burgemeester en Wethouders hem een
onderhoud willen toestaan, hij gaarne accoord gaat.
De VOORZITTER deelt de heer Lemette mede, dat hij volkomen vrij is om in
eerste instantie informaties in te winnen bij het RegentencollegeHij zou
met de voorzitter van het Regentencollege of met de voorzitter en de ad
ministrateur over de regeling kunnen gaan praten. Blijven er dan politiek
nog "hete hangijzers", dan kan hij daarmede altijd nog voor de dag komen.
De heer LEMETTE vindt dit uitstekend.
De VOORZITTER stelt voor dit schrijven dan voor kennisgeving aan te nemen;
de heer Lemette kan eventueel altijd nog een nieuwe interpellatie aanvragen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
3Ingekomen stukken;
aKoninklijk Besluit d.d. 29 maart 1967; nr. 13, houdende subsid iëring
van een cursus totopleiding voor het diploma van vakbekwaamheid in
het schildersbedrijf, te verbinden aan de avondnijverheidsschool te
Bergen op Zoom.
b. Koninklijk Besluit van 19 april 1967, nr. 12.
Goedkeuring van de bij Raadsbesluit d.d. 13 januari 196?, nr. 207,
vastgestelde verordening tot heffing van opcenten op de hoofdsom van
de personele belasting in de gemeente. Bergen op Zoom.
cMinister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening te s-Gravenhage
's-Gravenhage, 24 april 1967, NV 2446 - A'63.
Beschikking houdende toekenning van bouwleningen extra voorzieningen
ten behoeve van aanleg van centrale verwarming voor 112 woningwetwonin
gen in het uitbreidingsplan "Gageldonk".
-6-