■It H II 11 H ill ii i iH 1:1 it i 1 -4- zou komen. Bijgevolg heeft hij er zich in kunnen verdiepen, want hij heeft zijn antwoord op papier staan. Aan de heer Gorrissen was de interpellatie dus hekend, maar aan spreker en diens fractiegenoten was daarvan niets he kend. Daarom verwondert het spreker, dat deze plotseling ter tafel wordt ge bracht, terwijl hij en zijn fractiegenoten er in het geheel niet mede bekend waren De heer LEMETxE veronderstelt, dat hij mogelijk thans weer als een olifant in de porseleinkast heeft getra.pt. Bij het stellen van enkele vragen, niet als interpellate bedoeld, heeft hij ingehaakt op hetgeen er gaande was. Wat zijn ondeskundigheid betreft, zegt spreker, dat hij omtrent zaken, waar in nij niet deskundig is, gaarne wenst te worden ingelicht. In verband met zijn ondeskundigheid vraagt hij slechts informatie. De heer VAN LEEUWEN stelt eveneens vast, dat de heer Gorrissen van te voren hierover geïnformeerd was. Meerdere Leden van de Eaad en ook spreker wisten er niets van, de heer Gorrissen blijkbaar wel. Spreker vindt het onprettig, want als Raadslid behoorde hij ook op de hoogte te zijn. Dan had hij het zelfde kunnen stellen als de heer Gorrissen, omdat 'hij het volkomen met de heer Gorrissen eens is. Tot de heer Lemette zou hij via de Voorzitter willen zeéfë>®n, dat als men iets niet weet, maar wenst te weten, men zich voor deze informatie niet direct tot het gemeentebestuur moet wenden, maar, dat men zich eerst dient te richten tot de personen, die op de hoogte zijn. Hij had zich in deze moeten wenden tot de Regenten van het A.B.G., dan zou hij zo danige^ informaties hebben ontvangen, dat hij deze interpellatie niet behoef de te houden. Spreker is tegen het houden van deze interpellatie. De heer NOORMAN deelt mede, dat het ook hem geheel onbekend was dat deze interpellatie gehouden zou worden. Dat spijt hem te meer, omdat de heer Le mette in zijn verzoek de naam van de V.V.D. gebruikt en zich beroept op een advies van de V.V.D.dat spreker ook onbekend is. Indien hij ervan op de hoogte was geweest, dat deze interpellatie gehouden zou worden dan zou hij tijdig bij de plaatselijke afdeling van de V.V.D. geïnformeerd hebben naar de feitelijke achtergrond en in hoeverre daarover iets is medegedeeld. Spreker wil wel zeggen, dat de V.V.D. een politiek spreekuur houdt, hetgeen in meer plaatsen gewoonte is. Hij is daarbij zelf niet aanwezig, met uitzon dering van de eerste maal. Het is ook geen politiek spreekuur in de letter lijke zin, maar een informatie-gelegenheidHij heeft vernomen, dat daarom trent vragen zijn gesteld en dat er een bespreking over is gevoerd, maar spreker is niet bekend met het verdere verloop. Hij staat nu versteld van deze zaak en hij vindt het zeer spijtig dat, waar de heer Lemette de naam van de V.V.D. genoemd heeft in dit verband, de heer Lemette hem niet heeft ingelicht en heeft medegedeeld wij gaan ons beroepen op deze mededeling van Uw Partij". Spreker tast op dit moment volkomen in het duister over het geen er aan de hand is en waarover het gaat. Hij meent wel te weten waarover het gaat, maar de heer Lemette beroept zich op een advies, dat gegeven is door het bestuur van de V.V.D. en dat is hem niet bekend. Spreker heeft geen bezwaar tegen de interpellatie, maar heeft dit vooraf toch even nadrukkelijk willen stellen. De VOORZITTER wijst erop, dat de heer Lemette slechts de V.V.D. citeert, om dat hij door de V.V.D. blijkbaar over deze zaak is geïnformeerd. De heer NOORMAN zegt, dat men op zijn gezag kan aannemen dat de V.V.D. een goede informatiebron I-s. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Gorrissen in zijn betoog het stellen van vragen en het houden van interpellaties aan de orde heeft gesteld. Spreker meent, dat tussen de heer Gorrissen en hem er in het geheel geen verschil van mening over bestaat, dat het stellen van vragen op geen enkele manier kan worden beperkt. Het kan zelfs zijn - en dat is een goed gebruik in het democratisch spel - dat men door het stellen van vragen aan een andere par tij duidelijk zijn standpunt kenbaar maakt, of dat het tot verduidelijking van dat standpunt leidt. Dat is een erkende gang van zaken. Er is echter ook iets anders in het spel. Spreker kan zich namelijk niet aan de indruk ont trekken, dat er een politiek steekspel gaande is. Men kan vragen stellen en een interpellatie houden, het is echter ook mogelijk dat men naar een inter pellatie grijpt ten aanzien van een aantal vragen, die voorkomen hadden kun nen worden door gewoon contact. Spreker wil op geen enkele wijze trachten de Leden van de Raad, of een lid van de oppositie, af te' houden van het stellen -5- 1

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 210