-15- Als het werk voor de Wethouders een volle dagtaak betekent, dan vindt hij deze verhoging rechtvaardig, maar hij meent, dat het in deze gemeente geen volle dagtaak is en dan vindt hij het niet rechtvaardig.Met goedvinden van de Voor zitter zou hij het voorstel willen doen om in deze tijd de verhoging van deze salarissen geen doorgang te doen vinden» De heer BROOS zou de heer de Jaeger met betrekking tot de brandtrap,waarop hij heeft gedoeld, willen antwoorden, dat op verzoek van de Arbeidsinspectie deze brandtrap er is gekomen. Aan de eisen, door de Arbeidsinspectie gesteld, is dus voldaan, zodat het verder niet meer tot de competentie van de Arbeidsinspectie behoort. Voor wat het pension betreft, zegt spreker, dat dat niet behoort tot de com petitie van het bestuur van de Stichting "De Leeuwenberg", maar dat het een zaak is voor het bestuur van de Stichting 'St,Clemens" voor sociaal-pedagogische nazorg. De voorzitter hiervan heeft zitting in het dagelijks bestuur en in het hoofdbestuur van de Stichting "De Leeuwenberg".Hij is bezig met plannen om in de toekomst in het bestaande Algemeen Burger Gasthuis een pension voor zwak- gehandicapten onder te brengen. Daarmede heeft de Stichting "De Leeuwenberg" echter niets te maken en daar blijft spreker dus buiten» De VOORZITTER wil iets zeggen over de Wethouderssalarissen, daar hij dit,naar zijn mening, beter kan doen dan een van de Wethouders zelf. Spreker is van mening, dat het niet juist is om te zeggens "Het is een partiële functie en daarom kunnen ze in de normaal oplopende salarissen niet normaal mee lopen" Het salaris, dat de Wethouders krijgen is ook een partieel salaris, dat fioor Gedeputeerde Staten is afgestemd op de tijd die, naar ruwe schatting, eraan wordt besteed. De Raad is niet competent om te besluiten deze salarissen niet te verhogen^ men zou hoogstens een afkeurend oordeel kunnen uitspreken» Dat moet spreker echter dringend ontraden» In vergelijking met andere gemeenten zijn de sala rissen voor het werk dat de Wethouders ervoor moeten doen niet te hoog gesteld, In de tweede plaats zou spreker erop willen wijzen, dat het met politieke sala rissen al meer het geval is geweest, dat, wanneer men deze niet geleidelijk blijft aanpassen, men op een gegeven moment voor eenforse stijging ineens komt te zitten. Dat is vaak nog moeilijker. Het is in het verleden wel gebleken,dat men politieke salarissen beter geleidelijk kan laten meegroeien dan deze b.v. na verloop van 10 jaren aan te passen. Spreker zou de Raad willen aansporen om zich bij het besluit van Gedeputeerde Staten neer te leggen. De heer van der WEEGEN vindt het niet verantwoord, omdat het inwonertal van de gemeente niet zodanig is gestegen, dat op grond daarvan een dergelijke ver hoging is toegestaan. De VOORZITTER wijst erop, dat deze verhoging niet berust op het inwonertal,maar op de stijging van alle salarissen.Daarmee lopen de Wethouderssalarissen parallel. Spreker zou willen aantonen hoe goed het zelfs is om bijtijds afzonderlijke regelingen te treffen. Het beroemdste voorbeeld vindt men in de salarissen van pastoors en dominees, die nog stammen uit de tijd van Napoleon.Het salaris voor een pastoor werd gestel op ƒ.300, voor een 1e kapelaan op ƒ.200,en voor een 2e kapelaan op ƒ.100,Deze salarissen zijn tot op de dag van vandaag niet gewijzigd. De heer van der WEEGEN zou toch een voorstel ervan willen maken. De VOORZITTER zegt, dat hij dus voorstelt, dat de Raad zijn afkeuring uit spreekt over dit voornemen van Gedeputeerde Staten, Dit voorstel wordt voldoende gesteund. De VOORZITTER vraagt of er stemming wordt verlangd of aantekening, dat men tegen deze verhoging is. De heer NIJPELS vraagt hoofdelijke stemming» Het voorstel, in stemming gebracht, wordt verworpen met 7 tegen 17 stemmen. Vó<5r stemmen de heren Nijpels, Lemetteiii Brouwer, v.d, Weegen,Biesheuvel, van Egeraat en de Jaeger, Tegen stemmen Mevrouw Videler-Kil en de heren Berger, Gorrissen, van Kaam, W.C.Fr anken, Verhoeven, Hopmans, v.Heijst, Leijs, Broos, Rat sma, Raddervan Leeuwen, Noorman, A,Franken, Nuijten en Houg. De heer NIJPELS vraagt tijdens de stemming of de Wethouders ook mogen stemmen. De VOORZITTER merkt op, dat zij toch ook Raadslid zijn. De heer NOORMAN zou nog graag antwoord hebben over de kwestie "zwembad". De heer van HEIJST merkt op, dat de mededeling als zou het onderhoud van de zwembaden te wensen overlaten in strijd is met hetgeen er de laatste jaren aan de zwembaden is besteed.Zowel aan "de Zanderijen" als aan de bad- en zwem inrichting zijn vele werkzaamheden verricht.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 189