-4- v«.Keuringsinstituut voor waterleidingartikelen N.V.KIWA te Breda,Breda 3 april 1967. Rapport betreffende bacteriologisch onderzoek van water van het gemeentelijk waterleidingbedrijf Bergen op Zoom, verricht door het Waterleidinglaboratorium Zuid, Voorgesteld wordt de stukken a. tot en met v„ voor kennisgeving aan te nemen. De heer de JAEGER zou graag iets willen zeggen over punt "f", Spreker veron derstelt, dat de Voorzitter wel zal hebben begrepen,dat hij erg geschrokken is en dat hij met diepe verontwaardiging kennis heeft genomen van dit besluit. Hij meent gerust te mogen stellen, dat hij namens vele gezinnen en alleenstaan den kan zeggen, dat zij met verwondering en natuurlijk ook met verontwaardi ging van deze berichtgeving kennis hebben genomen. Als men begrijpt wat dit be sluit wil zeggen, dan moet spreker in zijn herinnering oproepen het feit,dat iemand eens tegen hem heeft gezegds !,In Bergen op Zoom gebeurt er zo goed als niets".Dat heeft hij nooit zo gemakkelijk willen aannemen, maar als hij nu moet releveren hetgeen er de laatste tijd is gebeurd en hetgeen er nu allemaal bij de stukken wordt voorgelegd, dan gaat hij toch onderhand wel naar deze richting overhellen, "Waarom moet dit allemaal zo gebeuren?", vraagt spreker. Dat is voor hem en voor zovelen een zeer onbegrijpelijke zaak. Als hij terugdenkt aan de vergadering van de Commissie voor sociale zaken en volksgezondheid, waarin deze zaken werden voorgelegd, dan herinnert hij zich, dat hij toen vol enthousiasme was en zich gelukkig prees, omdat hij hieraan zijn stem heeft kunnen en mogen geven. Ongeveer acht dagen nadien werd hij ech ter spoedig wakker geroepen, "en waarom?", vraagt hij. Tijdens deze vergade ring, de bewuste vergadering, werd hem door de voorzitter medegedeeld, dat deze zaak helemaal "rond" was. Natuurlijk dus met alle consequenties, want anders zou de zaak niet "rond" zijn geweest. Acht dagen nadien hoorde hij echter, dat "de pot" welke voor dat doel was bestemd en meer dan zeventig millioen gulden bevatte al ver was opgesoupeerd?, zo ver zelfs,dat er ruim twintig millioen gulden meer waren aangevraagd dan er disponibel was. Het grootste gedeelte zou - dat weet hij echter niet zeker - zijn opgesoupeerd voor de bouw van nieuwe ziekenhuizen. Spreker wil niet betwisten, dat dit ook een zaak is die hard nodig is, maar er wordt,zoals men ook wel zal weten, in den lande erg veel gedaan voor gehandicapten. Hier in Bergen op Zoom is men echter nog even ver als 12 jaar geleden, toen men begon. Men is niets ermee vooruit gegaan. "Het enige dat er is gekomen, is de werk plaats "Labora"| de rest zit echter nog steeds even beroerd als in het begin, ook al is men dan thans verhuisd naar een andere werkplaats, n.l."St.Clemens" maar wat is dat voor een werkplaats? Het is veeleer een pakhuis, om er niets anders van te zeggen", Als men hem vraagt of deze werkplaats aan haar doel be antwoordt,dan moet spreker volmondig zeggen, dat hier geen arbeidsvreugde kan zijn. De leiding" van deze werkplaats moet, in plaats van het feit,dat zij leiding kan geven,zelf mee-arbeiden om aan de productie te kunnen komen,Als deze mensen s avonds- en het gebeurt zelfs op zaterdag- moeten werken om aan de productie te komen, dan moet men zeggen, dat dit geen sociaal-economische be drijven zijn, maar economisch-sociale bedrijven en dan beantwoorden deze niet aan hun doel. Als hij dan mog eens mag releveren,dat er is gezegd,dat deze zaak rond. was, dan meent hij, dat nu toch wel blijkt,dat ze helemaal niet "rond." was. Het is voor hem onbegrijpelijk. Deze zaak was financieel "rond", maar nu krijgt men de kous op de kop" en kan het niet doorgaan, omdat Gedeputeerde Staten geen genoegen erm.ee kunnen nemen.Dat is voor hem een onbegrijpelijke zaak.Bij nem rijst een andere indruk en hij zou hierbij de vraag willen stellen of er wel serieus werk van is gemaakt.Spreker vindt het erg voor deze mensen,die zo veel hulp nodig hebben en die langs alle kanten zouden moeten worden geholpen om iets te kunnen bereiken,dat men op deze manier tot een mislukking moet komen, indien hij de pers mag geloven - spreker heeft het betreffende stuk toevallig bij zich - dan is hier dooi1 de Wethouder voor sociale zaken een uitspraak ge- aan die hij absoluut niet kan begrijpen. Hij maakt namelijk de Arbeidsinspec tie wakker om deze werkplaats af te keuren. "Wat moet er dan met deze mensen gebeuren?", vraagt spreker. Hij zou namens vele ouders en namens de alleen staanden willen vragens "Wat moet er dan met deze mensen gebeuren,als zij op straat worden gezet?" Er zijnwel plaatsen in Bergen op Zoom waar men voorlopig met een kleine verbouwing van 25 a 30 duizend gulden geholpen zou kunnen worden, - maar het schijnt, dat zulks in Bergen op Zoom niet kan en dat alles moet worden a geschoven op nieuwbouw. Als dat moet gebeuren,dan is men weer tien jaar verder.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 180