3 -34- De VOORZITTER merkt op, dat hij de vorige keer het standpunt van Burgemeester en Wethouders heeft verdedigd en dat hij daarbij heeft gezegd waarom het rap port niet aan de Raad ter inzage kon worden gegeven. De heer Boorman betoogd nu aan de hand van enige wetsartikelen,dat Burgemeester en Wethouders het verkeerd zouden zien en dat de Raad daartoe wel het recht heeft. Spreker deelt mee geen specialist te zijn op het gebied van gemeenterechthij moet erover nadenken en advies erover inwinnen. Dat kan men hem niet kwalijk nemen en dat doet de heer Boorman ook niet. De heer BIJPELS zegt het ook niet kwalijk te nemenhij vraagt het slechts» De heer Boorman heeft in de wet gevonden, dat de Raad in deze wel het recht heeft. De VOORZITTER moet dit nader bekijken. Zonder dat een Raadslid de geheimhou ding schendt,kan men door vragen aan een Raadslid zulks ongetwijfeld bereiken. Zelfs een negatief antwoord erop kan juist enkele knelpunten oproepen?daar, waar men die het minst kan gebruiken» Wanneer het rapport inderdaad publiek werd, dan zou daaruit een verkeerde opvatting kunnen voortvloeien en dat kan men juist niet gebruiken. Men zou dat kunnen gebruiken wanneer iedereen het rapport wilde zien voor niet meer dan het is. Uit de aandrang die er bestaat om het te zien, blijkt, dat men meer erin ziet dan erin zit» Dat versterkt zijn vrees voor het effect en voor de gevolgen voor de betrok kenen» De heer GORRISSEN begrijpt de bijzondere belangstelling voor dit stoelbe- schrijvingsrapport niet goed» Het College heeft altijd een personeelsbeleid gevoerd en daarbij speli-egels gehanteerd, waarnaar men nooit heeft gevraagd, en nu er een spelregel bij de andere spelregels komt, heeft men zo'n bijzondere belangstelling voor de stoelbeschrijving.Bu blijkt,dat de stoelbeschrijving als factor is toegevoegd,beschouwen anderen deze als de doorslaggevende factor. Als men naar het stoelbeschrijvingsrapport vraagt,waarom vraagt men dan niet naar de volledige spelregeld? De VOORZITTER kan het ermee eens zijn, dar hierop de nadruk valt. Ieder geluid dat hij hoort, wijst op oen"vex,absolutering" van het stoelbeschrijvingsrapport, maar deze bestaat werkelijk niet. Er is ook een afspraak met de organisaties erover gemaakt; zij vinden het een goede gedachte, maar als het "verabsoluteerd" wordt, zijn ze er tegen. Thans kunnen de organisaties ermee accoord gaan, omdat het geen systeem is dat iedereen in den lande voldoet,Ieder volgt een eigen systeem. Ook in de wijze van het bepalen van de stoel kommen allerlei systemen voor. Het is frappant, dat men in Engeland een systeem schijnt te hanteren waarbij men de tijd meet die ligt tussen het werk en het bereiken van het succes, Hoe langer de tijd is die daar tussen ligt, hoe hoger men het waardeert. Als een ambtenaar een rekenwerk maakt,dat de volgende dag door zijn chef wordt gecontroleerd en als men dan de waarde van het werk moet beoordelen,dan heeft het minder waarde wanneer men b,v. na een jaar een fout erin ontdekt dan wan neer men pas na 10 jaar de fout erin vindt. Spreker sou meer voorbeelden kunnen noemen. Het is beslist niet zo gemakkelijk om de verantwoordelijkheid voor een werk te beoordelen. De heer HIJPELS merkt op, dat bij dit stoelbeschrijvingsrapport toch is geble ken, dat er ambtenaren zijn die nooit promotie kunnen maken, omdat ze niet op de goede afdeling zitten. Dat werkt toch fnuikend voor de ambtenaar,want wan neer hij dat wel zou weten,dan zou hij toch naar een andere afdeling gaan. De VOORZITTER merkt op,dat dit nu juist een voorbeeld is van verkeerd interpre teren, Bij zijn chef moet blijken, dat de man verder wil komen. Dat is een kwes tie van goed personeelsbeleid en van de spelregels die zullen worden gehanteerd. Dan zal de man zeggen? "Ik ben hiervoor veel te capabel;ik ga weg-solliciteren; hier kom ik niet verder",Als iemand met een artsendiploma verpleger wil blijven, dan moet hij dat zelf weten. Dat is een duidelijk voorbeeld,al is het enigszins overdreven,"Stel,dat men een verpleger heeft wiens functie wordt omschreven als verpleger en die dus ook als verpleger wordt gesalarieerd.Heeft hij een artsen diploma, dan krijgt hij toch geen artsen-salaris,Dan had hij maar een andere functie moeten nemen.Als deze persoon zegt? "Ik zit hier rustig",dan moet hij het zelf weten",Het gebeurt toch herhaaldelijk dat men bemerkt in een post te zitten waar men geen promotie meer kan maken. De heer BOORMAN merkt op,dat dit zijn betoog voorbij gaat. De VOORZITTER neent, dat het een typische uiting is van een misvatting waartoe het stoelbeschrijvingsrapport kan leiden. Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering om over te gaan in besloten zitting. Ba heropening der vergadering wordt,niets meer aan de orde zijnde,de vergadering besloten. - - AÏdup-'-irastgesteld in de openbare vergadering van 26 mei 1967-, De Secretaris, ,s De Voorzitter,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 176