-14- Spreker kan mededelen, dat deze groep van tien in deze Raad inderdaad bestaat met instandhouding van de zelfstandigheid van elke fractie. De samenwerking tussen de K.S.P», de "groep van der Weegen"de C.D.U. en de Boerenpartij bestaat sinds de eerste vergadering van de nieuwe Raad. Men houdt samen een maandelijkse vergadering en men heeft verder onderlinge afspraken gemaakt. Deze groep van tien vertegenwoordigt bijna de helft van de plaatselijke be volking en deze samenwerking achten zij nuttig om de belangen van deze groep van de bevolking beter te kunnen verdedigen. De VOORZITTER acht dit een zeer duidelijke verklaring. De heer GORRISSEN zegt blij te zijn met deze verklaring van de woordvoerder van de groep van tien. Spreker is van mening, dat de kiezers die deze mensen in de verschillende groeperingen hebben gekozen wel blij zullen zijn met het duidelijk stellen hiervan. De heer RADDER dankt de Wethouder voor zijn duidelijke explicatie. Hij is bijzonder blij, omdat in het gespreksteam ook de heer de Leeuw namens "Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk" aanwezig zal zijn en ook de heer de Vries, o zodat hierin de verschillende aspecten ongetwijfeld belicht kunnen worden. De heer BROOS zegt, dat de Raad weet, dat van de zijde van de regering het hoofddoel is om in het gehele land een net te projecteren van alleen maar regionale woonwagenkampen. Voor wat dat betreft, is Noord-Brabant het verst gevorderdjmen kent alleen in West-Brabant nog geen regionaal kamp zoals in Oss, Den Bosch, Helmond, Eindhoven, Tilburg en Breda. In West-Brabant moet het laatste kamp van deze provincie tot stand worden ge bracht. In Noord-Brabant komen in totaal 7 regionale kampen. Als dit een zelf de aantal is als in de andere provincies, ook 7» dan zit men in den/Lande met 77 kampen. Spreker dacht, dat Brabant daarvan dan wel zijn deel heeft gehad. Het is een stelling die hij misschien niet kan verdedigen, maar het is het uit gangspunt dat Gedeputeerde Staten bij de totstandkoming hebben gesteld. Spreker kan moeilijk veronderstellen, dat, wanneer het regionale kamp te Roosen daal op 1 januari 1968 klaar zal zijn, het kamp te Bergen op Zoom op 2 januari 1968 leeg zal zijn. Dat is een onmogelijkheid. Men zal een geleidelijke af voering moeten toepassenaannemende, dat er geen tweede kamp zal komen. Als dat gebeurd is, zullen nieuwe wagens onder geen enkel beding worden toege laten. "Ze worden doorgestuurd naar Roosendaal en als het daar vol is, worden ze naar Breda gestuurd en noem. dan verder maar de gehele cirkel". Ze zijn ver plicht om daarheen te trekken. Dat is het uitgangspunt van de provincie,maar spreker moet eerlijkheidshalve zeggen, dat hij ook betwijfelt of het reali seerbaar zal zijn. Dat helt er toe over cm voor West-Brabant een tweede kamp bij te bouwen. In Breda heeft men een kamp voor 85 wagens en daar overweegt men plan- men om er een tweede kamp in Breda bij te bouwen. Dat wijst bepaald in de rich- ting, dat het opvangen van de woonwagens niet in het geplande aantal kampen zal kunnen plaats vinden. Een andere moeilijkheid is dezes de regering beschikt wel over gegevens van het aantal wagens dat in Nederland verblijft, maar de laatste jaren is de situatie zo,dat een groot aantal Belgische woonwagenbewoners de grens is overgetrokken en staanplaats zoekt in Brabant. In België kent men geen Algemene Bijstandswet en daar bestaat ook niet de mogelijkheid om bij G.S.W.-objecten te worden te werk gesteld. Dat is voor de in Belgie verblijvende woonwagenbewoners aanlei ding geworden om naar Bergen op Zoom en elders te trekken en hier mee te pro fiteren van de sociale voorzieningen. In de Algemene Bijstandswet is de be paling opgenomen, dat ook Belgen en Duiters er onder vallen en het recht heb ben op bijstand. Deze mensen moeten evengoed worden geholpen, "Onze moeilijkheid is: bewijzen, dat ze inderdaad geen inkomen hebben". De VOORZITTER zou hiermede de discussie over punt pp, willen beëindigen. 3.Aanbeveling voor de benoeming van drie leden der commissie tot wering van schoolverzuim te Bergen op Zoom. (Dossier nr. 213 D). (Verzameling 1967nr. 73), Aftredende leden zijn dhrn. J.Bakx (meerderjarig inwoner), M.J. de Rijk (bijzon der onderwijzer) en A.Sperling (bijzonder aansprakelijk persoon). In iedere vacature zijn twee candidaten gesteld. De VOORZITTER merkt op, dat, als er geen bezwaar bestaat tegen de herbenoeming van de aftredende en eerst-geplaatste candidaten, er geen stemming behoeft plaats te vinden en deze benoeming bij enkele candidaatsstelling kan geschieden. Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad daarmee accoord.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 156