m -36- De VOORZITTER meent, dat de heer Franken de Wethouder niet helemaal heeft ge volgd. Spreker is geen deskundige, maar hij heeft aandachtig zitten luisteren en daarbij heeft hij horen zeggen, dat aan de hoofden van dienst is gezegd,dat ze rekening moesten houden met de cijfers van 1966, hetgeen ook is gedaan. Daarna is het bericht gekomen, dat gerekend kon worden op ^-prijsstijging. De heer A,FRANKER zegt, dat deze verhoging van yfo reeds in de begroting voor 1967 is verwerkt. Deze zit bij de inkomsten op de begroting, maar daartegen over zijn in eerste instantie de uitgaven gesteld zonder die 3en daarmede komt men nu pas naar voren. "En dat is nog logisch ook", meent de VOORZITTER. De heer A,FRANKER is het opgevallen,dat die 3^ meer-uitgaven niet in de be groting zijn verwerkt, om de begroting sluitend te maken, Hij kan dat begrijpen^, maar vindt het toch merkwaardig. De heer RATSMA wijst erop, dat de circulaire met de mededeling,dat de inkomsten konden worden verhoogd met 3pas in juli 1966 is verschenen, maar dat reeds in de maand februari 1966 aan de diensthoofden is bericht,dat met een prijs stijging geen rekening moest worden gehouden, Dit is gedaan, omdat Burgemeester en Wethouders er prijs op stelden om een sluitende begroting aan de Raad te kunne; aanbieden. De heer A.FRANKEN merkt op, dat de Wethouder nu zegt: "We willen inzicht behouden in de begroting". Als administratieve maatregel kan hij dat billijken, maar hij zou willen vragen. Als men werkelijk inzicht wil behouden, waarom wordt er dan geen rekening gehouden met de stijging van de salarissen, die zich in 196? zal voordoen?. De heer RATSMA deelt mede, dat de stijging van de salarissen ook in de uit kering van het gemeentefonds wordt vergoed. De heer A.FRANKEN meent nog iets over het inkoopbeleid te moeten zeggen. Di verse malen is gebleken, dat het de gewoonte is om "stomweg" te kopen waar men altijd gekocht heeft, zonder een offerte aan te vragen. De VOOBZITTER vraagt om het woord "stomweg" te willen afzwakken. De heer AéFRANKEN wil dit wel afzwakken, maar hij zou toch willen opmerken, dat zulks toch wel tot enige verstarring leidt. Het spijt hem, dat hij het niet eens kan zijn met het inzicht van de Wethouder in deze materie,maar hoe zeer dat hem ookspijt, hij zou toch stemming over deze post willen vragen. De voorgestelde begrotingswijziging onder "a" in stemming gebracht, wordt aangenomen met 13 tegen 7 stemmen. Vóór stemmen Mevrouw Videler^Kil en de heren Berger, Gorrissen, van Kaam,Segers, W.Franken, Verhoeven, van Heijst, Leijs,Broos, Ratsma,Radder en van Leeuwen. Tegen stemmen de heren A.Franken, Muijten, de Jaeger,Houg,Nijpels,Lemette en Biesheuvel Hierna wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub b. tot en met k. besloten. 2bBehandeling van een ingekomen reclame tegen de aanslag straatbelasting 1966, Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Hierna komt aan de orde de interpellatie van de heer Nijpels. De heer NIJPELS zegt geen behoefte er aente hebben om zijn vragen nader toe te lichten. Hij meent, dat de vragen duidelijk zijn gesteld en hij wil slechts een antwoord op de vragen hebben. De heer van KAAM vraagt welke de vragen zijn. De VOORZITTER leest het schrijven van de heer Nijpels voor, dat als volgt luidt: "Bergen op Zoom, 17 februari 1967» "Aan het College van Burgemeester en Wethouders "van "Bergen op Zoom. "Mijne Heren, "Als lid van Uw Raad moge ik U verzoeken mij in de openbare Raadsvergadering "van 24 februari 1967 nader over de volgende zaak te willen informeren, "Volgens een mededeling in de pers van 6 februari 1.1. (de Volkskrant) wordt "momenteel op het Ministerie van Volkshuisvesting aan een nieuwe regeling ge werkt, waardoor het aan bewoners van woningx^etwoningen, wier inkomen boven de "loongrens van de sociale verzekering ligt,mogelijk wordt gemaakt de door hen bewoonde woningen te kopen. In afwijking van de regeling voor lagere inkomsten- 'groepen zouden voor deze bewoners de volgende bepalingen gaan gelden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 135