-li-
Raai. te maken, moet met die Raad excerceren, moet de Raad proberen te over
tuigen met redelijkheid van argumenten en kan daarbij ontmoeten begrip en
onbegrip, bereidheid of onwil en alle schakeringen daartussen. De instelling
van het individuele Raadslid ten opzichte van het College wordt voor een ge
deelte mede bepaald door het feit, of men het wel dan wel niet eens is met
de keuze van de Wethouders. Ook al is het Wethouderscollege reglementair,
overeenkomstig de spelregels, tot stand gekomen, dan kan het niet vervuld
zien van eigen inzichtenten aanzien van de Wethoudersverkiezingen een te
leurstelling betekenen, welke het ene Raadslid vlug te boven is, terwijl een
ander Raadslid daar langere tijd voor nodig heeft.
Wij als KV.P-fractiezegt spreker, hebben bevorderd, dat het Wethouders
college in zijn vorige samenstelling werd gecontinueerd. V/ij vonden dit on
der de gegeven omstandigheden het meest verantwoord. Het is een voordeel,
wanneer de Wethouders personen zijn, die in de problemen zijn ingewerkt,
die vanzelfsprekend ervoor ijveren om datgene, wat zij mede op gang hebben
gebracht, te helpen voltooien. Bij de huidige gang van zaken vragen grotere
objecten echt een langere wordingstijd dan vier jaren. Om al deze redenen
menen zij goed gehandeld te hebben door de Burgemeester dezelfde medewerkers
te bezorgen als diewelke hij bij zijn ambtsaanvaarding heeft aangetroffen.
Zij menen, dat een verdere rechtvaardiging van hun houding tijdens de Wet
houdersverkiezingen achterwege kan blijven en dat eventuele op deze houding
te uiten critiek geen repliek behoeft.
Zijn blik richtend op de huidige bestuursperiode van de Gemeenteraad, is
spreker zich ervan bewust, dat de nog steeds van overheidswege opgelegde be-
stedingsbeperking weinig perspectieven biedt voor het entameren van op zich
zelf wenselijke investeringen. De Burgemeester heeft al vaker de vrees ge
uit, dat de verwachte heilzame gevolgen van de aanwijzing van Bergen op Zoom
als kerngemeente niet zo spectaculair zullen zijn, indien aan die uitzonde
ringspositie geen grotere inhoud wordt gegeven dan wat financiëel soelaas
bieden aan bedrijven, die zich hier van buiten af willen vestigen. Spreker
meent echter, dat men als gemeente bij de voorbereidingen van ontwikkelings
plannen moet handelen alsof er geen bestedingsbeperking bestaat en dat de
plannen in portefeuille zodanig bestedingsrijp moeten zijn, dat bij de eerste
verandering van bestedingsklir. aat de goedkeuringen gemakkelijk kunnen worden
binnengehaald. Het is derhalve zijn wens, dat er in het College geen stem
ming van berusting ontstaat, maar dat er wordt gewerkt alsof er geen beper
kingen bestonden. Spreker begrijpt dat dit mentaal eisen stelt aan de per
soonlijkheid van bestuurders, maar het is ter ondersteuning van die mentali
teit dat hij deze wensen uit.
Overgaande tot de bespreking van de nota van aanbieding, welke de begrotings
stukken begeleidt, kan spreker vaststellen, dat de nota eveneens begint met
een hoofdstuk "Investeringen". Drie problemen worden vermeld; ten eerste de
dekking van de uit investeringen voortvloeiende lasten, ten tweede de finan
ciering en ten derde het bepalen van de prioriteit. Het dekken van de uit
investeringen voortvloeiende lasten behoeft geen probleem te zijn, in zoverre
het maar rendabele investeringen zijn. Hij betwijfelt wel, of alle investe
ringen, begrotingstechnisch gerangschikt onder het hoofd rendabel, in werke
lijkheid wel rendabel genoemd kunnen worden. Het als tweede probleem genoem
de, namelijk dat van de financiering, is wel hét kernprobleem. Met de huidige
centrale financiering vaart de gemeente volkomen in de mist. Hoeveel leenkapi-
taal zal de gemeente worden toegewezen? Moet de gemeente hierin een afwachten
de houding aannemen, of mag de gemeente proberen de geheime sleutel voor de
verdeling op te sporen? Mag of moet men als gemeente met de vuist op tafel
slaan om zijn aandeel in de toewijzing op te eisen?
Het zijn vragen, waar wij als Raad geen antwoord op durven geven, zegt spre
ker. De vragen lenen zich waarschijnlijk niet voor openbare behandeling.
Misschien raken bepaalde kanalen verstopt, wanneer men roert in deze materie.
Als het niet zo oneerbiedig was, zou men kunnen veronderstellen, dat hier
slechts speelruimte is voor "handige jongens", maar voor het gedrag van han
dige jongens kan men geen regels opstellen. Men ziet hier duidelijk geëtaleerd
hoe gering de bewegingsvrijheid van de gemeente is en'hoe hoog de invloed
van de Gemeenteraad op dit alles mag worden aangeslagen.
Het derde genoemde probleem, namelijk het vaststellen van de prioriteit van
de investeringen, is zijns inziens het kleinste probleem. Wanneer er tussen
bepaalde investeringen te kiezen valt, komt men daar wel uit. Het een be
stemming willen geven aan de conjunctuurreserve en het doen van investeringen
-12-