-16- Omdat het een voorstudie is, acht spreker overhaasting niet aanwezig. Integen deel,het is juist goed wanneer de Raad meedenkt, zijn gezichtspunten laat horen en zijn gedachten volledig aan deze voorstudie kan wijden. Het is veel moeilijker om straks uit een structuurplan iets uit te halen dan nu uit deze voorstudie. Voor wat "betreft de opmerking van de heer A,Franken kan spreker alleen de dank van het College overbrengen. He heer van Meel zal wel iets zeggen over de recreatieve aspecten, die zeer ruim zijn uitgemeten. Door de heer W.Franken is gesproken over de agrarische belangen. Spreker denkt, dat dhr. van Meel daarover wel het nodige zal zeggen. Overigens heeft niet spreker, maar de heer van Meel de heer Franken in de Commissie geantwoord. Overigens kan een dergelijk betoog moeilijk gericht worden aan het adres van een gemeentebestuur; het probleem,dat hij naar voren heeft gebracht, is eerder een kwestie voor een streekplan of voor een totaal plan van de provincie en niet in de laatste plaats voor de totale ruimtelijke ordening door de rijksoverheid. Het is de rijksoverheid die in laatste instantie de belangen van de groepen zal moeten bezien en de beschikbare ruimte in Nederland zal moeten verdelen. Het is niet de taak van een plaats die zich moet uitbreiden om bepaalde Nederlandse belangen te dienen, maar een taak van coördinering door de overheid. He diverse belangen, de belangen van de tuinbouw, de belangen van de industrievestiging,de belangen van de wegen, het zijn allemaal factoren die in de grote ruimtelijke ordening een rol spelen, Hoor de heer Radder is er een eigen visie tegenovergesteld omtrent de toe komstige agrarische functie in Europa," het is een visie, welke spreker voor zijn rekening moet laten. Spreker zou het onjuist vinden wanneer men vandaag in deze Raad een E.E.G.-debat zou gaan houden over de functie van land- en tuinbouw, van zware en lichte industrie in Europa, "We kunnen er hoogstens over denken, maar het is niet onze taak om hierover te oordelen". Door de heer Noorman is gesproken over publiciteit. Spreker is het met hem eens. Hij. is het ook met hem eens, dat met kracht en verve gestreefd moet worden naar structuurplannen die hierop geënt zijn,, Anders zou dit een studie zijn die dhr. van Meel had kunnen publiceren in een tijdschrift. Spreker is het roerend met de heer Noorman eens en hij kan hem ook verzekeren, dat ook in de andere gemeenten de Colleges van Burgemeester en Wethouders het er mee eens zijn en er direct mee zullen beginnen. Voor wat het eindsucces betreft, is hij niet bevreesd over de vestiging van nieuwe industrie. Gezien het effect van de kernaanwijzing tot nu toe, is spreker gaan hameren op differentiatie. Daarin zit een belangrijke mogelijkheid, "Wanneer we echter met kernsubsidie de grond nog niet goedkoper kunnen aanbieden dan andere gemeenten, dan heeft het geen succes". Toen men hier bezoek heeft gehad van de K.V.P.-fractie van de Eerste en Tweede Kamer is er ook over gesproken en heeft spreker er een uiteenzetting over gegeven» Gevraagd iss Zijn de kern faciliteiten voldoende? Die zijn voldoende wanneer Bergen op Zoom op zichzelf reeds concurrerend is en dat zal met natte industrie zeker het geval zijn bij realisatie van het Schelde-EijnkanaalSpreker twijfelt er dan ook geen moment aan, dat men voldoende natte industrie zal krijgen wanneer het Schelde-Rijnkanaal er is, Rotterdam en Antwerpen zijn aangegeven op heel andere categorieën; de industrie die hier een plaats vindt, zal in Rotterdam niet eens aan het loket ontvangen worden, evenmin als de grossier levert aan particuliere verbruikers» De heer NOORMAN wijst erop, dat men dit ook ziet in de ontwikkeling van de gemeente Zuilen, welke aan het Amsterdam-Rijnkanaal ook een kans gekregen heeft. De VOORZITTER zegt,dat het in die richting zal zijn. Hij heeft dit ook met Burgemeester Thomassen van Rotterdam en schepen Delwaide van Antwerpen besproken. Met kleine industrieën praat men daar niet. eens; men denkt daar aan terreinen van 100 H.A» Spreker is er niet bang voor; het kan misschien nog even duren, maarhij is er niet bang voor.Voor diegenen echter, voor wie de vestigingsplaats onverschillig is, voor hen zal de kerngemeente aanlokkelijke maatregelen moeten kunnen treffen. Dat is het hele eieren eten. Waar de vestigingsplaats niet bij voorbaat aangewezen is, zal voor de kerngemeente, als er geen natuurlijke voor drong ligt, een kunstmatige voorsprong moeten worden geschapen. "Dat faalt op het ogenblik door de bodemgesteldheid, door de wijze waarop we onze grond hebben moeten verwerven met dure onteigeningen" .Daarom hamert hij er voortdu rend ops "Geef ons differentiatie in de kernfaciliteiten, opdat we merkbaar concurrerend kunnen zijn". Voor wat de ontwikkeling van de arbeidscapaciteit betreft, is er wel een grote uitgaande pendel, maar aan de andere kant is er eveneens een arbeidsreserve.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1967 | | pagina 115