-3-
Een tweede punt van "belang is, dat het van groot nut is om in het openhaar te
komen. "West-Brabant", en nog meer het uiterste deel van West-Brabant,dat wij
zijn, is net aan zichzelf en aan anderen verplicht om iets te presenteren van
eigen visie, om te komen tot ontwikkeling van de streek en meer in het bijzon
der tot uitbreiding en ontwikkeling van Bergen op Zoom.
De buitenwereld wacht op een teken van ons 5 men zou kunnen zeggen op een teke
ning van ons, waarin onze visies in grote trekken zijn neergelegd". Die teke
ning kan een antwoord zijn op een uitnodiging,, gericht tot de stad en de omge
ving! een uitnodiging, om nieuwe ontwikkelingen aan te pakken, die als basis
kunnen dienen voor verde.rgaa.nde ontwikkelingen,
Bergen^ op Zoom staat voor een dubbele opdracht. Ten eerste? zichzelf auto
noom uit te breiden tot een bepaalde grootte, om een normale groei van de be
volking te kunnen opvangen en door een normale groei de welvaart van de bevol
king te kunnen verzekeren. Dat is een eerste trap van ontwikkeling.Dat is
een Bergen op Zoom, dat min of meer zichzelf uitbreidt tot een industrie— en
havenstad van 65,000 inwoners.
Een tweede opdracht en een tweede vraag leidt tot een vergroot en versterkt
Bergen op Zoom, om een springplank te worden voor het havenpotentieel van
Nederland, "Deze opdracht en deze vraag wordt tot ons gericht in de eerste
nota over de ruimtelijke ordening, in de tweede nota over de ruimtelijke or
dening en in de zeehavennota", In de visie van de Rijksregering en van
het provinciaal bestuur ligt in dit gebied aan de Oosterschelde de grond
slag voor de enige werkelijk belangrijke havenuitbreiding die Nederland in
het Deltagebied kan realiseren, van een omvang en een capaciteit zoals die
in het Reimerswaalplan uitdrukking vindt. Wil men daarin kunnen slagen, dan
zal men daaromheen een gebied moeten creëren van enige draagkracht en van
dat gebied wordt Bergen op Zoom als het fundament beschouwd. "Om autonome re
denen en voor een verdergaande visie op de toekomstige uitbreiding' van
Bergen op Zoom is het, in het koor, dat links en rechts om ons heen wordt
gezongen, in het belang van de Delta-ontwikkeling en om de belangen die op
het spel staan en de touwtrekkerijen die aan de gang zijn, de hoogste tijd,
dat Bergen op Zoom iets laat horen".
Daarom besloten de Colleges van de samenwerkende gemeenten om niet te wachten
op een uitgewerkt structuurplan,maar om de voorstudie in de Raden en daarmede
in de openbaarheid ter discussie te stellen.
Om een derde reden zou spreker dit ook een belangrijk moment kunnen noemenjn.l.
omdat dit een voorbeeld is van concrete samenwerking tussen gemeenten. Er
is geen vage algemene wil tot samenwerking. Er is concrete samenwerking rónd een
concreet plan, wat tot resultaat leidt, en dat stemt het College tot vreugde.
Er is eendrachtig en concreet met elkaar gewerkt rond dit plan tussen de Col
leges van Bergen op Zoom,Halsteren en Woensdrecht, waarbij in een later stadium
ook Wouw is betrokken en op ditzelfde moment zullen thans in de drie Raden
van deze gemeenten de Burgemeesters aan het woord zijn om deze studie aan de
Raden voor te leggen.
De positie van Wouw is iets anders. Wouw is in een later stadium hierbij be
trokken, omdat het grondgebied van Wouw door de planologische studie gedeeltelijk
wordt bestreken, V/ouw is niet een volle partner; mede omdat het nog even op de
wip zit en zijn positie t.a.v. de structuurstudies nog niet heeft bepaald.Wouw
heeft wel uitdrukkelijk verklaard er noch voor noch tegen te zijn,Men aan
vaardt het als uitgangspunt van Bergen op Zoom, maar men zal ook nog de andere
kant uit moeten kijken en eerst dan kunnen bepalen bij welke visie aansluiting
wordt gezocht. De gemeente Wouw is er dus wel in gekend; men heeft niet het
Wouwse grondgebied bekeken zonder het gemeentebestuur ervan in kennis te stel
len, Wouw is er bij betrokken geweest. Wouw heeft mede geadviseerd,maar het is
geen volle partner in deze aangelegenheid.
Over de planologische studie zou spreker nog enkele woorden willen zeggen.
Hij wil vragen om deze tekening te lezen en te bezien zonder een blik
te werpen op de gemeentegrenzen. Deze studie is geboren uit de overtuiging,
dat volgens een zuiver planologische maatstaf een optimaal ontwerp gemaakt
moest worden en een tweede stap zal moeten zijn, wanneer men straks accoord
kan gaan met een structuurplan en daarop de goedkeuringen krijgt die nodig
zijn, ook een bestuurlijke structuur te scheppen, waarmee men tot een opti
male verwezenlijking van de planologie kan komen.
Er is niet naar gekeken of bepaalde bestuurlijke mogelijkheden andere vraag
stukken zouden opwerpen. Men heeft gemeend te moeten maken als het ware een
blinde kaart, waarop geen gemeentegrenzen stonden en het zal voor het College
daarna een opgave worden om bepaalde, details te realiseren en met gemeenten of
Provincie en Rijksbestuur te zoeken naar de b.este bestuurlijke oplossingen
die daarvoor aanwezig zijn.