De grootse plannen zijn niet doorgegaan,o.a. door het feit dat de Staatssecre
taris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen-het was in 1962 ,dus spreker
is daar volkomen onschuldig, aan - weigerde deze jachthaven op te nemen in het
subsidieplan»
Dit stond mede in verband met de te verwachten ontwikkeling van de watersport
m het gehele Deltagebied.,
Merkwaardig is, dat in het begin van vorig jaarsn,l, op 5 maart 19É>5,aan de
gemeente is toegezonden een advies of een studie van een werkgroep uit de
Nederlandse watersportverenigingen en dat deze werkgroep onder voorzitterschap
van de heer P.van Mechelen daarin ook een passage heeft gewijd aan Bergen op
Doom» Een en ander staat in verband met de aanleg van het Antwerpen-Slaak-ka-
Uaal^ het Antwerpen--Rijnkanaal dus. In dat rapport of die studie wordt gesproken
over 500 vaste ligplaatsen voor jachten die aanwezig zullen zijn bij realisering
Van het Antwerpen-Slaak-kanaalwelke werkzaamheden zo spoedig mogelijk zouden
Beginnen.
Met het oog op de plannen tot aanleg van het Schelde-Rijnkanaal zijn indertijd
°ok hier de plannen ingekrompen en toen de subsidie niet beschikbaar kwam,is het
Voorstel gekomen tot aanleg van een tijdelijke jachthaven in de zwaaikom.Daarvoor
Werd een begroting gemaakt en op 28 juni 1963 werd hiertoe een Raadsbesluit ge-
homen.
Set is spreker opgevallen, dat,toen op 28 juni 1963 dit Raadsbesluit werd ge-
Domen,de discussies zich beperkt hebben tot een halve pagina van de notulen
eu dat in geen enkel opzicht de kwestie "Delta" daarbij aan de orde is geweest.
Daar is pas voor de eerste maal over gesproken in de Raadsvergadering van
25 september 1964, toen een voorstel werd ingediend tot het aangaan van een
Duurovereenkomst met de watersportvereniging "De Schelde"» Toen is in de Raad
Pas opgemerkt 5"Wat moet er gebeuren met alle andere boten?','waarop door de Wet
houder is gezegds"Wij zoeken naar een provisorische oplossingwaardoor nog meer
Dezitters van boten kunnen worden geholpen"
Dank is toen gebracht aan de Wethouder voor deze royale toezegging. Er is nog
gevraagd waar in de tijd dat de bootjes geen vaste plaats kon worden gegeven
Deze naar toe zouden kunnen, waar ze dus konden overwinteren. Daarop is gezegh,
Dat de meeste boten tijdens de winter veilig werden opgelegd,
Opnieuw is de zaak in de Raad gekomen naar aanleiding van een brief van de heer
Duouwer dd. 20 februari 1965,welke brief in de vergadering van 26 maart 19&5 is
behandeld» Dese besprekingen hebben een vervolg gekregen in de Raadsvergade
ring van 29 april 1965 en uitvoerig is de kwestie aan de orde gekomen bij de
„Begrotingsbehandeling in december 1965?welke hij meemaakte.
Dij"de begrotingsbehandeling is ook door Uw Voorzitter gesteld, dat er eigen-
Dijk aan deze zaak drie kwesties vast zitten. Het is wel nodig drtwesrin herinne
ring te roepen,Het zou een antwoord kunnen zijn op de vragen van de heer Berger
eu van de heer Doorman?n„1» het recht, het beleid en wat eventueel uit coulance
gedaan kan worden'.'
®en heeft gesproken over recht op een ligplaats. Hij weet niet of de vergelijking
run de heer van Leeuwen mank gaat, of helemaal mank gaat of zichtbaar mankeer-
Ssns isdezetoch juist. Uit het feit, dat men vroeger gelegen heeft in de oude
haven kan geen recht worden ontleend voor een ligplaats in de nieuwe haven. Men
Dan nu wel stellen, dat het antwoord van de Minister van Binnenlandse Zaken
°P de vragen van de heer Koekoek geen juridische uitspraak is,maar hij gelooft
och wel, dat de juridische adviseurs van de Minister van Binnenlandse Zaken de
Nbagen zorgvuldig zullen hebben nagegaan en dat geen antwoord zal zijn voorge
legd in flagrante strijd met artikel 4 wan de Grondwet,
e kwestie van het recht kan nu wel als uitgespeeld beschouwd worden en behoeft
Deze avond ook niet meer aan de orde te komen,
kwestie van het beleid Js er een goed beleid geweest? Een behoorlijk aantal,
£elfs een vrij groot aantal watersportliefhebbers heeft men geen gelegenheid
Dhnnen bieden binnen de sluis af te meren om van daaruit hun geliefkoosde sport
6 Beoefenen. Men kan zeggen, dat dit het beleid niet alleen van het College,
Ds-ar van de Raad is geweest,Ter vervanging van de ligplaatsen in de oude haven
e®ft men min of meer noodgedwongen ligplaatsen voor ongeveer 70 schepen
gecreëerd,Het getal doet echter weinig ter zake,Men heeft voor deze ligplaatsen
contract afgesloten met de watersportvereniging "De Schelde",
^rna zijn de niet-aangeslotenen in het geweer gekomen om een ligplaats te
^Dsgen jdie er doodeenvoudig niet meer was. Een ligplaats in het havenkanaal -
is meermalen uitvoerig betoogd-was om allerlei redenen niet gewenst. Door
lt gebruik zouden ligrechten kunnen ontstaan,wat voor de toekomst onmogelijk
op zij^ terwijl het ook in verband met de onteigeningsprocedures zeer onjuist.
°d zijn.