-18- De geschiedenis begon op 28 april 1961 dus 5 jaar geleden, toen de firma Covers vroeg,na een bespreking hierover te hebben gehad, om aan de Rooseveltlaan en op een -perceel aan de overkant van de Rooseveltlaan een garagebedrijf met benzine-verkooppunt te mogen stichten,, Op 13 mei 1961 - werd door Burgemeester en Wethouders geantwoord, dat het College in principe bereid was het verzoek in welwillende overweging te nemen,maar dat de gemeente van de grond nog geen eigenaie® was, zodat moest worden gewacht totdat de grond in het bezit zou zijn van de gemeente. Spreker meent daaruit te moeten concluderen - en het College heeft dit ook geconcludeerd - dat het toenmalige College bereid was aan dit autobedrijf een stuk grond te verkopen voor een garagebedrijf en aan de overkant voor een benzine-verkooppunt. Bij brief van 17 juni 19^3 heeft het garagebedrijf Burgemeester en Wethouders aan deze toezegging herinnerd, waarop het College heeft geantwoord, dat men nog even moest wachten, .omdat de grond nog steeds geen eigendom van de ge meente was. Dit is de voorgeschiedenis van de zaak en het College meende in de geest van wat het garagebedrijf was toegezegd verder te moeten onderhandelen zodra de tijd rijp was dat wil zeggen wanneer de grond definitief in het bezit van de gemeente zou zijn. Spreker ziet hier echt e-sn koppeling in van een garagebedrijf met benzine verkoop aan de overkant; een situatie,die algemeen toch wordt aanvaard?omdat het met het oog op de verkeersveiligheid gewenst is,dat men aan beide kanten van de weg benzine kan gaan betrekken. De gedachte is nu gesteldj"Hier is een prachtig punt voor een benzineverkoop station en misschien dat meerdere maatschappijen er belangstelling voor hebben. Daar kon men.-echter in dit geval niet aan voldoen,gezien de voorge schiedenis van de zaak,n,l, de koppeling aan weerszijden van de Rooseveltlaan, Door de heer Nijssen is bezwaar gemaakt; hij had graag gezien, dat alle candidaten voor een benzineverkooppunt uit het verleden en van thans er bij betrokken waren. Het College was van mening, dat dit hier geen zin had. Niet,omdat de Raad niet zou mogen weten wie belangstelling hebben bij een verkooppunt, maar omdat dit een bepaalde oorzaak heeft en een koppeling is van een garagebedrijf met een benzine-verkooppunt. In een van de laatste vergaderingen van vorig jaar is een stuk grond aan deze maatschappij verkocht om er een garagebedrijf te stichten en als een logisch gevolg is dit voorstel gekomen om aan de andere kant een stuk grond te verkopen voor een benzine station, Het is niet precies aan de overkant* dat is wel juist,maar dat is om verkeers-technische redenen niet mogelijk. Daarom ook heeft de gemeente geen andere oplossing kunnen vinden. Spreker mag er bij zeggen,wanneer men vanavond dit voorstel ter tafel brengt, dat het wel aannemelijk is, dat er in de toekomst nog een of twee soortgelijke voorstel len ter tafel zullen komen voor andere garagebedrijven, omdat zij in dezelfde situatie verkeren en omdat met het College reeds bepaalde onderhandelingen hebben plaats gevonden. Spreker meent daarom ook, dat dit bedrijf in aanmerking komt voor een garage met aan de overzijde een benzine-verkooppunt. Er zit een bepaalde lijn in en die lijn moet men doortrekken. Dat is een behoorlijk bestuursbeleid. Men kan niet eisen, dat het College alles wat vooraf is gegaan van de kaart veegt? men moet voortbouwen op wat door een voorgaand Collage ie toegezegde Spreker meent, dat dit een aanvaardbaar voorstel is en dat hij antwoord heeft gegeven aan degenen die gevraagd hebben waarom hiervoor geen andere candi daten zijn. Wanneer het zo ver is met de besprekingendan is het uitgesloten andere candidaten in te schakelen en zal men ook geen gevolg kunnen geven aan de suggestie van de heer Noorman om eerst bij anderente informeren wat zij er voor over hebben, Men moet dit zien als een compleet voorstel - het is wel in twee delen in de Raad gekomen - de grondverkoop voor het garagebedrijf en het voorstel dat nu ter tafel ligt en waarmee het eerste voorstel wordt gecompleteerd. Het is een hoog bedrag, dat voor het station moet worden betaald. Spreker dacht, dat het nog niet voorgekomen is, dat grond voor een ben2ine--\^tkDcppunt is verkocht voor ƒ.74.200, De heer NIJSSEN heeft de Wethouder horen zeggen, dat in 19^3 he eerste onderhandelingen hierover hebben plaats gehad. De heer RATSMA zegts "Reeds in 1961" De heer NIJSSEN heeft een brief van 5 december 1957 hie hoor he Shell Neder land. Verkoopmaatschappij aan Burgemeester en.Wethouders is gericht om aan de Rooseveltlaan een benzinestation op te richten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1966 | | pagina 64