-17-
Zij heeft toen een afwijzing gekregen,omdat er op dat moment nog geen reden
was tot het oprichten van benzinestations."Is het nu juist',' vraagt spreker,
"dat deze maatschappij geen kans krijgt,terwijl ze reeds een plaats heeft ge
vraagd lang voordat de firma Govers bestond?"
De VOORZITTER merkt op, dat deze firma thans pas in oprichting is.
De heer RUSSEN denkt, dat de Voorzitter wel heel goed zal weten, dat ver
schillende maatschappijen zijn onderverdeeld in verschillende DlV^'s»
De in oprichting zijnde R.V. is er nu pas,terwijl een oude R.V. in 1958
al gevraagd heeft aan de Rooseveltlaan een benzinestation te mogen o-prichten.
Zijn vraag is nu waarom de andere R.V. geen gelegenheid heeft gekregen.
Zij wenst ook een benzine-service-station op té richten.
De heer RIJPERS zou naar aanleiding van dit stuk ook iets naar voren wil
len brengen. Maandag of dinsdag wilde hij enkele technische details weten
over dit stuk. Hij begaf zich naar gemeentewerken om de directeur te spreken
en hem te vragen om enkele technische details en daar uitleg over te geven.
Hij kwam bij de juffrouw om 10 over 4 en vroeg beleefd of hij de directeur
kon spreken. De juffrouw belde en kreeg ten antwoord,dat zij moest zeggen, dat
de directeur niet aanwezig was. Hij kreeg ten antwoord, dat de directeur niet
eerder tijd had dan donderdagmiddag. Hij zou dan een afspraak kunnen maken.
Spreker vindt zich geen autoriteit,maar een dergelijk optreden tegenover een
Raadslid vindt hij toch niet elegant,Daar kwam nog bij, dat donderdag hem
niet gelegen kwam.
De VOORZITTER vraagt de heer Rijpels zich te houden aan het punt,dat aan de
orde is.
De heer RIJPELS zegt, dat het over het aan de orde zijnde stuk gaat.
De VOORZITTER meent toch, dat de manier waarop de heer Rijpels dit heeft aange
pakt buiten de orde is. De heer Rijpels heeft een indruk gegeven van hoe
hij als Raadslid ontvangen is. Dat is iets anders dan dit punt.
De heer RIJPELS vraagt of het verhaal over de glaasjes bier, dat de heer
Noorman opdiste,dan niet buiten de orde was.
De VOORZITTER deelt mee, dat dit een illustratie was, hetgeen een goed ge
bruik is bij sprekers in openbare vergaderingen.
De heer RIJPELS,zegt, dat,als hij donderdagmiddag pas inlichtingen kan
krijgen van het" hoofd van gemeentewerken,voor hem de tijd te kort Is voor
een verdere bestudering van het stuk.
De heer NOORMAN deelt mee, dat hij tot degenen behoort die in de Commissie
enige bezwaren hebben gehad, tegen dit voorstel. Het was niet zo'n zwaarwegend
bezwaar5het gipg OE1 bet volgende.Deze grond wordt verkocht tegen de vaste
prijs. Voor een complex grond wordt een vaste prijs vastgesteld en degene
die komtkan de grond voor die prijs krijgen. Daar worden echter wel eens
uitzonderingen op gemaakt, Het gaat over een benzine-verkooppunt» Er zijn
bepaalde punten die bijzonder goed gelegen zijn voor benzineverkoop,
In het verleden heeft dë practijk uitgewezen, dat de maatschappijen voor
dergelijke punten hogere prijzen willen betalen. Daarvoor zijn er hier
ook voorbeelden. Op het moment,dat Caltex"grond wilde kopen op het
punt Rooseveltlaan - hoek Kastanjelaanwerd gezegd^"Dat kan welmaar dan
M*et je er een flatgebouw neerzetten^ dan betaal je de gewone grondprijs^
maar je moet wel zorgen, dat er flats komenJ' Daar zat toen een belangrijke
onrendabele top aan.
Met dit punt ligt het ook zo. Het is op zich een goed verkooppunt.
In de Commissievergadering heeft spreker aan Wethouder Ratsma gevraagds"Hoeveel
is dit verkooppunt waardSEbereëLis het een benzinemaatschappij waard."
Men lean zich dan toetsen aan deze prijzen, Dat is niet gebeurd en dat vindt
hij jammer. Spreker wil er geen halszaak van maken en hij kan zich wel met
het voorstel verenigen ,maar hij zou toch graag zien,in een geval, dat
het een benzine-verkooppunt betreft, dat men er wat meer uithaalt dan de
gewone grondprijsj de prijs,die de koper ook normaal vindt»
De heer v.d, WEEGEN heeft ér weinigoverte zeggen, maar als het mogelijk is,
2ou hij willen vragen of andere gegadigden ook een plaats kunnen krijgen
in -de gemeente, waar het. enigszins as-ge lijk -i'8.
De heer RATSMA merkt op, dat de vraag is of er wel rechtvaardigheid is
betracht tegenover allen die interesse hebben bij een benzine -verkooppunt.
Hij verschilt van mening met de heer Nijssen wanneer hij naar voren brengt
in het slot van zijn betoog, dat het gaat over een benzine-verkooppunt ,maar
geen koppeling aan een garagebedrijf. Dat zijn twee essentiële punten,
Hoor de beoordeling van dit voorstel moet men teruggaan in de geschiedenis
en alle documentatie die hierop betrekking heeft, lag bij de stukken.
De Leden hebben zich hiervan dus kunnen overtuigen.