-20- Men zou kunnen voorstellen om in plaats van f. 80,— te lezen f» 85-- Bij stemming over een besluit kan men voorstellen het besluit anders te lezen. Spreker gelooft, dat dit de juiste techniek is. Een motie kan men indienen wanneer men van Burgemeester en Wethouders verdere stappen verlangt, Be heer GORRISSEN zou nog graag iets willen zeggen. Be VOORZITTER merkt op, dat hij alleen zijn stem kan motiveren. Be heer NOORMAN merkt op, dat hij heeft gesteld, dat de vaststelling van de vergoeding primair een zaak is van het College, maar dat er vooraf overleg met de schoolbesturen moet t worden gepleegd, waardoor men de beslissing Kan baseren op vele gegevens waarover de Commissie dan beschikt en dat een eventueel advies van de inspectie van secundair belang is. Hij. verwerpt de adviezen van de inspectie niet zonder meer; hij zegt alleen,dat de beslissing van het College onafhankelijk moet zijn van hetgeen de inspectie adviseert. Nu is er een moment door spreker ook gesteld, dat de kwaliteit van het onderwijs toch wel srigsziris gemoeid is met deze vergoeding, Be Wethouder beroept zich wel op een rapport en op de schrijvers, die zeggen, dat de kwaliteit niet in gevaar is maar rap cb andere'kmt maakt hij de qpagdöqg,cht de kwaliteit niet in gevaar is dank zij het feit, daber sSiodL- "besturen ■zyn die-deer middel van een heffing van de oucfers zorgen flat hstgeld erwelü. Efemeer die heffing a? niet zou zijn en men zou dus moeten gaan bezuinigen, dan zou die kwaliteit in gevaar komen. Men zou kunnen bezuinigen op het scnoonmaken, maar wanneer men dat in rigoureuze vorm aai doen, dan zou de hygiëne in het gedrang komen en hij stelt prijs op, dat hieraan niet getornd wordt, Be VOORZITTER vraagt even te mogen onderbreken. Hij vraagt dan, of de heer Roer man bedoelt, dat bijzondere heffingen worden geheven voor zaken die inderdaad onder de exploitatielasten vallen en b.v, niet voor franse lessen. Be heer NOORMAN wil hier juist een voorbeeld voor noemen, omdat er schoolbesturen zijn waarvan de Wethouder zegt, "Er valt niet mee te prateni' Baarom heeft hij zich tot een schoolbestuur gericht waarmee wel te praten valt» Hij heeft een schoolvereniging genoemd en gezegd, dat door dit bestuur de school met de grootst mogelijke zuinigheid beheerd wordt. Een schoolbestuur heeft de "Niva" als accoun tant ingeschakeld om altijd alles te controleren om aan de normen te voldoen, Be Wethouder heeft wel getracht zijn betoog te ontkrachten door te zeggen; "Wij komen bij de rekeningen uitgaven tegen, die binnen het kader vallen, maar eigen lijk verboden zijn"en hij noemt dan met name franse les, ballet en wat meer. Het schoolbestuur, dat hij op het oog heeft, geeft franse lessen, maar de leer lingen moeten die zelf betalen, Beze vergoeding vloeit -In de zak van de onder wijzer, maar hetschoolbestuur staat er buiten. Be financiën van het schoolbe stuur hebben er niets mee te maken, Be Wethouder zegt ook, dat er schoolbesturen geweest zijn, die reserves hebben gevormd. Dat kan zijn, maar dat schoolbestuur heeft spreker niet op het oog dat past al jaren lang tekorten bij en hij heeft niet vernomen, dat zij uitgaven doer die niet overeenkomen met de grootst moge lijke zuinigheid. Spreker noet/zeggen, dat het betoog van de Wethouder hem. nieo overtuigd heeft, dat de vergoeding voldoende is. Yoor hem blijft het een niet verteerbare zaak, De zuinigheid van de schoolbesturen, die hij op het oog heeft, trekt spreker niet in twijfel» Van een school, waar zijn kinderen zijn school gegaan, herinnert hij zich, dat men wijzigingen in boekjes had aangebracht, om dat de spelling veranderd was. Het is voor hem een bewijs, dat men daar met de grootst mogelijke zuinigheid werkt en dat wat uitgegeven wordt binnen het ka der blijft van de meest strikte behoeften van het onderwijs. Spreker is wat dit betreft dus niet bevredigd door de Wethouder. Ru is er op dit moment, na het betoog van de Wethouder, een heel nieuw element in de zaak gekomen. Dat is het element, dat niet besproken washet element dat zegt, Wanneer wij de vergoeding moeten verhogen, zal de begroting gewijzigd moeten worden en dermate verhoogd, dat er tekorten ontstaan; tekorten,die niet verantwoord zijn en dus kan het niet» Spreker wil dit niet extreem stellen en zeggen; De vergoeding wordt opgehangen aan de vraag^ of er al dan niet een gaatje in de begroting is Dat laatste zou hij beslist willen ontkennen. Als men hier van uitgaat, dan komt hij terug op het landelijk gemiddelde. Er is gezegd; "We zitten beneden het landelijk gemiddelde". Er is misschien een gemeente, die een vergoeding geeft van f» 40,™- en een andere gemeente, die een vergoeding geeft van f. 125» Het gemiddelde ligt dan op f. 70?."Wij blijven beneden het gemiddelde en dan zou men kunnen zeggen;"Zolang we op dat gemiddelde in gaan lopen, zijn we er," Dan zijn we er echter helemaal niet.", zegt spreker, want het kan zijn, dat we tot de categorie behoren, die boven het gemiddelde ligt'J Het gaai hier om noodzakelijk, voorziening van het onderhoud. Gezegd is, dat deze vergoe ding niet opgehangen mag worden aan de kapstok of de begroting het al uan niet toelaat- Als het wel zo is, dar. is het een zaak, die niet thuishoort bij een voorstel over vergoeding, maar een zaak die bij de begroting thuis hoort.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1966 | | pagina 40