■P
-17-
Spreker gelooft, dat het niet juist is aan de deskundigheid van de inspectie
te twijfelen en tevens,dat voor het gemeentebestuur de adviezen die men van de
inspectie verkrijgt van cardinale betekenis blijven» Er zijn uitgaven die de
gemeente alleen maar mag doen nadat de inspeGtie deze heeft goedgekeurd.
■bcrts^egt de heer Noorman,dat cijfers duidelijke taal spreken. Hij heeft het
daarbij gehad over de 5 jaarlijkse afrekening in 1962» De heer Noorman heeft
"bij enkele scholen tekorten geconstateerd en hij heeft gezegd,dat de gelden
waren besteed op toegestane wijze»
Het Gemeentebestuur heeft er geen enkel bezwaar tegen wanneer een sehool-
vereniging bijzondere uitgaven doet als schoolvereniging. Het is bekend, dat
en scholen zijn waar franse les gegeven wordtj het is bekend,dat scholen
speciale 1esseniinatuurkunde gevént er zijn scholen waar aan ballet en aan
toneel gedaan wordt. Dit gaat buiten de normale schoolbehoeftenen als de
schoolverenigingen deze dingen wenselijk achten,dan kan men dat rustig doen.
Han zal het Gemeente-bestuur rustig zeggen, dat deze uitgaven ten behoeve van
Het onderwijs zijn gedaan, maar ten koste en laste van de schoolvereniging
blijven. Dat er wel eens tekorten waren,kan spreker zich bij een schoolver
eniging wel voorstellen,omdat die eventueel bepaalde voorzieningen willen tref
fen die uitgaan boven de normale behoefte maar die voor de kinderen wenselijk
worden geacht.
Tenslotte heeft de heer Noorman gezegd, dat het voorstel,dat ter tafel ligt,
te laag is en hij heeft zich afgevraagd hoe men dit bedrag heeft "bepaald.
Spreker kan hierop mededelen, dat dit voorstel gekomen is na met de inspectie
gesproken te hebben, na rekeningen te hebben gecontroleerd en na het nodige
cijfermateriaal te hebben verzameld. Daarna is deze zaak in het College
Hesproken en is dit advies aan de Raad gekomen. Over dit bedrag, het voorge
stelde bedrag, is geen overleg met de schoolbesturen geweest| wel is aan alle
schoolbesturen uitleg gegeven hoe de situatie rijk-gemeente was en hoe men
tot dit bedrag is gekomen.
Hoor de heer van Leeuwen is nog gezegd,dat hij niet gelukkig is met het
voorstel, omdat er dan nog geld bij zal moeten. Het kan inderdaad bij school
verenigingen een normaal verschijnsel zijn,dat men moeite heeft om de touw
tjes aan elkaar te knopen. Hij heeft echter ook gevraagd of er nog ruimte
is in de begroting» Men weet,dat de begroting met moeite enigszins sluitend
is gemaakt»
Sindsdien zijn er nog verschillende Raadsbesluiten genomen die extra uitgaven
vragen, zodat hij gerust kan zeggen, dat er geen ruimte,maar een aanzienlijk
tekort op de begroting is» Spreker meent het hierbij in eerste instantie te
kunnen laten,
He heer RATSMA zou nog willen opmerken,dat daar de heer van Leeuwen gevraagd
heeft of er nog ruimte in de begroting is, hij gevraagd heeft naar de be
kende weg» De Raad is er van op de hoogte dat met kunstgrepen die maar een-
daal gedaan konden worden de begroting sluitend is gemaakt, en dat niet
ulleen, maar ook de tarieven en de personele belasting moesten worden verhoogd
°m de begroting sluitend te krijgen, De begroting is,, zoals begrijpelijk, ge
baseerd op de onderwijsuitkeringen van het vorig jaar en de verhoging die door
het aan de orde zijnde voorstel wordt toegepastbetekent reeds een effectief
"tekort op ,deze begroting» Wanneer men de begroting heeft gebaseerd op bepaalde
jaarlijkse uitgaven- de heer Gorrissen heeft het woord"progressief"gebruikt -
en wanneer men een progressief gemeentebestuur heeft, zou dat met zichmeebraigen een
uitzetting van de uitgaven. Spreker gelooft, dat er de laatste 4 jaar een uitaet-
'kingiibqp mate is geweest» De tijd van overschotten is voorbij?men zit met
Moeilijkheden om het progressieve beleid voor te zijn en het is duidelijk,
hat de progressie niet op één terrein kan liggen. Het is niet alleen op het
Terrein van de vergoedingen ex artikel 101,maar in algemene zin is het pro
gressief, Wanneer men ziet hoe de uitgaven gestegen zijn de laatste jaren,
°ok op cultureel terrein,dan meent hij,dat het voorstel,dat Burgemeester en
Wethouders thans doeneen belangrijke verhoging is. Dat heeft men reeds 4
laar gedaan» De vooruitgang is in geen enkele periode zo hoog geweest sla in deze
4 jaar,
heer GORRISSEN zegt het in tweede instantie niet te lang te zuilen maken.
_eide Wethouders hebben toegelichtdat er dit jaar beslist geen ruimte meer
ru zit voor een nog verdere verhoging van het bedrag per leerling. Hij is
et niet helemaal eens met hetgeen de Wethouder voor onderwijs gezegd
eeft betreffende de cardinale waarde van de adviezen van de inspectie,
Maar gezien het fundamentele dat men nastreeft, overleg met de schoolbestu-
ren, gaat hij accoord met het voorstel om dit jaar 80,per leerling te
Seven
heer VERSCHUREN zou eerst even in willen gaan op hetgeen naar voren is
gehrachtjP»L(fe,t in de Gommis sie deze zaak totaal uitgesproken moet worden.