De heer GOERIÉSÉN zou over dit voorstel Aran het College graag het volgende will zeggen, mede met het oog hierop, dat de Voorzitter voor het eerst in deze Raad Qet het bekende probleem geconfronteerd wordt. Het basisonderwijs, het lager onderwijs, heeft, aldus spreker, de laatste jaren in verschillende West-Brabantse Gemeenteraden de bijzondere aandacht gehad, oofdzakelijk in verband met de exploitatievergoedingen. Be oorzaak was dat scholenvan diverse groeperingen klachten hadden,dat zij met de vastgestelde jergoedingen, geen naar de eisen van de tijd verzorgingspeil konden handhaven, yooral voor hun gebouwen. Daarnaast was er het verschijnsel, dat sommige scho en eigen middelen gingen gebruiken om de kosten van het onderwijs te betalen en dat de achterstand ten opzichte van het landelijk gemiddelde van evengrote gemeenten steeds groter werd. Dit laatste was geen specifiek verschijnsel voor ergen op Zoom,maar voor het gehele Zuiden?zoals door het Centraal Bureau voor He Statistiek ieder jaar gemeld wordt in zijn berichten. Opvallend was, dat °ngeveer vanaf 1962 in verschillende Gemeenteraden verzet ontstond tegen de voorgestelde onderwijsvergoedingen van Burgemeester en Wethouders. Dit jaar esteedde^ook de Grote Raad van de Stichting Carnaval in Bergen op Zoom aan- acht aan de aandacht van de Gemeenteraad voor de onderwijszaken"terwijl in e©n naburige gemeente in een carnavalsoptocht aandacht besteed werd aan een °mderwijsgebouw. Daarnaast liet de P.v.d.A. -fractie in deze Raad bij de begrotingsbehandeling esn bijzonder geluid horen over gewenste nieuwe ontwikkelingen tegenover het sterk overwegende bijzonder, vooral R.K.onderwijs in deze stad. In het laatst verschenen onderwijsverslag van het ministerie van Q.nderwijs schrijft de hoofdinspecteur van het onderwijs in het Zuiden over; een gelukkige onrust over de onderwijsvergoedingen en wordt een goede en verantwoorde financiering van het "schoolbedrijfeen noodzakelijke voorwaarde senoemd voor een behoorlijke reservering en bestrijding van de kosten". mze pers", aldus spreker nzou geen goede pers zijn als zij over al deze ont wikkelingen geen voorlichting zou geven aan het grote publiek en zij heeft Hit dan ook met de bekende deskundigheid gedaan. Waarom nu'| vraagt spreker ,al die onrust?» De oorzaak van de onrust is zijns inziens een gevolg van moeilijkhedenveroor zaakt door drie factoren. "^e factor; De wetgeving. Om met één gelijk bedrag voor scholen met ongelijke osten volgens de wettelijke norm "voor de redelijke behoefte van een normale school" te moeten voldoen aan de behoefte van de scholen is een zeer moeilijke ingewikkelde opgave voor een gemeentebestuur. 2e factors Inactiviteit schoolbesturen. De schoolbesturen hebben onvoldoende tegenspel gegeven. Dit onvoldoende egenspel vindt zijn oorzaak in onvoldoende deskundigheid van meerdere school- esturen om een aanvaardbare begroting 0ver te leggen, gebaseerd op dezelfde edrijfseconomische spelregels. Daardoor ontstaan begrotingen net verschillen y^n. soms meer dan 30fo. Verder was er de onvoldoende strijdbaarheid door niet Hn beroep te gaan tegen te laag vastgestelde bedragen, iet het argument "Wij willen op de eerste plaats goede verhoudingen met de se cretarie" kan men zijn verantwoordelijkheid, naar spreker meent, niet op de veede plaats stellen. Ook het gebrek aan samenwerking en samenspraak over het rgen hokje heen is een belemmering voor een krachtig standpunt ten opzichte yan het College. Den derde factor is het onjuist beleid van diverse Colleges. rjie eenzijdige vaststelling van het inkomen voor de scholen, in hoofdzaak Daseerd op adviezen van ambtenaren, zoals inspecteurs, die geen verantwoor- ng dragen voor de exploitatie van de scholen, was zijns inziens zakelijk en Socratisch foutief. Deze adviezen van inspecteurs zijn niet volgens de wet, ^cyen&ien net oncontroleerbare normen en zelfs geheim voor de Raadsleden, In i.61"'"6 ver^rouwHe het College en de Raad f die deze bedragen goedkeurde ?blinde- lrigs op de deskundigheid van deze inspecties. In de spelregels van een demo- s.tisch bestuur paste volgens spreker deze gang van zaken niet,Als vakbonds bestuurder en gemeenteraadslid is hij van mening dat alleen dooi' overleg van oeyantwo°rdelijke betrokkenen, n.l. gemeentebestuur scholen, een bevredigende s 0S3Hng mogelijk is. Was er dan geen overeenkomst te bereiken dan waren de de 0o^es'';uren) gezien hun verantwoordelijkheid,verplicht gebruik te maken van m de wet vastgestelde beroe.psmogelijkheid om in een procedure te lage ver- ^^Hingen te laten corrigeren. Dit laatste is in 1964 gebeurd en werd de ge- ente gedwongen,/."20 G00,meer voor het g.l.o. uit 'de gemeentekas beschikbaar Xe stellen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1966 | | pagina 29