6- Het gebeurt nu ook op een andere manier dan het aan bewoners van woningwet woningen gebeurt. Wat de verdere belangstelling voor de verkoop van woningen betreft, de Raad heeft bepaalde complexen aangewezen en wanneer de Raad dit doetkrijgen alle mensen een aanschrijving net de vraag of zij er gebruik van willen maken. Er is in de laatste vergaderingen nog al eens een woning hier en daar verkocht. Uiteraard kan een overzicht gemaakt worden van wat er beschikbaar ie ge steld en wat er gerealiseerd is, maar spreker moet wel zeggen,dat,voor zover het woningwetwoningen betreft, daaruit niet zal blijken de belangstelling die er voor bestaat,omdat men meerdere gevallen heeft gehad, dat bewoners hun woningwetwoning hebben willen kopen,maar dat dit afstuitte op bezwaren bij Gedeputeerde Staten,omdat betrokkene boven de loongrens ging en de woning dus niet aan hem verkocht kan worden. Op die gronden moest dan het verzoek worden afgewezen. Men kan in deze nota echter ook opgeven voor welke woningen wel belangstelling bestond maar welke niet konden worden toegestaan. Spreker gelooft,dat in totaal meer dan 20fo is verkochtmaar dat durft hij toch niet zeker te zeggen, "Het is',1 zegt hij verder, "uiteraard niet erg aantrekkelijk voor de gemeente uit een complex hier en daar enkele woningen te verkopen? wanneer de moge lijkheid tot koop wordt gesteld,is het interessanter, dat het gehele complex van de hand gaat1,' Dat zit er gewoonlijk echter niet in en dat is naar zijn mening ook wel begrijpelijk. Spreker meent hiermee alle vragen te hebben be antwoord. De heer van KAAM zou nog gaarne enkele opmerkingen willen maken. Hij zou dat in de eerste plaats via de Voorzitter aan het adres van de heer Nijpels willen doen. Wanneer deze namelijk zegt, dat spreker het standpunt van zijn eigen College veroordeeltzou hij willen opmerken, dat het geen College is var. onder getekende of van zijn fractie, maar dat het een College is van de Raad.Boven dien is er indertijd door de Raad een standpunt ingenomen welke complexen men voor verkoop zou aanbieden. Hiervoor is door de Raad diverse malen gevraagd en het standpunt van de Raad is steeds ingenomen ten aanzien van de verkoop van woningen. Zijn standpunt is helemaal niet, dat er geen animo meer zou zijn voor de verkoop van deze woningen,maar hij gelooft toch, dat de Raad er zich van moet vergewissen, dat,wanneer een besluit genomen is tot verkoop van een bepaald complex woningen,de mogelijkheid bestaatdatwanneer er 5 of 10 woningen worden aangeboden,er maar 1 of 2 van verkocht zullen worden. Men moet er dan ook rekening mee houden, dat het onderhoud, dat de gemeente ten aanzien van haar eigen woningen moet dragen,onevenredig zwaarder wordt dan het in het verleden is geweest. Hij gelooft, dat men ook uit dat oogpunt de zaak moet bekijken. Spreker is er alleszins voor en hij meent ook reeds gezegd te hebben,dat, wanneer dit mogelijk is, men tot verkoop van deze wo ningen moet overgaan, maar men zal de situatie van het bezit van het gemeente lijk woningbedrijf ook in het oog moeten houden. De heer HIJPELS kan er niet inkomen, dat,wanneer iemand uit een complex woningen er êén wil kopen,men er volgens de zienswijze van de heer van Kaam hiet toe over moet gaan,omdat dit niet past in het woningbeleid van de gemeente om er uit een complex van tien slechts ££n 'te verkopen. Van de andere zijde zaï hij van de Wethouder gaarne het volgende vernemeriJteze spreekt over de loongrens voor woningwetwoningen, "Bestaat erj' vraagt hij, "de mogelijkheid om die mensen die boven de loongrens uitkomen alsnog aan een woning te doen komen? Als de Wethouder daarvoor naar Den Haag gaat,sleept hij het er misschien ook uit. De mogelijkheid bestaat?het is te informeren althans'i De heer RATSMA gelooft niet, dat het laatste wat de heer Hijpels zegt kans van slagen heeft. De Minister heeft hiervoor bepaalde richtlijnen gegeven en raar zijn mening ook terecht, Het is zo,dat er een groot aantal mensen boven de loongrens in een woningwetwoning zit Dat zijn gesubsidiSerde woningen, "bestemd voor een bepaalde categorie mensen met een bepaalde loongrens en het is de wens van de regering, dat deze mensen uit deze woningen gaan. Vandaar dat ook een regeling is getroffen voor het verhuizen van een goedkopere naar een duurdere woning om deze mensen de gelegenheid te geven hun woningwetwoning te verlaten. Het zou ook zijn instemming niet hebben aan mensen wier inkomen "boven de loongrens ligt een woning voor zo'n schappelijk prijsje te verkopen. Het is noodgedwongen geweest, dat deze mensen in een woningwetwoning zijn geplaatst? op het ogenblik tracht men er attenter op te zijn. Hat men woningen heeft moeten toewijzen aan mensen voor wie ze niet bestemd zijn, is treurig,maar in de tijd van de grootste woningnood was men er wel eens toe gedwongen. Spreker denkt niet, dat een poging om de woningwetwoningen te verkopen aan personen boven de loongrens zal slagen,maar hij moet eerlijk zeggen, dat hij daar ook niet vóór zou zijn»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1966 | | pagina 146