tSI'l -24- Me Raad is de gemeentelijke overheid en de Raad behoort zelf voor een belangrijk eel in zijn discussies en zijn individueel optreden naar buiten de voorlich ting mogelijk te maken. Men moet samenwerken om de overheidsbepalingen te begrijpen en aanvaardbaar te maken voor de individuele burger" Me heer RADDER merkt op, dat de Voorzitter een zekere erkenning heeft uit gesproken^ voor de persorganen, die als zodanig hun functie hebben vervuld, ^ij wil dit van de kant van de Raad eveneens doen, niettegenstaande hetÊLt dat dhr morrissen net daar niet mee eens is,blijkens de critiek welke hij heeft gevoerd. Wanneer deze verslaggeving niet op geprikkelde wijze had plaats ge vonden,zou de hieruit voortgekomen interpellatie ook niet hebben plaats ge vonden. Het was dan niet mogelijk geweest de data,die de Wethouder zo uitdruk kelijk heeft genoemd,ter kennis te brengen en evenmin had men dan de ambtenaren, ie in zo'n ongunstig daglicht zijn gesteld, volkomen kunnen rehabiliteren, In Hit opzicht is hij de pers dankbaar. Me VOCEZITTER denkt, dat de heer Radder ook bedoelt, dat het wenselijk is iat^de weerlegging even duidelijk en prikkelend in de pers komt. Me interpellatie wordt hiermee gesloten. Me VOORZITTER wil dan het een en ander Rededelen over de Monumentenwet. Me monumentenlijst voor Bergen op Zoom is definitief vastgesteld en toege stuurd bij schrijven van de Minister van Kuituur Recreatie en Maatschappelijk •>erk dd, 31 mei 1966, Twee jaar daarvoor werd door de toenmalige Staatssecre- aris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de ontwerplijst toegestuurd Qin de Raad van deze gemeente heeft in openbare vergadering van 30 december |964 geadviseerd over deze monumentenlijst. Daarbij werd geadviseerd een aan bal objecten af te voeren en andere daaraan toe te voegen, u de definitieve lijst is vastgesteldblijktdat deze niet geheel conform het Voorstelis dat door de Raad aan de Staatssecretaris is gedaan. In verband o-aarmede dacht spreker, dat het belangrijk was aan de Leden van de Raad en oor hen aan de gemeentenaren duidelijk uiteen te zetten wat de zin is van e Monumentenwet en hoe men de bepalingen,die daarin voorkomen,moet verstaan, lgemeen heerst het misverstand,dat aan de op de monumentenlijst voorkomende objecten Diets meer veranderd mag worden. Dat is geenszins de bedoeling van de wet. Mergelijke monumenten zijn er maar enkele. Uit een dergelijke opvatting is te Verklaren, dat met een vingerwijzing naar een poortje of naar bepaalde gevels gevraagd wordts Is dat een monument?" (Het poortje in de Kerkstraat staat er nog,dank zij een stutbalk). ,ls men de Monumentenwet zo begrijpt, dan verstaat men deze verkeerd^'Er is Dh ons land en ook in onze stad een aanzienlijk aantal huizen en terreinen _ie als monument worden aangemerkt, die zouden kunnen worden geamoveerd,naar of er -■•ets aan gwwijzigd zal worden en of eventueel volkomen anovering plaats moet vinden,daar moet nog eens over worden gedacht" Hat is de zin van de Monumentewet? Deze legt een conservatoir beslag op derge lijke panden. De Monumentenwet is een strafwet en dreigt met straffen degenen ie zonder vergunning opzettelijk of niet opzettelijk aan een monument, zaken ie opgenomen zijn in de monumentenlijst, veranderen, beschadigen,vernielen of ^Moveren, Aanwijzing tot monument betekent echter niet, dat er niets aan ver anderd mag worden, Verandering kan echter slechts plaats vinden met speciale vergunning, D het algemeen is dat een zeer goede zaak, omdatvoordat een dergelijke Wet bestond,er slechts een voorlopige lijst in Nederland circuleerdewelke Mvij oud was. Heel wat panden zijn verloren gegaan en verruild voor nieuwbouw, ^aarover latere generaties spijt hadden. §t de monumentenwet niet zonder meer verbiedt gebouwen te wijzigen,blijkt uit feit, dat er heel wat panden op staan waaraan reeds verbouwd is, 1is ook een misverstand te menen, dat verklaring tot monument van een ^°onhuis uit zou sluiten, dat het pand verder nog als winkel gebruikt zou Rnnen worden, of als café of iets dergelijks, Het is zo, dat daaraan volop Medewerking wordt gegeven om door verbouwing in monumentaal opzicht tot een Verantwoord gesthetisch geheel te komen. Er wordt raad gegeven door de Rijks- 1enstwelke raad de stad en de bezitter van het pand ten goede komt. e"t zou een fout zijn van het gemeentebestuur van deze stad om zich zonder ,eeD te scharen achter enkele individuele bezitters van panden,die ook Der een kleine aanslag op hun persoonlijke vrijlgeid in zien, omdat het voor de ad van bijzonder belang is een zo groot mogelijk aantal panden te bewaren D© de stad een historisch en aesthetisch aanzien geven. is voor de gemeente een algemeen belang en de Monumentenwet beschermt dit uDgemeen belang.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1966 | | pagina 138