-14- Hiei en daar heeft schijnbaar de gedachte post gevat, De kantonrechter heeft een boete opgelegd van ƒ.30, nu is Lambrechts gemachtigd om de zaak ao te laten? at is een misverstand, .De kantonrechter kon alleen een veroordeling uitspreken over de overtreding,maar hij kan niet de onwettige toestand die duidelijk aangetoond is, omdat een boete is gevolgd, bestendigen.. Dat is onmogelijk. De politieke beschouwingen die hier nu aan verbonden zijn, staan buiten het +V1ei van^heu College,Het College heeft alleen tot taak de meningen,die geven tileerd zijn en waarover de heer Gorrissen nadere inlichtingen wil, toe te lich ten, Wat is het beleid van Burgemeester en Wethouders geweest? Hoe is in deze westie de gang van zaken geweest? Door de heer Leijs zal dit worden toegelicht en nij zal de toedracht van de bouw van Bogaers-bungalows in het algemeen en door de heer Lambrechts in het bijzonder, uiteenzetten. Als men behoefte heeit aan een politiek debat,naar aanleiding hiervan, dan zal daartoe nog wel de gelegenheid worden gegeven. De heer NOORMAN merkt op, dat er woeste dingen zijn gezegd. Er was hem iets bekend van deze zaak uit een plaatselijk blad, maar hij heeft alleen daarin een verslag gelezen van de zitting van het Kantongerecht en van de verklaringen ie ae heer Lambrechts daarbij heeft afgelegd. Ilij heeft daarin niet direct iet verband kunnen zien in die zin als door de heer Gorrissen is naar voren ge bracht, die gesproken heeft van een wraakneming en dat de heer Nijpels reclame heeft gemaakt of iemand namens de heer Nijpels reclame heeft gemaakt. Dat moet dan gebeurd zijn in een ander plaatselijk blad,- hij heeft !,de Stem».' De VOORZITTER merkt op, dat de vorm,waarin het in'de Sterd' stond, uitdruk- - ing gaf aan bepaalde dingen,die tijdens de rechtszitting waren gezegd,maar des avonds in geuren en kleuren opnieuw zijn verteld. De heer NOORMAN zegt dan^de krant slecht gelezen te hebben. Hij zou van e^heer Gorrissen graag iets willen vernemen over de ernstige zaken die hij hier naar voren heeft gebracht. Waar ligt de relatie tussen zijn bewe ring, dat de heer Nijpels wraak heeft genomen en de zaak zelf? Hij ziet het ewijs niet hoe dat in elkaar haakt. Dit is een vraag,die misschien de heer Gorrissen kan beantwoorden. Op de tweede plaats herinnert hij zich wel uit het stuk - of het waar is, weet hij niet - dat er talloze aanvragen lagen voor de bouw van Bogaers- bungalows en dat de heer Lambrechts te horen kreegs"Er liggen reeds zoveel aanvragen,aat^U voorlopig niet aan de beurt komt',' terwijl hij toch de eerste was die mocht beginnen met bouwen,"Hoe kan dat?"vraagt spreker."Hoe is het mogelijk,dat iemand die onder de lijst staat toch het eerst mag be ginnen, terwijl er tallozen eerder een aanvrage hebben gedaan?" Een andere vraag die bij hem rijst,is,dat op een bepaalde datum vergunning werd verleend,maar dat het daarna lange tijd heeft geduurd voordat hij van e gemeente vergunning kreeg. Spreker meent, dat er een tijd tussen zat van 4 a 6 weken. De VOORZITTER deelt mee, dat de heer Noorman dit dadelijk in details zal oren. Hij zou willen voorstellen, dat de Wethouder eerst de concrete vragen omtrent de gang van zaken beantwoord. Op de overige vragen die uit de inter pellatie zijn gegroeid,heeft hij geen antwoord kunnen voorbereiden, ij zou dan eerst het woord willen geven aan de Wethouder voor het beant woorden van de feitelijke vragen die de heer Gorrissen in zijn rede heeft gesteld. De heer LEIJd wil in de eerste plaats als algemene gedachte naar voren orengen, dat het voor het College en voor de betrokken Wethouder in het ijzonder., niet vreemd is, dat hierover een interpellatie in de Raad is aan gevraagd. Hij deelt de mening welke door de Voorzitter reeds naar voren is gebracht! eensdeels heeft de plaatselijke pers een verslag gegeven van de rechtszit- ing, anderdeels is de betrokkene, de heer Lambrechts, uitgenodigd door de pers s ■avonds het verhaal, dat in de pers is verschenen, in geuren en kleuren e vertellen. Spreker gelooft, dat dit een ander beeld is, maar hij meent ook, at er toch wel zware beschuldigingen zijn geuit aan het adres van oud- urgemeester Ik»Peters, aan het College en aan de dienst,Hij vond het 2ware beschuldigingen! daarom is hij er erg blij mee hier in de gelegenheid e worden gesteld over deze zaak van gedachten te kunnen wisselen tussen ^oliege en Raad. ^preker meent, dat men zonder meer moet aanvaarden, dat men in het gehele land, ^xet alleen in Bergen op Zoom, maar in iedere plaats in Nederland,als men een ^oning wil gaan bouwen,deze zal moeten bouwen volgens bepaalde voorschriften n -wel aan de hand van de bouwverordening, zoals die ook hier in Bergen op Oom geldt. Als men een aanvrage doet voor het bouwen van een woning, dan 1 Haar zonder meer de consequentie aan vast, dat men daarvoor de normale "■ettelijke weg moet gaan bewandelen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1966 | | pagina 128