- 13 - De heer van LEEUWEN meent toch £lat hot zijn goed recht is het er niet mee eens te zijn. De heer NIJPELS vindt het kinderachtig en onsportief. De heer van LEEUWEN meent dat dit niets mot sportiviteit te maken heeft. De heer NIJPELS zou dan in de eerste plaats de Wethouder willen vragen wie in de termen vallen van bejaarden. Dat kan variëren. Op het ogenblik worden de mensen 100 jaar oud, in de toekomst misschien 120 jaar. Spreker zou vervolgens naar voren willen brengen, dat de heer van Kaam het enkele maanden geleden over de nieuwe bouwvereniging heeft gehad. Spreker zou willen vragen of de mogelijkheid bestaat - hij weet niet of de vereniging het zou willen doen - dat de huizen die niet afgestoten worden aan particulieren mogelijk aan de bouwvereniging overgedragen kunnen worden. Het is allicht een betere huisbaas dan de gemeente. Dan heeft do Wethouder naar voren gebracht dat het niet de bedoeling is dat geen woningen meer verkocht worden. Naar aanleiding hiervan zou spreker wil len wijzen op een brief welke de heer Boudewijn een dezer dagen heeft gehad van het Gemeentebestuur en welke luidt: "In antwoord op bovengenoemde brief delen wij U mede, dat het niet in de bedoeling ligt te bevorderen dat eenge zinswoningen aan de Meidoornlaan en de Vijverberg Zuid aan huurders zullen worden verkocht" Spreker zou even willen terugkomen op de beperkingen die van bovenaf komen. Daar zou de Wethouder hen mee hebben kunnen vangen, m.aar de onwil ligt er zo duimendik boven op £at het stompzinnig is om zich achter de Hoofdingenieur- directeur of de Minister, maar beter nog achter de aansluitende ambtenarijen te verschuilen. Neemt als voorbeeld de weistandsgrens. Die wordt hier voor het eerst op f,9.700,gesteld. 'Is dat u ookwe§/niet een formule?," vraagt sprekerLeef t een gezin met 8 kinderen bij aen inkomen van 9*700,op de grens van wel stand En wat is dan wel wels tand Wordt de welstanösgrens overschreden al3 een gezin bijna 5*000,-- minder verdient dan een Wethouder voor zijn be perkte funktie krijgt Neen" zegt spreker,'dat is weer een valletje waar ze de mensen in laten tippelen. Als dit werkelijk een norm is, wordt het hoog tijd dat men er in het belang van de mensen krachtig tegen gaat protesteren en niet alleen niortegen, maar tegen al die eenzijdige bepalingen, die hier slaafs worden opgevolgd, of ton gunste van de overheid worden uitgelegd." Spreker zou ook nog willen terugkomen op wat de Wethouder gezegd heeft over het verkopen van enkele huizen uit blokken, zo dit technisch mogelijk is. Als het niet zo ernstig wa3fzou hijhet er niet over hebben. Er is geen huis eigenaar in de stad die zijn klanten zo slecht behandelt als de ••^meente. Dat is een normaal gevolg van dit monopolie-spelletje. Spreker zou met de Wethouder wel eens willen gaan kijken naar huizen waarin in geen tien jaar een cent onkosten is gemaakt. Als nc-, van een huis de"bladders"verf af ziet hangen, weet men al,dat het onder de zorg van de r.jmeente staat. Bij over- drachtj(van huizen moot ook op de welstandstoestand worden gelet."Het is om te gillen zegt spreker"Gaat eens naar de Adriaan Poirtersatraat, het is gewoon opvallend welke huizen verkocht zijn, omdat ze eindelijk netjes in de verf zitten. Gaat eens naar de Zeekant kijken, ais men de jammerlijke toestand tenminste kan verdragen. Het behang, dat de dienst per jaar aan de huurders uitgeeft, zou nog niet genoeg zijn om de notulen van deze vergadering op te niaken. Spreker wil dan nog oven terugkomen op h t technisch apparaat. Hij heeft in zijn betoog al gezegd, dat hij alle waardering heeft voor wat er voor de woningbouw wordt gedaan. Dat wi'1 niet zeggen dat spreker in een hocra- stemming is en omwille van de goede 3feer vindt hij het eigenlijk jammer dat Het onderwerp is aangeroerd.nï/anty vraagt spreker, weet U waarom we blij zijn Omdat een kinderhand gauw gevuld is. We lopen ons op do borst te kloppen om dat we zo'n vooruitstrevende stad zijn en intussen zien we onze eigen krenten- wegers-en centenpletter3mentaliteit niet meer. We zijn zo afgestompt, dat we niet eens ons over ergeren,dat Roosendaal ons heeft overvleugeld, dat Oos terhout bezig is dat te doen, dat Etten meer industrie heeft dan wij, dat Woensdrecht relatief gonomen bijna tweemaal zoveel nieuwe huizen heeft ge bouwd dan wij. We zijn provinciaalse keuterboertjes en maken ons wijs, dat e&n plan van 112 woningen wijst op een grootse visie gericht op de belang rijke positie van Bergen op Zoon in hot Europeese Middengebied. Spreker blijft er bij dat de zaken hier pietleuterig aangepakt worden. Onder een gedurfd beleid verstaat hij oen beloiu net durf. Iets durven doen dat Gigenlijk niet mag, naar dat moet, in het belang van allemaal. Je niet naar steeds slaafs laten ringeloren door oen overheid, die in heel wat zaken, daar is spreker wel achter gekomen, van toeten noch blazen weet.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 96