,xs -8- De heer de JAEGER vervolgt dan »dat met niet geringe verbazing door hem is kennis genomen van deze thans ter tafel liggende nadere nota, waarhij het Collage tot de conclusie(| komt met dverkoop van gemeentewoningen te stop pen. Inderdaad verbazing, zegt hij, omdat dit stuk isingediend door een College ^dat toch in meerderheid Bergse K.V.PTers telt. Deze zelfde Bergen op Zoomse K.Y.P. schreef namelijk in "Opbouw" hot nieuwe orgaan van deze af*» deling, nummer 3 van april 1962, een samenvatting van haar gemeenteprogram van de K.V.P. Hier hield de K.Y.P, haar eigen kiezers hot volgende voors "Bevordering ook van eigen woningbezit waarbij do verkoop van gemeentewo ningen aan particulieren zo soepel mogelijk dient te zijn,.*.." "Geachte afgovaardigden van de Bergen op Zoomse K.V.P.", aldus spreker, "ik ben er van overtuigd dat vele van uw eigen kiezers ?tullen willen houden aan uw eigen beloften. Gaat IJ niet met uw kiezers sollen, vraagt hij, "wanneer na precies twee jaar akkoord zou gaan mot oen nota welke lijnrecht tegen uw eigen beloften ingaat "Spreker wil niet aannemen ,dat zij hun eigen gemeenteprogram vergeten zullen zijn. Mocht dit zo zijn, dan wil hij hen gaarne hun eigen or gaan nog eens lenen, waarin zij.-dan alles nog eens duidelijk kunnen lezen. Ongetwijfeld moet er nu naar zijn mening van de zijde van de K.V.P. een dui delijke verklaring komen, dat zij een van haar eigen beloften aan de kiezers intrekt en de Bergen op Zoomse kiozers moeten weten waar zij aan toe zijn met deze K.V.P.-afdeling. Hij vertrouwt er echter op dat de geachte afge vaardigden van do K.V.P. de moed en de durf zullen hebben deze nota niet te aanvaarden. De argumenten die het College in deze nota naar voren brengt ,wil spreker gaarne aan een nadere beschouwing onderwerpen, Ook hem komt het argument, dat slechts 30 van de 58 zorgvuldig uitgekozen kanshebbers positief gerea geerd hebben, zeer zwak voor Ditzou dan moeten bewijzen, dat de belangstelling gering is. Spreker zou het College willen vragen hoeveel aanvragen het ooit heeft ontvangen en hoeveel er reeds zonder meer zijn afgewezen. Zou het niet eens zo kunnen zijn"yraagt spreker," dat door het starre standpunt van het College velen maar rrfet meer dq^ioeite doen om te trachten een gemeentewoning te kopen f Maar zelfs al is de belangstelling gering, dan nog meent hij ,dat de gemeente hier een taak heeft. Een gemeente heeft niet alleen én uitsluitend töt"':aak verzorgen van directe levensbehoeften, nra,ar zij moet streven naar een volwaardige menselijke gemeenschap. 'Waarom dan niet, vraagt spreker, het eigen woningbezit gestimuleerd Immers ^de Gemeente is er voor haar inwoners en het is bepaaldelijk niet andersom. Spreker meent toch te mogen aannemen t het College niet doelbewust zich tegen ideële motieven, zoals die der bezitsvorming, verzet en hiertegenover uitsluitend zakelijke motieven zet. Als hij de passage leest waarin het College schrijft fdat het het niet ver antwoord acht premiowoningen te verkopen tegen een prijs welke ver beneden de verkoopwaarde ligt, dan kan de vraag rijzen of men hier gaat speculeren met nota bene gemeentewoningen. Spreker wil deze suggestie nu nog niet geloven ondanks dat hij deze reeds meerdere malen hoorde uiten, maar toch meent hij ernstig te moeten waarschu wen ,dat deze gedachte niet verder veld wint. Met name de K.S.P. zal alle middelen te baat nemen om zich hiertegen te verzetten. Het College wil ook de verkoop van woningwetwoningen stoppen aan diegenen die onder de loongrens vallen. Het feit, dat diegenen die boven de loongrens vallen deze woningen niet kunnen kopen, leidt volgens het College tot onbevre digende toestanden. Spreker ziet werkelijk niet in waarom de arbeiders nu maar niet meer in aanmerking kunnen komen voor aankoop van hun huis. Aan de geachte afgevaardigden van de arbeiders in de K.V.P., P.v.d.A en mogelijke anderer vraagt hij of men dit standpunt nu maar moet onderschrijven Hij als K.ü.B.-er aanvaardt dit niet. Wat blijft er nu werkelijk van de bezits vorming over Spreker gunt, indien de beurs het toelaat en de mogelijkheden er voor de arbeider zijn, deze arbeider gaarne de aankoop van zijn woning te gen gunstige conditie^ maar men moet niet talmen, want dit gaat de arbeiders dan geld kosten, daar de waarde van de huizen onaanvaardbaar wordt opgedreven. Dat diegenen die boven de loongrens zitten nu ook maar geen huizen, dus premiewoningen, kunnen kopen, is ook een punt wat onaanvaardbaar is. Inder daad is het toch zo, meent hij, dat door verkoop van huizer middelen vrij komen die gebruikt kunnen worden tot leniging van de woningnood."Is het ver der niet dwaasvraagt spreker, 'Hat zij die dikwijls door hard v/erken een bepaalde positie hebben, nu maar aangewezen worden op de waanzinnige specu lerende en opdrijvende huizenverkoop Spreker vraagt zich af, of door deze houding inzake de verkoop van de wonin gen der gemeente Je verkeersvaarde der huizen welke te koop zijn in de vrije sector niet aanmerkelijk wordt opgedreven.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 91