'•a...:...
t
-
L\L,.
:.o-'
Het gevolg van aanvaarding van deze conclusie is immers?dat praktisch alleen
premie-woningen en dan togen verkeerswaarde voor overdracht in aanmerking ko
men en dat do overdracht van woningwetwoningen uitgesloten moet worden geacht.
Het streven naar eigen woningbezit wordt hiermede praktisch getorpedeerd.
Hit is weer eens een bewijs, meent spreker, dat in de politieke programmering
vaak met leuzen wordt gewerkt, welke in de praktijk niet realiseerbaar blijken.
Persoonlijk had hij liever gezien, dat de overheid naast het systeem van wo
ningwetwoningen het systeem van huurkoopwoningen met bijdragen voor minder
draagkrachtigen had ontwikkeld, zodat reële bezitsvorming was bevorderd.
Spreker gelooft, dat men de consequentie zal moeten aanvaarden, dat de door
de Minister destijds geopende mogelijkheid tot overdracht van woningwetwonin
gen niet in al haar gevolgen is doordacht. Hij moet het echter blijven be
treuren, dat men hiermede het faillissement ondertekent van een illusie, wel
ke door voorlichting van bovenaf gewekt, voor veel mensen van vandaag een des
illusie zal betekenen.
Een ontwikkeling van de gedachten, indien men naast het systeem van woning
wetwoningen het systeem van huurkoopwoningen had ontwikkeld, lijkt hem hier
niet ophaar plaats, omdat men dan gaat spreken over woningen, die hier niet
in het geding zijn.
Do heer NIJPELS wil over hetzelfde punt waarover de heer Berger gesproken
heeft, iets zeggen.
Over het algemeen kan hij waardering opbrengen voor de wijze waarop door het
College het beleid verdedigd wordt. Hij mag het dan vaak niet eens zijn met
dat beleid, maar hij is wel in staat bewondering op te brengen voor een ge
degen stuk werk en als leider van de oppositie heeft spreker liever met een
knappe dan met een domme tegenstand te doen.
Het spijt spreker }dat hij die waarderende woorden niet kan gebruiken voor de
"Nadere nota over de verkoop van gemoentewoningen" die nu ter beoordeling ter
tafel ligt. De nota is groot en netjes getikt en daarmee is alle goeds gezegd.
Yoor de re3t rammelt het aan alle kanten, het betoog hangt als los zand aan
elkaar, het is onlogisch en verward. De Wethouder gebruikt argumenten die pre
cies het tegendeel aantonen van wat hij wil zeggen en er wordt hen hierin een
beleid opgedrongenfdat onmogelijk als eon eerlijke en oprechte politiek van
volkshuisvesting kan worden uitgelegd.
Het is de Raad bekend hoe na dit onderwerp hom aan het hart ligt. Hij heeft
zelf als 'Wethouder een aandeel gehad in het vaststellen van het eerste proef
object. Spreker heeft herhaaldelijk en nog kort geleden een lans gebroken
voor verruiming van de verkoopmogelijkheid. Wat nu uit deze nota naar voren
komt^is, dat het Gemeentebestuur er een streep onder wil zetten. Zogenaamd
omdat er geen belangstelling voor bestaat. In werkelijkheid, en daarvan wordt
openlijk geen geheim gemaakt, omdat men in een tijd van oplopende prijzen lie
ver geen onroerend goed verkoopt.
De taak van de Wethouder wordt kort en krachtig omschreven in de naam van
zijn departement. Hij is Wethouder van Volkshuisvesting? zijn eerste zorg
moet zijn de huisvesting van het volk en niet de speculatieve verdediging van
oen bezit. Hij kan hier wel heel gewichtig, met een topzware verzameling,
"Zwolsmannet jé' gaan zitten spelen - en spreker zou hem persoonlijk dat genoegen
wel gunnen - als er niet een groot gevaar in zat, dat, naar zijn ernstige
overtuiging, de hele Bergse woningpolitiek bedreigt.
In de nota komen af en toe ook nog wel eens verstandige regels voor. Op pag.
2 leest hij: "Tot goed begrip wijzen wij er op, dat de bouw van overheidswege
van woningwetwoningen bedoeld is ter voorziening in de behoefte aan eenvoudige
arbeiderswoningen, voorzover aannemelijk is, dat het particulier initiatief
niet in die behoefte voorziet". "We weten allemaal" zegt spreker, 'hoe het ge
gaan is. De regering heeft, om de prijs van volkshuizen en huren in de hand
te houden, de bouwsommen gereglementeerd, particulieren hebben voor de toe-
Selaten uitgezogen bedragen geen lonende woningbouw kunnen plegen en de ge
meenten moesten, met steun van het Rijk, het initiatief overnemen. De gevolgen
van deze politiek gaan buiten de inhoud van dit betoog om maar het is hieruit
duidelijk^dat het bouwen en exploiteren van woningen een taak is, die aan de
gemeenten is opgedrongen als een hulpmiddel om de voorname taak van de volks
huisvesting te kunnen uitvoeren. Als oen Gemeentebestuur kans zou zien om de
Bevolking beter en ruimer te huisvesten door zelf geen enkel huis te bouwen
of te bezitten, zou hot in geweten verplicht zijn om dit te doen.
Huizen zijn geen straten en pleinen, geen waterleiding en lantaarnpalen, hui
zen zijn dingen, waarin mensen loven en wonen, waarin gezinnen ontstaan,
waarims avonds een lamp brandt, waarin kinderen lachen en ouders hun zorgen
Bepraten. Het zijn de cellen van de samenleving, waaruit een gezonde maat
schappij moet groeien. Als je daarmee gaat knoeien fdoe je iets tegen het leven.
.i.--
-■
,k