"Hoe spoedig?" vraagt hi5 Dat zal er helemaal van afhangen in welk tempo de Bergen op Zoomse Jeugdraad gestalt^3 krijgt en welke omvang die gestalte zal aannemen, ^e heer de JAEGER wil allereeet iets naders zeggen over het voorstel tot het instemmen met de wijze, waarop de jeugdorganisaties worden "betrokken in het gemeentelijk "beleid ten aanzien van de vrije jeugdvorming, de jeugdsport en de jeugdrecreatie. De Studiecommissie heeft voorgesteld een Bergen op Zoomse Jeugdgemeenschap te vormen, hierbij een aantal richtlijnen gevend om tot contaèt-overle^» en adviesorgaan te kunnen komen. Dit advies volgt het College niet en het meent, dat de organisaties zelf, dit stedelijk orgaan moeten formeren. Spreker vraagt zich af, is het niet een kwestie van een doelbewust beleid als het College coördinatie inzake jeugdzaken doelbewust nastreeft? Is het niet zo, dat prestaties van de sport en het verenigingsleven hier in Bergen op Zoom in sommige gevallen, ja in vele gevallen, wel zeer bedroevend zijn? Is het nu niet zo', vraagt spreker verder," dat sommige verenigingen pa pieren jeugdleden hebben om zoveel mogelijk subsidie te hebben, hetgeen dan ten koste gaat van andere hardwerkende verenigingen die veel meer konden presteren als ze neer geld hadden?Spreker juicht het daarom toe, dat het College een.pa- ging aanwendt om hierin verbetering aan te brengen, maar hij zou willen vragen om dan duidelijk te zijn in deze bedoelingen. Men wil de oprichting van een Bergen op Zoomse Jeugdgemeenschap bevorderen, maar even te voren wordt gezegd, dat de organisaties zelf dit orgaan moeten formeren, Verder blijkt een goeu contaot met de jeugdsport door de Studiecommissie niet mogelijk geweest te zijn. Daarom vraagt spreker, of hier voor het College geen taak ligt, Ga de versnippering van krachten tegent Streeft naar een voor- uit^revend beleid inzake de jeugd en alles wat daarmede in verband staat in Bergen op Zoomen Mede door middel van de subsidies moeten de prestaties omhoog, aarom zou spreker een duidelijke uitspraak nog eens zeer op prijs stellen,n.l„d.at iet College deze Bergen op Zoomse Jeugdgemeenschap werkelijk wenst engeen af- over^lit6zo°noodzaêeïi5êenco§rdinItie-orgaan?reni^in^en het eenS gaan WOrden ("V "Vervolgens zou spreker nog enkele opmerkingen willen maken over het voorstel van urgemeester en Wethouders tot subsidiering. Gezien zijn eerste opmerking zou speker nog even stil willen blijven staan bij artikel 3 lid 1,"Het over-J oepelend orgaan zoals hier bedoeld, is dat^' vraagt spreker' de Bergen op Zoomse Jeugdgemeenschap? Of is het voldoende, dat de organisaties in genoemde Jeugdraden samenwerken". Hij is van mening, dat alle organisaties bij Jeugd raden moeten zijn aangesloten en dat vanuit deze jeugdraden de vertegenwoor digers van de Bergen op Zoomse Jeugdgemeenschap komen. Immers, als dat niet zou gebeuren, dan lijkt hem deze jeugdgemeenschap een veel te groot lichaam, waarvan de bestuurbaarheid zijns inziens erg moeilijk lijkt. Hoe ziet Uw College verder", vraagt spreker, de Katholieke en Protestantse stedelijke Jeugdraden als overkoepelend orgaan?" Is hij goed geïnformeerd dan gaat er van deze organen zeer weinig uit. Toch verneemt hij gaarne het stand punt van het College, Veel meer gaat er uit van de goed functionerende jeugd raden van Oost, de Zeekant en het Port alsmede van de Protestantse Jeugdraad, Ala overkoepelende organen zou hij deze wel als voorbeeld willen stellen. inschien is het juist te stimuleren, dat er ook elders jeugdraflen komen en dat dan uit deze Jeugdraden vertegenwoordigers voor de Stedelijke Jeugd gemeenschap worden gekozen. Tenslotte wil spreker nog iets zeggen over artikel 5, liJ a dat luidt t Een bijdrage ineens van 50$ in de kosten van stichting en uitbreiding van een Oeugdhuis tot een maximale bijdrage van f. 15.000,— of wel 60$ in de materi aalkosten tot een gelijk maximaal bedrag, Hierin wordt een maximum voorgesteld waarmee spreker zich niet kan verenigen, "at I0 nu f. 15.000,- subsidie -voor de bouw van een jeugdhuis in deze tijd? ij begrijpt, dat een en ander in het raam der finanoiè'le mogelijkheden moet gebeuren, maar anderzijds meent spreker zich tooh niet te kunnen vastleggen voor de toekomst voor dit maximum, j-wingen we daardoor degenen die tot stichting van een jeugdhuis overgaan nj,et tot een gebouw, dat wat doelmatigheid betreft zeer en zeer pover moet zijn? vraagt spreker. Door een maximum te aanvaarden meent spreker meteen alle vooruitstrevende plannen te torpederen, In eerste instantie wil hij het hierbij laten. De heer GORRISSEN zegt, dat het toeval wil, dat hij nogal eens tegen de Wethouder voorOnderwijs, Kunsten en Wetenschappen discussieert Met dit voorstel is hij echter blij en hij zou zijn compliment willen maken met het feit, dat hij dit stuk in de Raad gebracht heeft. Het is werkelijk van zeer grote betekenis. I..'

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 75