-17- 13 VOoLSpr,0ke1, onbe^r:LJPeliJk, dat Burgemeester en Wethouders slechts geveer 25/o willen bijdragen in de kosten^ terwijl bijvoorbeeld Breda 67$ en n°£ wat meer en dat zij daarvoor zulke vage motiveringen gebruiken, opreker zou dan ook m eerste instantie het volgende willen vragen» a. welke posten achten Burgemeester en Wethouders te hoog'? b. Wat verstaan Burgemeester en Wethouders onder bedrag bijdrage moet ge richt zijn op vaoantiewerk binnen aanvaardbare grenzen"; Worden volgens Burgemeester en Wethouders de aanvaardbare grenzen bij het Kindervacantie- spel overschreden en zo ja, op welke wijze? c. Kan het College enige richtlijnen aangeven op welke wijze het beter kan met vooral practische voorbeelden De heer VnRBAALEN begint met te zeggen, dat er algemene erkenning en waardering xs voor het vakantiespel en zijn initiatiefnemers. Daarom verdient ziins inziens dit particulier initiatief blijvende belangstelling en financiële hulp, voorzover die nodig is. Om die reden had spreker aanvankelijk gedacht» laten wij hen die subsidie geven, die zij vragen. In de voorbesprekingen heeft hij evenwel beluisterd, dat het niet in de be- oe ing ligt omde initiatiefnemers mot een onverhoopt deficit te laten zitten, aar dat men bijeen overigens redelijke opzet een eventueel deficit van 1964 xn aanmerking wil nemen bij een subsidieverzoek voor het volgende jaar. Spreker vraagt of dit juist is. Met deze financiële rugdekking voor de organisatoren kan spreker zijn stem an het voorstel van Burgemeester en Wethouders geven. Hij heeft echter graag f'ekG;?b®id' Niemand zal vooraf ook maar bij benadering kunnen -ggen, hoe het dit jaar financieel verloopt', daarvoor kent dit werk teveel risico's van allerlei aard. „dat fprek!r in de °Pzet van dit vakantiespel opvalt is, dat de uit Limbur/ blJeei\ stagiairevorig jaar uit Oost Brabant, ditmaal exen het zo 13, dat dit vakantiespel staat of valt met de werk rust^vrijlabiel?r^e 11 ^k° stagiairo» dan vindt hij de basis, waarop dit 0g?kSme^ïc^iviïStennSo^O^, bepaalde Particulier initiatief voort- fplTo!! opeen gegeven moment gaan wegkwijnen, soms door het voornaa^telnitiftSnemers!1^' wegvallen van enkele of da kGGds meerdere malen is doorvrochilbndeRaadsleden de wenselijkheid uitgespro- l n;;; volgend agendapunt kan daartoe weer de gelegenheid bieden- om in lil O? °°n een SemeonteiijkG afdeling voor jeugdzaken in het leven te roe pen oi om te beginnen .meteêr^mbtonaar voor jeugdzaken aan te stellen. en Van ^enin&> dat aan stedelijke activiteiten zoals dit vakantiespol kan wnrH erwai neerdere - niot alleen oen grote stimulans en dienstbaarheid Kan worden geboden, maar vooral een vastere basis, wanneer deze activiteiten J zo n ai deling jeugdzaken zouden kunnen worden ondergebracht. heT,p^eibeh°!f! de vollediea zelfstandigheid van particuliere iniatiatiefnemers nelemaai niet te worden ingeperkt. Het is een der meest moderne overheidsmiddelen om steun, hulp en dienstbaarheid te geven, speciaal aan de op het terrein van ae jeugd werkzame verenigingen en organisaties, opreker heeft hier graag nog even op willen wijzen. ch V* D?R 1,/E?GM hGeft eon Paar weken geleden in de krant gelezen, dat een der Ministers tegenover de Kamerleden zei, dat zij zich meer in contact moesten stellen met de bevolking. Hij bedoelde daarmee, dat men dat niet alleen met de partij moest hebben, doch ook met de kiezers, waar ook. pre er gelooft ook wel degelijk, dat de Leden van de Raad contact met de mensen moeten hebben, hier hoort geen partij bij. In de tweede plaats ziet opreker, dat hier een groots werk wordt gedaan. ttï zouden met de hand op het hart moeten kunnen zeggen, dat het l n°dig is. Als dat althans zo is, maar spreker meent, dat het wel en zelfs d nodig 13, dat men als Raad iets presteert om deze zaak mogelijk te maken om ue zwakke kant, die de jeugd hooft of misschien zal krijgen op te vangen, is a on bekend, en er is ook herhaaldelijk over gesproken. Ook de vorige a xs erop gewezen, dat men niet voldoende aan dit werk kan doen, om de jeugd us anig te bewaren en te beschermen. De stad kan er de vruchten van plukken* is oen groot goed. Voor dergelijk werk is geld nodig, inderdaad, maar men Kan tenslotte niets doen of men moet er geld voor hebben. °m <iit werk te doen is er geld nodig» mon moet dit sooiaal bezien, maar als -n6ï\, 1 S°ed wil verrichten, wordt er ook iets goeds gedaan, ,e, GOr DiRNAARDb wijst erop, dat in het rapport aan de Raad wordt gesteld, a e gehele Commissie zich kan verenigen met het voorstel.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 65