-23- Op die vraaer hooft spreker ook geen antwoord gekreger^ zal de verhoging,&» goed keuring verkrijgen, indien-deze. moot vrorden aangevraagd? Daarop zou spreker ook nog gaarne antwoord hebben.. Hij wil dan zo vrij zijn, met een tussenvoorstel te komen en stelt voor de vcrhogingai als volgt te doen luiden: 1. een bad met douche van f. 0,35 op f. 0,40; 2. een bad met douche voor kinderen tot de leeftijd van 12 jaar van f. 0,25 op f. 0,30; 3. een bad met douche voor verenigingen per persoon van f. 0,20 op f. 0,25; 4. een bad met douche voor verenigingen met personen tot de leeftijd van 12 jaaredf. 0,10, wil spreker f. 0,10 laten; 5. een tienbadenkaart met douches voor gezinsleden van 12 jaar en ouder van f. 3,-- op f. 3,50; 6. een tienbadenkaart met douches voor gezinsleden tot 12 jaar van f. 2, op f. 2,50; 7. een persoonlijk abonnement: a. voor kinderen tot 12 jaardf. 7,— wil hij f. 7,— latenj b. voor personen van 12 jaar en ouder van f. 7,-- op f. 8,50; 8. Qen gezinsabonnement van f. 15,-- op f. 17,50; 9. een schoolzwemkaart van f. 1,50 op f, 1,75; 10.een gezins-rijwielabonnement van f. 10,wil hij f. 10,laten. 'Men weet net zo goed als ik" zegt spreker, "dat de Minister ten aanzien van de rijwielbewaarplaatsen benadrukt heeft, dat de varieven van de rijwielbewaarplaat sen niet ontoog mogen gaan'! Daarom wil hij dit ook zo houden. 14zwemonderwijs a. 10 lessen individueel van f. 7,50 op f. 8, b 20 lessen klassikaal ad f. 5,--ff. 5,laten. Spreker merkt op, dat lessen ook door jeugdige personen genomen worden. Over de diploma's wil hij verder niets zeggen. De VOORZITTER vraagt of hij dit voorstel mag ontvangen. De heer DE JAEGER merkt op, dat hij de bedragen op de circulaire slechts heeft aangetekend. Hij meent, dat de Wethouder zijn bedragen wel genoteerd zal hebben. De VOORZITTER wil toch gaarne het voorstel,op papier ontvangen. De heer de Jaeger zal het dan even overschrijven. De heer VERSCHUREN wil nog even terugkomen op de opmerking van zijn fractie genoot de heer de Jaeger naar aanleiding van de mededeling van de Wethouder, „dat het prettig was te weten, welk standpunt de fractie inneemt. Wij weten ook, zegt sprekerwelk standpunt de Wethouder huldigt en daarover vallen we ook niet. Zo goed de Wethouder zijn standpunt verdedigt, meent spreker dat ook zij hun standpunt hier verdedigen mogen, In eerste instantie heeft hij gesproken over de verhoging van de gezinsabonne- mentenj)eze gaat om een verhoging van 33$ eri dat vindt hij zeker geen kleine ver hoging. Vooral kinderrijke gezinnon moeten behoorlijk in hun beurs kunnen tas ten om een gezinsabonnement te kunnen bekostigen. Dat is het enige, dat hij nog wil zeggen. De heer VAN DER WEEGEN, vindt het logisch, als men iets wil doen, dat er geld no dig is en dat de een hiervan meer de dupe zal zijn, dan de andere is vaak niet te voorkomen. "We hebben ook nog goede buurluiJ' 'zegt spreker, "die trekken de mensen naar zich toe en daar kost het niets. Het kost dan wel enige moeite, maar daar kan men dus gratis profiteren!' De vraag is, of "De Zanderijen" in taot zullen blijven, wanneer het andere bad er is. Hij heeft eens geïnformeerd in andere plaatsen en het eigenaardige is toch dat dergelijke zwembaden goedkoper beheerd kunnen worden door particu lieren, die een ontzagelijk grote bedrijvigheid uitoefenen om mensen te trekken, dat kunnen ze beter en ze weten er bovendien nog goed mee te verdienen, terwijl de gemeente er ook niet slecht mee is. Spreker is hiervoor niet gedocumenteerd om ermee voor de dag te komen. Hij had het wel willen doen, maar het is al te laat voor dese zomer. De heer BERGER ^eeft gemeend te moeten constateren, dat de heer de Jaeger ge pikeerd is om de uitlating"mentaliteitT De heer de Jaeger heeft dat blijkbaar verkeerd opgevat. Spreker heeft het bijvoegelijk naamwoord "lagere" niet gebruikt. Hij heeft bedoeld ermee aan te duiden, dat men voor een dubbeltje eerste rang wil zitten. Bij de behandeling van de begroting roept men om allerlei voorzieningen, die door anderen reeds tot stand zouden zijn gebracht. Wil men tot deze voorzienin gen overgaan, dan moet men er wat voor over hebben. Met te wijzen op de men taliteit, heeft spreker niet gedacht aan het bijvoegelijk naamwoord "lagere", zoals door de heer de Jaeger is gebruikt. De heer NIJSSEN heeft de Wethouder horen zeggen, dat het zwembad een groot te kort heeft.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 45