-15-
Spreker heeft het uit de commerciële voorlichting van het katholiek onderlijs
en daar staat in, dat men eind i960 is begonnen. Het zou dus 19S1 geweest
kunnen zi.in. aar dat is si ins inziens niet belangrijk.
llat:r het as vel Verhel!", zsgt de heer van. 'UIJST.
De heer GORRISüEn zegt, dat het in 1961 waB. Er zijn toen onaantastbare
cijfers 0p tafel gelegd, waaruit bleek, dat f. 67,-- nodig geacht werd, om het
onderwijs op een redelijk normale school te kunnen laten draaien. Als de heer
van Heijst vraagt, waarom de Gemeenteraad het niet heeft gegeven- hij noemde
daarbij een verkeerd cijfer van ruim f. 70,veronderstelt spreker, dat he.t
y/iï beleidskwestie zal zijn ^'^Aisschien heeft de gorr"JVts VeghsJL ïl.iA't
zov c-1. geld gehadk
De wethouder heeft dan gezegd, dat men altijd met cijfers kan werken, wanneer
men er de cijfers uitpikt die in het betoog te paB komen.De reeks van cij
fers door spreker genoemd, zijn daarmee niet weerlegd. In 1958» bleef de
uitkering innBergen op Zoom f. 8,76 beneden het landelijk gemiddelde en in
1963 was het f. 10,15. Spreker noemt dit terugboeren" en hij vindt he-t jammer
voor £q ergse jeugd, die op de lagere school het basis-onderwijs krijgt voor
e verdere ontwikkeling,dat op deze manier een soort discriminatie plaats
vin ^en opzichte van het noorden. Hij is van mening, dat de jeugd van Bergen
op Zoom dezelfde rechten heeft, als die van het westen.
De Wethouder zou pas met voorbeelden komen als hij in tweede instantie ant-
woord geeftSpreker vindt dit vervelend# Hij had graag over deze voor-
beelden iets gezegd, maar hij mag misschien straks wel een voorstel doen aan
de Raad,om alsnog gelegenheid te krijgen daarop te antwoorden.
De heer VERSCHUREN zegt van de Wethouder geen antwoord te hebben gekregen op
het feit, dat hij naarvoren heeft gebrachtn.l dat .ep 1 september 1963 de leer-
1^ngenschaal naar beneden is gegaan. In een vorig betoog heeft de Wethouder
«ens gezegd, dat als de klassen matiger zijn bezet, de kosten relatief zwaar
der drukken. Dat is nu dus ook hier het geval.
Als men ver onder het landelijk gemiddelde ligt, begrijpt spreker niet,
dat het niet nodig wordt geacht, dat dit een beetje opgetrokken wordt.
Met de heer Gorrissen moet spreker de vraag stellen, waarom we in het zuiden
met minder geld per leerling moeten volstaan dan in het westen.
Spreker heeft niet gezegd, dat het onderwijs, hier op een t£ hoog peil stond,
maar op hoog peil. Dat het ergens funest of averechts zou werken, als het peil
nog omhoog ging, daar kan Bpreker het niet mee eens zijn. Hij zit hier speciaal
te pleiten voor de belangen van het onderwijs in Bergen op Zoom. Spreker zou
ook graag antwoord hebben op zijn opmerking betreffende de leerlingenschaal.
Door de bethouder is eerder gezegd, dat een lage klasse-bezetting relatief meer
geld kost en daiar de klasse-bezetting hier lager is geworden, geldt dit dus ook
voor Bergen op Zoom,
De heer VaN HET ST merkt op, dat de heer Gorrissen wel waarde hecht aan sta
tistische cijfers, doch spreker heeft niet gezegd, dat hij er geen waarde aan
echt„ Hij heeft gezegd, dat men er zeer voorzichtig mee moet werken. Ook is door
de heer Gorrissen gezegd,dat specialisten verwijzen naar het landelijk gemid
delde. Dat zijn specialisten, die door de schoolbesturen worden ingeschakeld,
- ij kan zich voorstellen, dat deze specialisten naar de zo gunstigfaogelijke ge
tallen zoeken# als ze moeten komen onderhandelen en dus grijpen ze naar het
landelijk gemiddelde dat voor hen gunstig ligt en hen in een betere onder
handelingspositie plaatst.
Er is gezegd,." Bergen op Zoom ligt f. 10,15 achter het i-nd lijk gemiddelde:'
preker herhaalt, dat hij dit geen ramp vindt. We hebben in Bergen op Zoom
a leen bijzonder onderwijs en het landelijk gemiddelde komt ook tot stand door
de^bedragen die het openbaar onderwijs krijgt. Voor het openbaar onderwijs ligt
gemiddelde landelijk in steden tussen de 20 en 50.000 inwoners op f. 70,45.
Deze getallen zijn mede verwerkt in het gemiddeld^ dat f. 64,15 bedraagt,
zodat men rustig mag aannemen, dat het landelijk gemiddelde voor het bijzonder
onderwijs beneden de f. 64,15 ligt.
Spreker gelooft dus echt niet, dat men van die f, 10,15 behoeft te schrikken.
o kans zit er bovendien in, dat het in 19^4 minder wordt. Hij wil zich aan
sluiten bij wat de heer Verschuren wil weten, n.l. dat de kosten relatief
hoger zijn wanneer de leerlingen-schalen naar heneden gaan.
Het feit, dat de leerlingen-bezetting terugloopt, is voor het College een
belangrijke aanwijzing geweest, dat het bedrag omhoog moest, naast de reden
van de prijsstijgingen die optreden. Het is inderdaad zo, dat de hoogste kosten
voorkomen bij de lagere bezettingen. Het is best mogelijk, dat de gemiddelden
van het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs, dat naar zijn mening
beneden de f. 64,zou liggen, in de toekomst, door de verandering van de
leerlingenschaal, naar elkaar toegroeien.
I