-14- Spreker zou toch wel graag^willen weten, waar die f. 10.000,-- aan besteed zijn, want uit^ de afrekening van de vijf-jarige periode, waarvan de laatste is afgesloten in 1962, heeft men beslist niet de indruk gekregen dat er nog i. i 0.000,-- uit eigen zak zijn bijgespijkerd. V/el heeft men de indruk gekregen, dat er scholen waren, die nog wel over een zeer ruime nering konden beschikken, z,r zijn dingen aangeschaft, die beslist voldoen aan de modernste outillagedie men in een lagere school zou kunnen wensen. Als dit uitgelokt wordt, zou spreker daarvan in tweede instantie voorbeelden willen noemen. Door de heer Gorrissen is voorts gezegd, dat er in Bergen op Zoom geen openbare school is en dat dit voor de schoolbesturen jammer is. Spreker gelooft, dat dit een gevaarlijke uitlating is, want als er in Bergen op Zoom een openbare school was, zouden de uitgavan van deze openbare school onder de directe contróle van Burgemeester en Wethouders vallen en dan hangt het af van de gulheid van Burgemeester en Wethouders wat er per jaar uit de bus komt, i-e heer NIjPELS interrumpeert, dat er wel een openbare school is,namelijk de neutrale school. De^heer van HEIJST zegt, dat er in Bergen op Zoom geen openbare lagere school is; er is wel een bijzondere neutrale school. De heer NIJPELS merkt op, dat de gemeente daar toch voor verantwoordelijk ia. e gemeente heeft toch de gelden gevoteerd voor de verbouwing. De heer van HEIJST wijst erop, dat dit bij alle schoolbouw het geval is. Het spijt hem, dat hij hierover moet discussiè'ron met de vroegere Wethouder voor Onderwijs. Door de heer Gorrissen is nog gezegd» "Onze achterstand dreigt groter te wor den, van 1962 naar 1963 is het landelijk gemiddelde in steden van 20 tot 50 duiserri inwoners-opgetrokken met f. 6,25}in Bergen op Zoom maar met f. 4, Spreker kan dezelfde feiten aanhalen, maar dan omgekeerd. Van 1961 naar 1962- is het landelijk gemiddelde verhoogd met f. 1,82, terwijl de uitkering in Ber gen op 100m met f. 5,werd verhoogd. Men kan er altijd die getallen uit- pikkon, die het best in het betoog passen. In 1959-1960 is het landelijk ge middelde met i. <_,87 verhoogd, terwijl de uitkering in Bergen op Zoom f.5,50 hoger werd. Of men achteruit zal boeren, hangt er van af, hoe het landelijk gemiddelde zal uitvallen. Spreker is er niet van overtuigd, dat men algemeen m den lande forse verhogingen zal toepassen. Door de heer Verschuren is gezegd, dat in het zuiden te lang de geest van zuinigheid heeft geleefd. Spreker zou tegen de heer Verschuren willen zeggen, dat bij verschillende scholen in de 5-jarige periode, die in 1962 werd afge- s oten, die geest van zuinigheid niet -zo bijzonder duidelijk naarvoren is gekomen, oor de heer Verschuren is ook gezegd, dat de huidige Wethouder er iets aan moet doen als man uit het onderwijs en hij zegt tevens, dat het onderwijspeil ijzonder hoog is in Bergen op Zoom,Spreker wil beginnen met de laatste uit lating, welke niet pleit voor het betoog van de heer Verschuren, want als het peil toch al, zo hoog is met zulke lage middelen volgens de heer Verschuren, dan ^zegt dit niet, dat de middelen hoger moeten zijn maar de heer Verschuren zegt Ds huidige Wethouder moet er iets aan doen,Hij wil dan constateren, dat in 1962 het bedrag f. 50,was en als de Raad ermee instemt, wordt het thans f. 60, Dat wordt in 2 jaar tijds een tientje omhoog. Er wordt dus wel iets aan gedaan, D004J de heer Verschuren is voorts gevraagd aanpassing aan het landelijk niveau. nat zou echter volkomen onredelijk zijn. Dan zouden onze scholen, die een goedo cezetting hebben, sterk bevoordeeld worden ten opzichte van andere scholen, die niet aan een goedo bezetting komen. Spreker gelooft, dat men een totaal andere kant zou uitgaan. Door de heer van Leeuwen, zijn waarderende opmerkingen gemaakt. Hij heeft ge zegd, dat een bepaald bestuur tevreden zou zijn. Spreker kan niet anders zeggen dan dat hij persoonlijk de indruk heeft,dat dit niet bij één bestuur zal blijven- maar dat er meerdere besturen zo over zullen denken. De heer GORRISSaN merkt op, dat de Y/ethouder in de eerste plaats in twijfel heeft getrokken, oi statistische cijfers wel waarde hebben. Spreker meent dat statis tische cijfers wel degelijk waarde hebben, omdat ze gaan over een groot aantal namelijcover 3.000 scholen en een half millioen leerlingen. Hij kan niet ont dekken, dat de statistische cijfers,door hem genoemd,verkeerd waren. Bovendien wordt door verscheidene specialisten op onderwijsgebie d bij acties aie ze plegen te voeren altijd verwezen naarvhet landelijk gemiddelde, ook in Brabant en ook in Berden op Zoom. Door de heer van Heijst is ook gezegd, dat een gemiddelde heel gemakkelijk ge bruikt wordt om allerlei getallen te fabriceren. Hij heeft voorts gezegd" dat het in een bepaalde Brabantse plaats in 1962 was.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 36