-12- het landelijk gemiddelde bedroeg f. 56,08, verschil f. 11,08. In 1962 werd uitgekeerd f. 50,-- het landelijk gemiddelde was f. 57,90? verschil dus f.7.90. In 1965-werd uitgekeerd f. 54, jhet landelijk gemiddelde besroeg f.64,15 jhet vers chil dus weer f10,1 5 .ËLtbetekent dat de gem ,B,op Zoem in de loop van 6' jaar f. 1,40 'achteruit is gegaan ten opzichte van net landelijk gemiddelde, Ihans wordt voorgesteld het bedrag met f. 6,-- te verhogen. Spreker zou willen opmerken, dat van 1962 op 19^3 het landelijk gemiddelde met f. 6,25 is gestegen, terwijl het bedrag in Bergen op Zoom slechts met f. 4,omhoog ging. Het is een rede lijke verwachtingdat van 1963/1964 door de prijsstijging de stijging in don lande, zeker niet minder zal zijn dan f. 6,25 en Bergen op Zoom verhoogt nu met f. 6,--. Naar sprekers mening boert men achteruit, de ontstane achterstand gaat de verkeerde kant uit. Was de achterstand bij het landelijk gemiddelde co 7,90,volgens de redelijke verwachtingen zal deze nu meer dan f. ,5 gaan bodragen. De voorgestelde bedragen gaan niet ver genoeg. De ver- e ering, die het getal aangeeft is geen reê?le verbetering, maar een schijn- verbetering. Spreker zou het in eerste instantie hierbij willen laten en van het College willen vernemen, welke opvattingen het heeft over deze aangelegenheid en of er in zijn gegevens dingen zijn, die niet op de juiste wijze zijn toegelicht. e heer VaRSCHUREN zal, daar de heer Gorrissen veel cijfers heeft genoemd, zich onthouden van het noemen van cijfers, maar de thans voorgestelde bedragen voor vergoedingen per leerling voor het onderwijs krachtens artikel 101 der Lager-Onderwijswet nopen hem toch hier nader op in te gaan. In tegenstelling met de heer Gorrissen, zou spreker willen zeggen, dat hij niet als individu spreekt, maar namens zijn fractie. Spreker heeft een artikel meegebracht uit "De Stem" van 26 februari j.l. Hij zou daarbij dit willen opmerken, dat dit artikel waarschijnlijk niet van de huidige plaatselijke redacteur zal zijn- het stond bij het algemene nieuws en niet onder Bergen op oom. Hij zegt dit maar om te voorkomen, dat van andere zijde wederom pogingen rden gedaan een redacteur weg te werken omdat zogenaamd Bergen op /j°om in opspraak wordt gebracht of de rust verstoord wordt. Boven het artikel staat!"Achterstand""Veel Gemeenteraden komen dezer dagen weer voor de beslissing te staan over de vaststelling van de vergoeding per leer ling ter bestrijding van do materiele exploitatiekosten van de lagere scholen. Wat voor het openbaar onderwijs geldt, geldt ook voor het bijzonder onderwijs. Die vergoedingen lopen sterk uiteen, waarbij het nog altijd opvalt, dat in Brabaht en Limburg de bedragen in veel gevallen achter liggen bij andere provincies. In de katholieke gewesten zijn religieuzen in de pionierstijd altijd bijzonder inventief geweest om de kosten zo laag mogelijk te houden. en produoeorde zelf buiten schooltijd geldbesporende leermiddelen. j ie geest van zuinigheid beheerst nog veel schoolbesturen in het zuiden,ook nu de eek in toenemende mate de plaats van de religieus innnemt. Ook. Gemeenteraden, die uiteindelijk de beslissingmoeten nemen, passen zich daarbij aan. Zuinigheid kan mooi zijn, maar als ze gaat ten koste van een moderne bij-de-tijdse outillage van het katholiek onder\7ijs, dan wordt ze een kwaad. De cij.ters nu,wijzen uit, dat in de zuidelijke provincies, de ver goedingen per leerling over het algemeen nog altijd lager liggen, dan elders in het land. Ook in 1963 gold dat nog, blijkens de onderstaande gegevens." oor de heer Gorrissen zijn deze cijfers genoemd, zodat spreker daar niet verder op zal ingaan. Het artikel besluit» "Een achterstand oyer de gehele linie dus. Voor de Ge- ci'.enteradon zit hierin een aansporing, die voorgestelde bedragen kritisch te bezien. Er is geen onkel motief om een in de historie wortelende achter stelling vrijwillig te handhaven". Dit artikel spreekt, gelooft spreker, wel voldoende. Nu had hij van de huidige Wethouder, die toch ook een onderwijsman is, zeker verwacht, dat hij aan deze situatie iets had gedaan. spreker zou nog willen wijzen op het feit, dat het onderwijs in deze stad toch beslist op oen hoog peil staat. Hij vraagt zich dar^óok af, waarom hier het onderwijs het met minder geld moet stellen, dan in het westen. Reeds vorig jaar, heeft spreker in zijn betoog op deze situatie gewezen. Hij heeft toen een vergelijking gemaakt tussen het bijzonder en het openbaar onderwijs. De Wethouder gaf hem toen als antwoord, dat de kosten bij kleinere assen relatief zwaarder drukten dan bij grote klassen, u is per 1 september 1963de leerlingenschaal verlaagd, dus is bovenstaande ogi3cher-wijze ook van toepassing op kleinere klassen bij het gewoon lager onderwijs. Het is daarom, dat spreker van de Wethouder verwacht had, dat hij met de achter stelling van de vergoeding totaal gebroken had en dat hij zich zou hebben aangepast aan het landelijk niveau.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 34