- 17 - spreker niet erg. De heer BERGER vraagt zich af of men niet te veel detailkwesties aan het "behandelen is. Het is zo, met een tariefswijziging kan een paar gulden meer of minder het tekort inderdaad milder maken, maar het feit,dat Bergen op Zoom oen verzorgingrfunctie verricht ook op het gebied van muziekonderwijs, kan een sterk argument zijn bij de Rijks-overheid voor verhoging van de uitkering welke de Gemeente geniet op grond van de voorschriften en hiermee kan men zich zeker veilig gaan stellen. Een argument voor een extra uitkering is z.i. inder daad de verzorgingsfunctie van Bergen op Zoom op het gebied van muziekonder wijs. Y/anneer men van de Rijks-overheid gedaan kan krijgen daarvoor verfijnin gen toe te passen, dan gelooft spreker,dat men van die kant verder zal komen, dan wanneer men de zakelijke argumenten voor het verkrijgen van verfijningen uit de hand laat n?.aan. De heer RADDgR is het met de heer Berger volkomen eens en hij schaart zich ook volledig achter diens suggestie. De VOORZIIThR gelooft wel fdai men zijn opmerking over het verlies van de me dezeggenschap te zwaar genomen heeft. Hij zou echter in het algemeen willen i mollen: "men moet de Bergse muziekschool behouden als muziekschool van de Gemeen be Bergen op Goom" f maar daarnaast is alleszins te verdedigen dat ge tracht wordt om compensatie te ontvangen voor wat men op deze wijze aan de Duitengemeenten levert. Of dat rechtstreeks gebeurt of door de p fovincie is an minder belang. Spreker meent te weten dat de Provincie grotere bedragen ^oor dat doel wil beschikbaar stellen en daarom zou hij het thans in die rich- bing willen leiden. Hij meent dat de heer Berger gedacht heeft aan de uitke ring Qoor hot Rijk en de verfijningen. Spreker zou daarop kunnen mededelen dat inc.erdaad in de lucht hangt dat voor de ver zorgingsfunctie van centrumgemeen- +e*_i bepaalde financiële tegemoetkomingen zullen worden gegeven en daarom ook moeb de Gemeente deze service blijven leveren. Er bestaat overigens naar hij meent geen verschil van mening tussen de heren van Kaam, Nijssen en de bestuu- tafelBurgemeester en Wethouders zijn ook overtuigd van het feit jdat er iets gedaan moet worden om de centrumfunctie mogelijk te blijven maken, maar zij zouden dat niet willen binden aan een bepaalde vorm van betaling door die gemeenten, opreker gelooft ook dat men - en dat blijkt ook uit het antwoord dat aan de Raad gegeven is - zal moeten blijven beseffen dat deze aak de Ge meente geld blijft kosten. Hij zou ten slotte voor willen stellen de redac tie van artikel 4?lad 4»zodanig te wijzigen dat het lesgeld voor de aan een onderwijsklasse verbonden 4 leerlingen wordt bepaald op 6<j/o en voor de aan Gen onderwijsklasse verbonden J leerlingen op 80jj van het onder letter a be paalde lesgeld. De heer van R .AM merkt op dat dit betekent dat het tekort nog vergroot wordt. De VOORZITTER zegt dat dit nooit veel kan zijn. De heer BERGER vraagt of de Voorzitter dit voorstel doet namens hem zelf of ook namens het bestuur van de muziekschool, De^ VOORZITTER zegt .'Ook namens het College/'. In het advies is reeds naar voren georacht dat door de Commissie van toezicht wordt verzocht om bij dit groeps- onderwije meer rekening te houden met het aantal minuten per leerling. Bij de toelichting van deze wijziging van de tarieven heeft spreker ook reeds gezega dat men niet precies, wanneer er vier leerlingen zi'jn, ieder met 15 minuten zal moeten belasten omd.-t men meer voordeel heeft dan 15 minuten les van gr oepsonde rwi j s Do heer B .AG R vraagt of dit administratief niet een beetje omslachtig is. J-j VOOR^ITTüR deelt mee dat dit niet moeilijk is als men de tariefstelling r.'.e j. lien krijgt onder b. dan een afdeling van vier-vijfde maal het tarief en m c een afdeling van drie-vijfde maal het tarief. Dat is administratief niet moeilijk. De heer van ICAaM merkt op dat de Voorzitter komt met een voorstel om juistere verhoudingen te brengen en daar is hij voor, maar door deze wijziging wordt het tekort verhoogd, opreker vraagt of de Voorzitter niet een juistere ver- ouding kan vinden waarmee het tekort niet wordt vergroot maar verkleind. Is er niet iets aan de andere kant uit te werkeny'vraagt spreker. De VOORZITTER gelooft dat men het er mee. eens kan zijn dat,daaY zijn voorstel alleen van belang kan zijn voor de lessen in accordeon, gitaar en blokfluit, het nooit veel kan zijn. Het is wel voor het individu dat het moet betalen van belang, m?ar voor het geheel kan het z.i. niet veel uitmaken. De heer 1TIJSSEN vindt het wel vreemd ,dat nadat de wenselijkheid is betoogd om het tekort kleiner te maken,er nu een suggestie komt om het tekort te ver-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 183