- 9 -
voorstellen de vragen namens de Raad aan het Ministerie te willen voorleggen.
De heer de JAEGER heeft dit schrijven van de Staatssecretaris gelezen maar hij
verkeerde in de mening, omdat voorgesteld wordt het in nanuen te stellen van het
College ter fine van prae-advies, dat het binnen korte tijd weer wel op
de agenda zou komen en dat men daarbij tegelijk een mededeling zou krijgen hoe
deze zaak verder moet verlopen. Daarom heeft hij er zich nog niet bijzonder in
verdiept.
Als hij goed gezien heeft hoeveel woningen er onder monumentenzorg zullen
komen dan vindt hij dat ook schrikbarend. Wat moet er dan gebeuren»vraagt
hij wanneer - zoals door de heer Berger ten aanzien van de woning hoek Grote
Markt/Kremarstraat is opgemerkt - er aan zo'n woning niets gedaan wordt en
omdat ze onder monumentenzorg valt, bouwvallig wordt?"Hij weet wel, dat wanneer
®en dergelijke woning een gevaar gaat worden er maatregelen genomen zullen
worden, maar het is toch nog vorige winter voorgekomen, dat er pannen van ge
noemde woning afgewaaid zijn en er een waarschuwing moest worden geplaatst.
Het is een aanfluiting hoe dat gebouw er bij staat. Men zal echter moeten be
denken dat men thans meer dergelijke gevallen kan krijgen en spreker hoopt
dat dan tijdig maatregelen genomen zullen worden.
De heer RADDER heeft zich bij het doorlezen van de lange lijst afgevraagd in
hoeverre deze antiquiteiten een gevaar dreigen te worden voor de eventuele
saneringsplannen in de toekomst en hij zou graag weten in hoeverre de sane
ringsplannen prevaleren boven het bezit van antiquiteiten.
De VOORZITTER deelt mee dat hij natuurlijk niet, zoals de heer Berger reeds
vermoedde, uitvoerig kan inlichten over deze zaak. Hij heeft de monumentenwet
er op nagezien - men wordt wel verondersteld de wetten te kennen- maar zelfs
al zou men deze wet een paar keer lezen, dan kan men toch niet de juiste strek
king er van vatten en is men zeker niet van de ondergrond op de hoogte.
Op het ogenblik is de Raad kennis gegeven van de voorlopige lijst van monumen
ten met vermelding van de redenen waarom de betrokken panden op de lijst zou
den moeten worden geplaatst. De eigenaren en zakelijk gerechtigden van de ver
schillende daarin genoemde panden hebben ook persoonlijk een aanschrijving
gekregen en vanaf het ogenblik dat zij deze aanschrijving gekregen hebben zijn
zij gehouden aan bepaalde voorschriften van de wet ten aanzien van repara
ties of wijzigingen aan deze panden. Zij moeten ook voorkoiran dat deze panden
bouwvallig worden, want het gemeentebestuur kan hen dan verplichten de bouw
valligheid te voorkomen of op te heffen. Dit is echter een tijdelijke maatregel.
Iemand die op de voorlopige lijst staat en de gevel van zijn pand wil laten
wijzigen kan dat alleen doen met vergunning van het Ministerie van 0.1. eji W,
Die vergunning kan gegeven worden onder bepaalde voorwaarden, maar die vergun
ning kan ook geweigerd worden. Die beslissing is aan de Minister van O.K. en W,
en tegen diens beslissing is beroep open bij de Kroon. Dat is het enig<| be
roep dat de mensen hebben. Dat geldt ook voor gemeentelijke monumenten. De
Gemeente heeft ook een lijst gekregen van de gebouwen van de Gemeente die op
de lijst zijn geplaatst en ook wij kunnen er niets aan veranderen zonder toe
stemming van de Minister."
Het is zo wanneer een gebouw op de voorlopige lijst staat kan de Gemeente
geen bouwvergunning voor een dergelijk pand afgeventtenzij de aanvrager ge
dekt is door een toestemming van de Minister om te wijzigen.
Er is door de heer Radder de vraag gesteld in hoeverre deze maatregel een
bedreiging vormt of een belemmering voor de saneringsplannen, In de sanerings
plannen liggen inderdaad enkele panden die op de voorlopige lijst voorkonen
In hoeverre deze panden op de definitieve lijst zullen komen weet men echcer
niet. Het is hem wel bekend dat in Breda en Den Bosch een-zelfde procedure
is toegepast maar een groot aantal panden die aanvankelijk monumentaal waren,
is uiteindelijk van de lijst afgegaan. Met het advies van de Raad en met
net advies van Gedeputeerde Staten die hiervoor een bepaalde Commissie hebben
ingesteld, zal wel een grondige rectificatie van de voorlopige lijst plaats
hebben. Men kan echter niet zeggen welke panden er af zullen gaan. Dit is
aan de Raad voorgelegd door de Minister om van advies te dienen. Men zal eerst
de vraag moeten beantwoorden welke panden moeten worden afgevoerd of toege
voegd?
De heer BERGER vraagt of men mag aannemen»dat het advies dat door de Gemeente
v/ordt uitgebracht?bepalend is voor de definitieve houding van de Minister
De VOORZITTER kan dit ook niet zeggen. Het uiteindelijk oordeel of een pand
op deze lijst komt zal voor een groot deel afhangen van de Monumentenraad en
de Minister. Daarop is dan beroep mogelijk.