o;.:ro v
trtcvf-c;.;
- 23 -
gebruik wordt gemaakt van artikel 84, dat is het equivalent Van artikel 72,
maar betreft zogenaamde ingebouwde scholen^waarvopr-door<^6emeente voor geinves-
teerde bedragen rentevergoeding wordt^ge véniEt^^verschillende ingebouwde
scholen en zelden krijgt men een verzoek ingevolge artikel 84. Men saneert
de gebouwen vaak van de gelden die men binnenkrijgt voor de gewone exploitatie.
Als dat mogelijk is. en daar zijn bewijzen van die spreker nog in een vo
rige vergadering naar voren heeft gebrachtJ als dat mogelijk is, zit er in de
exploitatievergoeding enige ruimte»
De VOORZITTER zou een beroep willen doen (op de Raad om zich zoyeel mogelijk
te beperken tot artikel 103 en he kwestie'jaarlijkse uitkering, die nog vaak
genoeg besproken kan worden bij de vaststelling, zoveel mogelijk thans onbe
sproken te laten.
De heer GORRISSEN gelooft ook dat dit het beste is."Wij zullen dus," zegt hij,
"waarschijnlijk bij een andere gelegenheid de mogelijkheid krijgen om op het
eigenlijke onderwerp waarover het gaat, terug te komen. Het is eigenlijk thans
niet aan de orde, zoals door de Voorzitter terecht is opgemerkt."
Spreker is blij dat de Wethouder 00 een bepaalde manier gereageerd heeft. Al
is hij het er niet mee eens ^ij zi^-^éhans toch af van verdere bespreking.
De heer VERSCHUREN zou toch nog vai ien ding een aanmerking willen maken en
wel vrnhetgeen de heer Berger naar voren heeft gebracht en waar de Wethouder
hem gelijk in geeft. Spreker gelooft dat de uitgaven in het vijfde jaar bij de
schoolbesturen eqn andere grond hebben dan aangenomen wordt. Hem is bekend,
dat er schoolhoofden zijn,die gedurende 5 jaar erg spaarzaam zijn om in het
vijfde jaar, als er meer geld los kan komen, de school op te laten schilderen,
de speelplaats te verbeteren en aanschaffingen ten dienste van het onderwijs
te doen. Hij heeft echter niet de indruk dat dan het geld maar lukrokuitgegeven
wordt, daar is hij het niet mee eens.
De heer NIJSSEN heeft uit het betoog van de Wethouder gehoord dat er de laatste
jaren grotere verhogingen hebben plaats gehad dan in het verleden. Hij zou
er op willen wijzen dat hier de inflatore krachten ook mee gaan spreken.
De heer de JAEGER zegt,dat het be m zeerste&.L s opgevallen dat de Wethouder in
zijn antwoord aan de heer Gorrissen zeer matig is geweest, terwijl toch de
heer Gorrissen de machine aan de gang gezet heeft en tegenover ondergetekende
heeft de Wethouder met verheffing van stem gesproken. Hij heeft hem zelfs het
verwijt gemaakt dat er politieke bedoelingen achter zouden steken. Hij had
helemaal geen politieke bedoelingen toen hij over verhoging van de vergoedin
gen in de eerste 2 jaar van de vorige periode sprak, daar destijdB mr.Gerrit-
se' Wethouder was.
Het is z.i. niet mogelijk dat er daarom bij hem politieke bedoelingen waren.
Spreker heeft voorts gezegd, dat de laatste tijd verzoeken om verbetering van
scholen gedaan zijn, die altijd welwillend behandeld zijn en de meeste tijd
met een hamerslag zijn aangenomen. Daarom begrijpt hij nietdat de Wethouder
met verheffing van stem aan zijn persoon verwijten maakt.
Voorts heeft spreker gezegd,naar aanleiding van de opmerkingen van de heer
Gorrissen,dat,als de scholen zo slecht onderhouden zouden wordenmen er het
bordje "onbewoonbaar" aan zou moeten hangen, maar dat de scholen onbewoonbaar
zouden zijn is door hem niet beweerd. Bij de voorlezing van het rapport door
de heer Gorrissen kreeg hij de indruk,dat er scholen zouden zijn waaraan het
bordje "onbewoonbaar" zou moeten worden opgehangen. Het verwonderde spreker
daarom dat de lrethouder hierover met geen woord rept tegen de heer Gorrissen
en dat hij tegen hem met verheffing van stem spreekt. Hij krijgt ook de indruk
dat hij hier in de gemeente-klas zit. Spreker heeft slechts zakelijkebespre-
kingen willen houden en hij zit hier niet om politiek te voeren. Hij zit hier
zuiver voor het algemeen belang en dat wil hij zo goed mogelijk behartigen.
Ook al zou er een politieke kant aan zitten. Het gaat hier niet om politiek
maar het gaat om de schooljeugd, voor goed onderwijs.
De heer van HUIJST heeft gehoord dat de heer Gorrissen het debat wil voort
zetten bij een andere gelegenheid. Spreker twijfelt er niet aar>da.t de gele
genheid zich nog vaak voor zal doen om over de vergoedingen te spreken. Hij
ziet dan deze gelegenheid met belangstelling tegemoet.
Door de heer Verschuren is gezegd, dat steeds het 5© jaar gebruikt wordt voor
voorzieningen aan gebouwen en aanschaffing yan duurzame goederen. Spreker
moet dat onderschrijven, er zijn veel scholen die dat inderdaad doen,
maar het komt ook anders voor. Hij heeft ook een school aangetroffen,die aan
het einde van 1962 nog voor 1.600,papier en boekjes kocht en een school
die kans zag aan verfraaiing te denken en een kupststuk aankocht, bijv. een
kruisbeeld of reproducties en daaraan een bedrag besteed heeft van meer dan
1.000,Er zijn meer zulke dingen te noemen. Spreker wil geen enkele