- 22 -
erg onvoordelig uitvalt, omdat in de laatste periode de Hervormde School in
Oost is overgenomen waar een financieel tekort was op het moment van overname
van meer dan 5.000,Dat nadeel vindt men bij de cijfers van de Protes
tant Christelijke Schoolvereniging. De Neutrale Schoolvereniging steekt af
met een hoog getal, maai als men het reeê'l bekijkt, moet men zeggen»
Een. tekort van 11.000,op 21^0 leerlingen in de loop van 5 jaar is een
tekort dat neerkomt ou ongeveer 5>50 per jaar per leerling. Dat is een be
drag,, dat door veel ouders ven leerlingen van. deze school gaapn.e a^s contri
butie wordt gegeven aan, de vereniging.
Er zou volgens de heer Gorrissen een achterstand zijn bij het onderwijs.
Toen spreker dit hoorde is hij wel een beetje benauwd geworden, want die uit
keringen zijn in het verleden nog aanzienlijk lager geweest en, zegt hij,
"in de periode dat velen onzer de lagere school bezochten, waren ze nog lager".
Als er toen zo'n achterstand was zou men moeten denken aan een mindere ont
wikkeling. Maar hij gelooft dat er in de praktijk weinig van blijkt. Spreker
gelooft dat het onderwijs op onze lagere scholen even goed is als daar, waar
men hogere uitkeringen geniet.
Wat de schoolgebouwen betreft, moet het spreker van het hart dat deze er in
Bergen op Zoom bijzonder keurig uitzien. In het verleden heeft de Raad grote
bedragen uitgegeven om herstel van oude gebouwen mogelijk te maken en dat
gebeurt op het ogenblik nog, daar op verschillende scholen de Banering in
voll^ang is. Een groot aantal schoolgebouwen is iog gloed-nieuw en als
de toestand zod-nig is als de heer de Jaeger zegt,n.l. dat ze onbewoonbaar, zo.uden
zyndanzoyóit geen compliment zijn voor de architecten die door de schoolbesturen
zelf worden uitgekozen.
Door de heer Gerrissen is gevraagd om over deze zaak ernstig na te denken.
Spreker gelooft dat van ieder Raadslid wordt verwacht, dat hij altijd over
de stukken die hem warden voorgelegd, nadenkt,zodat dit eigenlijk altijd maar
een normale zaak is. Om over beleidszaken ernstig na te denken heeft geen van
allen een aanspoiing nodig.
Door de heer de Jaeger is gezegd, dat reeds 8 jaar geleden over de kwestie
vergoedingen flink gediscuteerd is en hij heeft eveneens gememoreerd dat
herhaaldelijk verzoeken ziin binnengekomen ingev. artikel 72. Misschien is
het opgevallen, dat er praktisch nooit verzoeken zijn die niet worden toe
gewezen, deze dingen draaien allemaal door op advies van de inspectie.
Enkele bijzondere verlangensdie buiten de normale voorzieningen vallen worden
wel eens niet toegewezen. In de periode dat spreker deel uitmaakt van het Col
lege is dit mogelijk een of twee maal gebeurd.
Door de heer de Jaeger is, mogelijk met politieke bedoeling, gezegd dat de
eerste twee jaar van de vorige periode de bedragen aanzienlijk zijn opgetrok
ken en hij heeft door laten schemeren dat er sindsdien niets meer aan gedaan
zou zijn. Spreker zou dan willen opmerken dat het bedrag in 1959 is verhoogd
van 59» 25 tot 40»Jda-t is dua met 75 cent en in I960, het tweede jaar
van het vorige College is het bedrag verhoogd tot 43»50, dus met 3,50.
In die twee jaar is het dusdntotaal verhoogd met 4,25. Dan steekt toch,
wat nu gebeurd is, wel wat af bij deze "roemrijke periode", want nu is in
2 jaar het bedrag van 50,naar 60,gebracht en dus met 10,
verhoogd.
Spreker heeft gemeend deze cijfers te moeten noemen omdat men op de duur zou
gaan geloven dat alles wat verteld wordt voor zoete koek moet worden aange
nomen. Hij heeft de heer de Jaeger al geantwoord op wat betreft de onbewoon-
baar-heid en hij zou hem uit willen nodigen enkele nieuwe scholen en ook
oude scholen eens te bezoeken. Dan zal hij zelf constateren dat er beslist
het etiket "onbewoonbaar" niet op^ehaeft,jr zijn er bij die meer dan bewoon
baar zijn.
Op wat de heer Radder gezegd heeftbehoeft spreker,naar hij meent niet te
antwoorden. Het lijkt hem ook dat er van de andere zijde wel eens minder
correcte dingen worden gedaan, er zijn ook wel eens minder deskundigen die de
financiën moeten beheren en ook daar wordt wel eens een fout gemaakt.
Daarvan heeft men in deze Raad zelf voorbeelden kunnen zien.
Spreker gelooft dat '£e schoolbesturen inderdaad wel eens een keer de ver
goeding gebruiken voor een deel voor zaken waarvoor ze eigenlijk niet bestemd
is, bijv. voor verbetering van gebouwen, want daarvoor is nog altijd een be-
ïoep op artikel 72 mogelijk.
Het verschijnsel door de heer Berger aangeduid dat de uitgaven in het j>e
jaar hoger zijn - spreker vindt het prettig dat dit naar voren is gebracht -
is een van de dingen die het College steeds opvallen, maar hij zou graag
enkele andere dingen willen zeggen. Als we de uitkeringen in het algemeen in
het geding brengen da moet het de Raad toch opgevallen zijn dat nauwelijks