- 19 -
vc:dat het Katholiek onderv/ijs zegt: "Wij zetten de tering naar de
nering", mar- dan romen er andere moeilijkheden, want dan komt men in de
knoei met her onderwijs. Er ontstaat dan een onzichtbare achterstand.
Uit de stukken blijkt, dat het niet-katholiek onderwijs financieel in de
knoei is geraakt en dat het katholiek onderwijs in de knoei raakt zoals uit
de brieven die in dit tijdvak geschreven zijn aan de leden van het College
blijkt
Spreker heeft brieven van 1959» I960 en 1961 voor zich. Hij leest er enkele
dingen uit voor, om aan te tonen, dat er werkelijk moeilijkheden waren.
Ilij leest clan eerst iets voer uit een brief van de R. K. Schoolraad aan de
Wethoudervoor Onderwijs, waarin o.a. staat: "Ondanks de groots mogelijke
bezuinigingen en het nalaten van noodzakelijke vernieuwingen aan leermiddelen
hebben de volgende scholen over 1958 een tekort".
Spreker wil geen no,men van de scho-ien noemen, maar de tekorten variëren van
1,000,— tot 1.400, 2,500,— en 7.671,--
Ook het aantal klachten wil hij noemen, hijwil .deze niet allemaal noemen,
maar ze variëren van leermiddelen tor gebouwen, "12 Klassen zijn praktisch
niet geverfd. De lappen hangen van hej/plafond. Er is geen geld voor restau
ratie"; "De onderwijzerskamer is een hok. De middelen ontbreken om de ruimte
toonbaar te maken"; "Speelplaats vol kuilen en gaten. Geen geld om het in
orde te laten brengen"; "Jongens moeten met tweeën uit éên boek werken. Pa
rallelklassen wisselen met de boeken, Kaarten en platenmateriaal absoluut
onvoldoende"; "Rekenboeken totaal versleten. Voor vervanging geen geld";
"Onderhoud gebouw vraagt veel: rotte dorpels onder vensters, lekke goten en
buizen, hobbelige ?.oeren vol spleten, waardoor de kou tegen de benen omhoog
kruipt": "Schoonmaken van het gebouY: moet tot het noodzakelijke beperkt blij
ven"; "De vergoedingen zijn in de Gemeente Bergen op Zoom ten opzichte van
zowel grotere als kleinere gemeenten laag. U kunt dit opmaken uit het over
zicht dat ce heer inspecteur U heeft toegestuurd."
Spreker Slaat de brief van 11 juni i960 over en hij komt dan aan de brief
van 2;, rei 1961,waarin een zeer gedetailleerde kostenopgave wordt gegeven
die voor ?e:i normale school nodig zijn. Hij zal niot alle cijfers
noemen, maa:1 men komt voor het g.l 0. tot een bedrag van 61,70 per leer
ling voor 1961. Het bedrag -ras hier teen vastgesteld op 45»---» terwijl het
in 1962 op 50»"- werd bepaald. Belangrijker vindt spreker echter wel wat
het bestuur van de Schoolraad schrijft: "De bedragen per leerling, die nu
ter beschikking van de schoo"besturen staan, hebben tot gevolg, dat op bijna
alle posten onredelijk moet worden bezuinigd o.a. door gebruikmaking van min
derwaardige materialen; door het achterwege laten van veel wat wenselijk of
nodig is; te lang laten gebruiken van versleten boeken en leermiddelen;
neinig te doen aan het onderhoud van het gebouw; onvoldoende laten schoon
maken; achterwege laten van veel wat schoolgebouw en onderwijs aantrekke
lijk kan en behoort te maken".
Verder leest hij' "Het bestuur van de Katholieke Schoolraad voor Bergen op
Zoom. en omgeving verzoekt U beleefd te willen bevorderen, dat voor de vast
stelling dor vergoedingen voor het kalenderjaar 1962 bovenstaande berekening
als maatstaf zal worden gebruikt,"
Dat waren gegevens die spreker ter beschikking staan en waarmee hij aan wil
ionen dat het toch in het verleden, ondanks allerlei klachten die er geweest
zijn, niet mogelijk gebleken is een vergoeding vast te stellen die voldoet.
Er is in het voorjaar hier betoogd dat die vergoeding niet te laag was en was
obaseerd op de verschillende gegevens die genoemd zijn en door de Wethouder
onder de loupe waren genomen en op een andere manier bekeken.
Spreker zou willen vragen of de Raadsleden en de Lede van het College over
dit alles nog eens na willen denken en de verstrekte informaties van hem
willen onderzoeken op :iun waarde.
De heer VERSCHUREN heefo met belangstelling het betoog van de heer Gorrissen
beluisterd. Hij kan zich echter niet aan de indruk onttrekken dat hij net zo
goed de notulen van 1965 en van enkele maanden geleden had kunnen nemen, dat
zou hetzelfde zijn geweest, In 1965 is betoogd dat de vergoeding te laag was,
enkele maanden geleden is dat ook betoogd. Er is toen een motie gekomen van
de heer Gorrissen welke door de K.S.P. is gesteund. Door de heer Gorrissen
werd aangekondigd dat h:j dit prettig wilde spelen en dat hij niet met een
motie wilde komen, maar het is cwreker niet duidelijk waarom de heer Gorris
sen met zijn uitgebreid betoog gekomen is, daar deze zaal al meermalen in de
Ra.ad heeft gespeeld en er /och geen meerderheid voor te vinden is.