De heer AKKERMANSwil iets zeggen over punt "z"»n.l. de "brief van 22 mei'64
naar aanleiding van de ingestelde controle door de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten ter-zake Stichting Sportpark Rozenoord. Nu schrijft het bestuur van
de Stichting»dat de nota's in 1962 zijn uitgezonden en dat gebleken is, dat
deze nota's foutief waren»omdat de desbetreffende wedstrijden niet zouden zijn
doorgegaan. Dit bevredigt spreker geenszins. Hij vraagt zich af of de interne
organisatie tussen secretaris-penningmeester en de terrein-opzichter die hier
over gaat wel in orde i3 en anderzijds vraagt hij zich af hoe men er bij komt t
wanneer geen wedstrijden - hoewel aangevraagd - gespeeld zijn» toch een nota
uit te zenden en dat nu pas bij de controle over het eerste kwartaal 19^4 deze
gegevens te berde komen. Anderzijds begrijpt sprekcr"niet>dat,toen de nota's
waren uitgeschreven en dus door de desbetreffende verenigingen waren ontvangen,
deze verenigingen er niet op hebben geattendeerd dat deze wedstrijden niet wa
ren gespeeld. Bovendien meent hij dat het toch vel gebruikelijk is na 3 maan
den na te gaan welke nota's nog open staan en daarna te rappelleren. Dan sou
men ook gemakkelijker hebben kunnen nagaan of de wedstrijden al dan niet waren
gespeeld.
Spreker vraagt het College of de nodige maatregelen genomen kunnen worden
waardoor dit in de toekomst achterwege blijft.
De heer van HEIJST zegt,dat de heer Akkermans terecht heeft geconstateerd,
dat hier drie nota's lagen, die betrekking hadden op het jaar tevoren en dat
dit inderdaad te laat is opgemerkt. Het waren echter nota's van betrekkelijk
geringe bedragen. Bovendien is het mogelijk,dat het ook bij de vorige contrö-
le is opgemerkt, maar omdat het zulko kleine bedragen betreft heeft men er toenl
verder geen notitie van genomen. Het is zoals de heer Akkermans zegt» men hoeft J
er te laat op gereageerd. Dat geldt voor beide partijen, ook voor de aangeschre
ven verenigingen. Dit gebeurt echter meer met dergelijke kleine bedragen, waar
men zich niet zo gauw druk over maakt. Er is inderdaad ook een gebrek aan
coördinatie tussen secretaris-penningmeester en terrein-opzichter, maar spre
ker gelooft dat wanneer dit in de eerstvolgende vergadering van de Stichting aa::'js
de orde wordt gesteld, dit in do toekomst niet meer zal voorkomen.
Zonder hoofdelijke stemming worden hiernade stukken a tot en met z voor
kennisgeving aangenomen.
aa. R,K.Kerkbestuur van de parochie van het Allerheiligste Hart van Jezus te
Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 27~ mei 1964.
Verzoek om medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-Onderwijsvet 1920
voor de aanschaffingvan leermiddelen ten behoeve van de bijzondere school
voor g.l.o. aan do Meidoornlaan 42 te Bergen op Zoom.
bbR.K.Kerkbestuur van de parochie van het Allerheiligste Hart van Jezus te
Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 28 mei 19^4.
Verzoek om medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-Onderwijswet 1920
voor de aanschaffing van meubilair en leer- en hulpmiddelen ten behoeve
van de bijzondere school voor g.l.o. aan do "eegbree straat 40 te Bergen
op Zoom.
Voorgesteld wordt de stukken aa en bb te stellen in handen van Burgemeester
en Wethouders ter fine van prae-advies.
De hoer VERSCHUREN zou hierbij willen opmerken»dat hij in de Raadsverga
dering toen de vergoeding per leerling ter sprake kwam, betoogd heeft dat die
vergoeding vel iets hoger mocht zijn omdat er verschillende schoolbesturen
zijn die met oud materiaal, zoals boekjes met de verouderde spelling, 611
Ook heeft hij toen gezegd dat de schoolbesturen schroomden om bij de gemeenxe
aan te kloppen en probeerden te sparen om objecten uit te voeren. Dit werd
toen door de Wethouder in twijfel getrokken,maar spreker meent dat nu toch wel
blijkt,dat hij de waarheid gezegd heeft. Dit zou spreker ten aanzien van het
stuk "aa" willen opmerken.
De heer van HEIJST wil alleen maar constateren ,dat dit schoolbestuur de juiste ,j
weg volgt. Op dit moment hoeft men geconstateerd,dat de zaken verouderd zijn
en men meent, dat men volgons artikel 72 voor vernieuwing in aanmerking komt.
Daarvoor kan men een verzoek indienen bij de Raad. Kennelijk heeft men in
voorgaande jaren de zaken niot so verouderd gevonden en hooit men dit pas thans
geconstateerd. Nu dient men een verzoek in en daar zal op gepaste wijze op
wordon gereageerd. Spreker kan niet anders zeggen dan dat dit de normale gang
van zaken is.
X
S-
•i
1